”Stille nacht” bij de gitaar
Al 200 jaar zingen mensen rond Kerst ”Stille nacht”. Voor schrijfster Jeannette Donkersteeg spreekt het jubileum extra omdat ze in Oostenrijk woont, het land waar het lied werd geboren. Samen met illustrator Trish Flannery maakte ze een prentenboek waarin de ontstaansgeschiedenis van het beroemde lied centraal staat.
Karl, hoofdpersoon in ”Stille nacht” wil graag iets bijzonders doen, iets waar de wereld blij van wordt. Maar voorlopig lijkt alles tegen te zitten. De sfeer in zijn woonplaats Oberndorf is somber, zo kort na de Franse bezetting. En juist nu het bijna Kerst is, blijkt dat het kerkorgel kapot is.
Wat Karl –een fictief personage– niet doorheeft, is dat hij uiteindelijk wel degelijk iets unieks teweegbrengt: mede dankzij hem wordt in 1818 voor het eerst het kerstlied ”Stille nacht” van Joseph Mohr en componist Franz Gruber gezongen. Het zou wereldberoemd worden.
„Net zoals bij die schijnbaar eenvoudige gebeurtenis in Bethlehem léék hier weinig bijzonders aan de hand”, aldus auteur Jeannette Donkersteeg. „Maar in beide gevallen wordt er eeuwen later nog over het gebeurde gesproken en gezongen. Natuurlijk houdt de vergelijking hiermee meteen op, maar ik vond dit mooi genoeg voor een plot.”
Donkersteeg, die zomer 2016 met haar gezin naar Oostenrijk emigreerde, mixte een handvol historische feiten met een scheutje fantasie en zo ontstond een verhaal dat ingrediënten van een klassiek kerstverhaal in zich heeft. Kou, verdrietige omstandigheden, schijnbare uitzichtloosheid. Maar ook: iemand met de sterke wil om iets goed te doen – en een hoopvol einde. Waarbij tegelijk de boodschap van Kerst, in de woorden van het lied, naar voren komt: „Stille nacht, heilige nacht. Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal...”
In werkelijkheid klonk het lied in het Duits. Dat origineel is inhoudelijk flink anders.
„De oorspronkelijke versie klinkt duidelijk rooms en heel zoetsappig met het „hoch heilige Paar” en de „Holder Knab’ im lockigen Haar”. Dat laatste betekent zoiets als „knaapje met krullend haar”, puur sentimenteel natuurlijk. De Nederlandse protestantse versie waarmee ik ben opgegroeid kun je nauwelijks een vertaling noemen, maar raakt wel de kern van Kerst: „Ook voor mij hebt G’ U rijkdom ontzegd” en „Vreed’ en heil wordt gebracht, aan een wereld, verloren in schuld. Gods belofte wordt heerlijk vervuld.””
Merk je in Oostenrijk veel van het jubileum?
„In alle kranten, bijlagen en tijdschriften lees je erover. Onze kerstpostzegel is ook aan dit jubileum gewijd, al verschijnen er wel vaker in december postzegels met het lied ”Stille nacht” erop. Mijn oudste dochter keek deze week bij het vak muziek een film over het lied. In onze gemeente en in ons gezin besteden we er geen bijzondere aandacht aan.”
Lieddichter Joseph Mohr had de tekst al twee jaar in de kast liggen, muizen knabbelden de blaasbalg van het orgel kapot; niet alles is duidelijk in deze geschiedenis. Welke dingen weten we zeker?
„Er is een soort legende rond ”Stille nacht” ontstaan. Daar is niets mis mee. Volksverhalen hebben hun eigen culturele waarde en hun eigen charme. Ze maken het soms wel lastig om fictie van feiten te onderscheiden.
Dat Mohr het lied al in 1816 schreef, staat vast. Net als het feit dat het Kerst 1818 voor het eerst werd uitgevoerd in de Sint-Nikolauskerk van Oberndorf. We weten ook dat het die winter flink vroor en dat veel inwoners arm waren.
Of het echt door muizen kwam, dat het orgel het niet deed, is niet zeker. Het is een van de verklaringen en ik vond het leuk om die in mijn boek te verwerken. Het zou zomaar echt waar kunnen zijn, want zeker is dat er in 1818 een gitaarbegeleiding bij het lied is gemaakt. En dat terwijl Oberndorf een kerk met kerkorgel had.”
Er is dus veel voor te zeggen om ”Stille nacht” dit jaar bij de gitaar te zingen in plaats van bij het orgel?
„Haha, absoluut! Dat doet in elk geval recht aan de traditie.”
Boekgegevens
Stille nacht, Jeannette Donkersteeg en Trish Flannery (ill.); uitg. De Banier; 32 blz.; € 9,95.