Aantal kapperszaken stijgt, maar de branche is niet blij
Nooit eerder waren er zo veel kappersondernemers als in 2018: 27.000 volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat komt vooral doordat veel kappers als zelfstandige aan de slag gaan. Kappersorganisatie ANKO baalt van de ongelijke concurrentie voor de traditionele salons.
Nederland telt op dit moment bijna 27.000 kappersondernemingen. Tien jaar geleden waren dat er welgeteld 10.000 minder, terwijl het aantal kappers in de tussentijd met 45.000 vrijwel gelijk is gebleven. Een groot aantal is na 2008 als zelfstandige gaan werken, vaak vanuit de eigen woning of bij de klanten thuis. Het is een onvermijdelijk verschijnsel van de huidige tijd, zou je kunnen denken.
Maar kappersorganisatie ANKO vreest dat de kapsalon langzaam uit het straatbeeld verdwijnt. En dat is om twee redenen erg, zegt woordvoerder Gert-Jan Deben. „Ten eerste hebben kapperszaken een maatschappelijke functie. Ze zorgen voor reuring in een winkelgebied, ze vormen een ontmoetingsplek. Mensen spreken elkaar daar nog.
Daarnaast is de salon een leerplek voor de kapper van morgen. Dit ambacht leer je niet bij de LOI, je moet worden opgeleid aan de hand van een leermeester. De traditionele salon moet daarom behouden blijven.”
De ANKO probeert het probleem al enkele jaren bij gemeenten op de agenda te krijgen. Lokaal valt er wat te winnen, denkt de organisatie. Tot op heden zijn de inspanningen echter zonder veel resultaat. Deben: „De thuiswerkers komen niet voor in het beleid. We zouden graag zien dat zij meebetalen aan kosten die ook gelden voor de kapper met een eigen salon. Die heeft bijvoorbeeld te maken met milieubelasting, reclamebelasting en precarioheffingen. Alleen dan kun je weer komen tot een gezonde kapperseconomie.”
Maar is het geen optie om gewoon de situatie te accepteren? Mensen zoeken anno 2018 naar andere ondernemingsvormen. En de investeringen om als zelfstandige kapper aan de slag te gaan, zijn nu eenmaal laag. „We zijn niet zo conservatief dat we vinden dat het niet mag”, zegt Deben. „Je hebt gelijk als je zegt dat het bij deze tijd hoort. Maar de ongelijkheid is in onze branche wel erg extreem. Wij zijn niet tegen de zzp’ers en ook niet tegen de kwaliteit die ze leveren. Zij zijn over het algemeen geen verkeerde kappers. Maar er moet wel een gelijk speelveld zijn.”
Volgens de cijfers van het CBS werkt zo goed als de helft van alle kappers op dit moment als zelfstandige. De ANKO vermoedt dat dit er in de praktijk een stuk meer zijn. „Niet iedereen heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Er bestaat een informeel circuit, al weten we niet hoe groot dat is.”
Deben vreest dat de verhoging van het lage btw-tarief van zes naar negen procent, die in januari ingaat, de concurrentiepositie van de kapsalons nog verder verslechtert. „Want ook dat is in het voordeel van de mensen die zwart werken of onder de kleine ondernemersregeling vallen.”
Volgens een onderzoek dat de ANKO heeft laten uitvoeren, zal het nieuwe btw-tarief 900 banen kosten in de branche. De kans dat ook deze mensen voor een baan als zelfstandige kiezen, lijkt groot.
Kappers gelinkt aan witwassen
Kappers zijn de laatste tijd nogal eens negatief in het nieuws omdat ze in verband worden gebracht met witwaspraktijken. Drie voorbeelden.
NOVEMBER. Burgemeester Berends van Apeldoorn maakt 170.000 euro vrij om twaalf van de 264 kapperszaken in stad te onderzoeken op witwaspraktijken. Er zijn vraagtekens rond tachtig zaken.
MEI. Tijdens een grote actie tegen witwassen zijn er op 24 mei invallen geweest in drie kapperszaken aan de Haagdijk en de Haagweg in Breda. Twee personen zijn aangehouden.
FEBRUARI. In navolging van Breda en Tilburg gaat ook de gemeente Den Bosch een vergunningplicht invoeren voor kapsalons en nagelstudio’s. Dat moet het witwassen van crimineel geld voorkomen.