Kerk & religie

De Friese nazaten van Menno Simons

Gezichtsbepalend voor kerkelijk Friesland waren de vele doopsgezinden. In veel dorpen was er wel een doopsgezinde schuilkerk te vinden. Door de vervolging is er een wereldwijde mennonietengemeenschap ontstaan, zegt ds. Flora Visser. „Ondanks de verschillen tussen de gemeenschappen delen we dezelfde inspiratie.”

Klaas van der Zwaag
27 November 2018 16:37Gewijzigd op 16 November 2020 14:44
De dorpskerk van Witmarsum.  beeld RD
De dorpskerk van Witmarsum. beeld RD

In Witmarsum brak de pastoor Menno Simons (1496-1561) in 1536 met de Rooms-Katholieke Kerk. Hij kon zich niet meer vinden in de visie op de transsubstantiatie – de gedachte dat brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus veranderen– en de doop. Hij sloot zich aan bij de doopsgezinden, die in Friesland sterk in aantal groeiden. Het debacle in Münster, waar dopers het Koninkrijk van God met geweld wilden vestigen, bezorgde de doperse beweging een slechte naam.

Menno Simons ageerde hiertegen en keerde zich af van alle geweld. „In zijn spoor ontwikkelden de mennonieten zich in Friesland als vredesgemeente”, zegt ds. Flora Visser, predikant van de streekgemeente De Lytse Streek, een regionaal verband van de gemeenten Witmarsum, Franeker en Itens. „Ze hebben het hier zwaar gehad. Ze werden niet geduld vanwege hun visie op de doop, de kerk en de overheid.”

De oude dorpskerk van Witmarsum herinnert met een herdenkingsplaat nog aan de breuk van Menno Simons met de kerk. Even verderop staat een doopsgezinde gemeente aan de (hoe kan het ook anders) Menno Simonsstraat. Buiten het dorp is een replica te zien van het kerkje waar Menno Simons zijn eerste bijeenkomsten hield. Er staat een monument met zijn levensmotto: „Niemand kan een ander fundament leggen, dan hetwelk gelegd is, namelijk Jezus Christus” (1 Kor. 3:11).

Vergrijzing

In Nederland zijn er 114 doopsgezinde gemeenten, waarvan 32 in Friesland. Het aantal doopsgezinde leden wordt landelijk op 6000 geschat. Het aantal leden van de streekgemeente De Lytse Streek, dat wil zeggen de gedoopten, ligt op ongeveer zestig. In Witmarsum komen er elke zondag zo’n twintig bezoekers in de dienst.

Ds. Visser: „Het is een groep die sterk vergrijst. Veel ouderen kunnen niet meer komen. Onze gemeente is wel hecht. Hoewel we moeilijke jaren gehad hebben vanwege fusie en afstoting, is ze een kansrijke gemeente. We zijn gemeente van Christus en dan ben je altijd levensvatbaar. Doopsgezinde gemeenten zijn altijd klein gebleven.”

Door het afwijzen van de kinderdoop zijn er weinig kinderen in de kerk, zegt ds. Visser. „We doen ons best om kinderen het gevoel te geven dat ze erbij horen. We organiseren activiteiten voor hen, maar het is niet gemakkelijk om hen bij de kerk te betrekken. Deze situatie verschilt overigens per gemeente.”

Er zijn de laatste vijf jaar geen dopelingen geweest in Witmarsum. „De doop is best een grote stap voor sommige mensen”, zegt ds. Visser. „De doop is ook niet heiligmakend. Je kunt hem ook niet opdringen. Voor mij was het een feest toen ik mij op 29-jarige leeftijd liet dopen. Op een gegeven moment moet je je verantwoordelijkheid nemen om christen te worden.”

De doop is belangrijk om te laten zien wat het geloof in je leven betekent, aldus ds. Visser. „De nadruk op de gemeente is belangrijk. Je bent niet anoniem. Er is een nauwe band met elkaar. We kennen geen hiërarchie. Nooit staat iemand boven de ander. Menno dacht verder erg apocalyptisch. Het ging hem om de toekomst van het Koninkrijk van God.”

De naam Menno Simons zegt niet veel mensen in Friesland iets. „Het is alweer 500 jaar geleden dat hij leefde”, zegt ds. Visser. „Toch laten we ons door zijn erfenis inspireren. Hij legde de nadruk op het sola Scriptura. Zijn inzet was om de Bijbel te lezen, zonder vertoon van geleerdheid. Christus is naast Verlosser vooral ook een voorbeeld. De doop is het teken van nieuw leven en van het achterlaten van het zondige leven. Het gaat immers om een gemeente zonder vlek en rimpel.”

Bedevaartsoord

Intussen is Witmarsum een bedevaartsoord voor mennonieten over de gehele wereld, zegt ds. Visser. „Er komen hier duizenden bezoekers per jaar. Bij het herdenkingsmonument rijdt het af en aan met bussen. Doopsgezinden zijn altijd een buitenbeentje gebleven. We hadden in Nederland al vroeg een progressieve mentaliteit. We waren de eerste kerk met vrouwelijke ambtsdragers. Al heten niet alle mennonieten doopsgezind en kent Amerika vaak geen vrouwelijke voorgangers, we zijn toch allen mennist of mennoniet. We hebben hetzelfde inspirerende verhaal te vertellen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer