Synode PKN aanvaardt nota over pastoraat aan studenten en zeevarenden
„Ik kom van de Veluwe en wist dus eigenlijk niets van water”, zei drs. C. Hendriks vrijdagmiddag tijdens de synodevergadering van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in Doorn. „Na het opstellen van de notitie over koopvaardijpastoraat is dat wel anders.”
De interim predikant stelde in opdracht van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk een notitie op over zowel het studenten- als het koopvaardijpastoraat. Het document kreeg de titel ”Quo Vadis” – ”Waarheen gaat gij?” De synodeleden aanvaardden de nota vrijdag als uitgangspunt voor het beleid van het pastoraat aan studenten en zeevarenden.
De zielzorg voor studenten en zeevarenden, die valt onder het categoriaal pastoraat, wordt grotendeels bekostigd uit de solidariteitskas. Het geld in die kas is afkomstig van lokale gemeenten, die 5 euro per belijdend lid boven de 18 jaar afdragen. Omdat er vanwege het dalende ledenaantal minder geld binnenkomt, is het volgens Hendriks belangrijk om beide vormen van pastoraat „efficiënt” in te richten. „Dat is wat anders dan een zo groot mogelijke efficiency.” Hij stelt voor om de gelden uit de solidariteitskas voor salariskosten in te zetten. „Bepaalde projecten kunnen vanuit subsidieregelingen geld krijgen. Die regelingen gelden niet voor salariële kosten.”
Burn-out
Hendriks gaf aan „geschrokken” te zijn door het hoge aantal gevallen van burn-out onder studenten. „Dat komt vooral door de keuzestress. Als student krijg je alle kansen. Maar tegelijk wordt van je verwacht dat je die kansen direct pakt en meteen de goede keuze maakt. De druk die op jonge mensen wordt gelegd, leidt tot ongelukken. Het aantal gevallen van suïcide onder studenten neemt ook toe. Er is geen universiteit die niet met deze problematiek te maken heeft.”
Aan boord
In het schrijven over het koopvaardijpastoraat kwam bij Hendriks „veel emotie” boven, zo liet hij de synodeleden weten. „De verhalen van mensen die met brood en wijn aan boord gaan, bij mensen die ver van huis zijn. Maar ook het verhaal van iemand die de rust aan boord van een schip weer moest laten terugkeren nadat een bemanningslid aan boord was gestorven. Opvarenden uit Polen en de Filipijnen waren er namelijk van overtuigd dat het schip vervloekt was en dat er duivelen van het schip moesten worden uitgeworpen.”
Het pastoraal werk in de koopvaardij vindt in de ogen van Hendriks te vaak „in stilte” plaats. „Wie weet bijvoorbeeld dat er een ”baggerpastor” is, die financieel mede ondersteund wordt door grote baggerbedrijven?”, vroeg hij de synodeleden. Een aantal van hen stak de hand op. „Zo’n tien procent van de aanwezigen”, concludeerde Hendriks. „Dat valt me nog mee.”
De opsteller van de notitie wilde er maar mee zeggen dat de PKN het koopvaardijpastoraat meer moet „vermarkten.” Als dat gebeurt, kan dat ook leiden tot nieuwe mogelijkheden van financiering, aldus de interim predikant.