Als een vereiste woonvergunning ontbreekt, moet de Poolse arbeidsmigrant zijn biezen pakken. De gemeente Maasdriel maakt een einde aan alle illegale bewoning, zegt burgemeester Van Kooten. „We gaan echt doorpakken. Geen tweede Polenhotel en alleen ruimte voor hen die hier werken.”
De gemeente in het uiterste zuiden van de provincie Gelderland kwam het voorbije decennium regelmatig in het nieuws door bestuurscrises. Het was geen lichtend voorbeeld voor bestuurders in de omgeving. Met het aantreden van burgemeester H. van Kooten (SGP) is de rust weergekeerd. Besturen in de regio Rivierenland kijken nu met enige jaloezie naar Maasdriel als het gaat om de voortvarende aanpak van de problemen als gevolg van de aanzwellende stroom arbeidsmigranten. Vriend en vijand prijzen het college van burgemeester en wethouders vanwege zijn doortastendheid.
Polen –de laatste tijd ook steeds meer Roemenen, Bulgaren en Litouwers– komen massaal naar de Betuwe en de Bommelerwaard voor de fruitpluk, de glastuinbouw en de champignonteelt. Grote steden in het gebied ontbreken, zodat er huisvesting in wat kleinere plaatsen en in dorpen moet worden gezocht.
De opeenhoping van Polen in een aantal straten in Tiel gaf recent de nodige onrust en in Geldermalsen liep een deel van de bevolking te hoop tegen de komst van een Polenhotel. In Zuilichem in de Bommelerwaard gebeurde iets soortgelijks. Nog vervelender is dat ondernemers en onroerendgoedexploitanten op tal van plaatsen relatief goedkope woningen opkopen en verhuren aan de buitenlandse werknemers. Starters hebben het nakijken, waardoor de onvrede onder de autochtone bevolking toeneemt. Vanuit Tiel rijden er zelfs dagelijks busjes naar Schiphol, omdat er in die omgeving geen tijdelijke en betaalbare huisvesting te vinden is.
Gemor
Sinds zijn komst naar Maasdriel in 2014 hoort Van Kooten het gemor. „Je spreekt met inwoners en ontmoet in de supermarkt de vele buitenlanders. Ik woon zelf in Kerkdriel en daar is ook een Polenhotel.” Hij benadrukt beslist geen hekel aan deze mensen te hebben. „Ze zijn onmisbaar voor de werkgevers. Ik merk dat je altijd een woord terugkrijgt als je hen groet. Ik denk dat we ons weleens te weinig inleven in hun situatie.”
Bestuursadviseur mr. Eveline Engels, door hem voor twee dagen per week speciaal aangetrokken om een helder beleid voor de huisvesting van de migranten te ontwikkelen, valt hem bij. „Wij krijgen wel klachten over luidruchtige mannen bij een barbecue op een mooie zomeravond in het weekend. Maar andersom worden deze mensen ook geconfronteerd met schreeuwende lieden in Oranjepakken als het goed gaat bij voetbalwedstrijden.”
Al voor Van Kootens komst naar Maasdriel had het gemeentebestuur zich samen met buurgemeente Zaltbommel gebogen over het aanscherpen van de regels voor de huisvesting van Polen en andere arbeidsmigranten. „Een maximum van twintig op locaties in de buitengebieden, in de bebouwde kom niet meer dan 10 procent per straat, geen sociale huur en één huishouden met maximaal zes migranten per woning”, zo somt hij op. „Maar financieel kwam de gemeente van ver. Er was geen geld voor handhaving.” Ook bleek het begrip huishouden tot verwarring te leiden. De genoemde 10 procent per straat gaf eveneens onduidelijkheid.
Overigens stemde de gemeente Zaltbommel niet in met de nota. Binnenkort komt het gemeentebestuur daar alsnog met eigen beleid. Vooruitlopend daarop gaf de Waalgemeente vorige week aan in het kerkdorp Zuilichem definitief geen Polenhotel toe te staan.
Tielse toestanden
Van Kooten liet begin dit jaar een bureau de aantallen arbeidsmigranten in kaart brengen. „Er blijken er ongeveer 1500 te zijn.” De gemeente sprak in zogenaamde werkateliers met alle betrokkenen en adviseerde over de te volgen aanpak. In december buigt de raad zich over de nieuwe regels. Daarin wordt het aan het college overgelaten of er sprake is van een huishouden (zie kader), mogen woningen met een waarde onder de 250.000 euro niet verkocht worden voor verhuur aan arbeidsmigranten en wordt het aantal Polen teruggebracht tot maximaal vier per huis. Maasdriel verstrakt de regels voor bewoning per straat en stelt eisen aan de soort bebouwing. Voor de huisvesting is een keurmerk van de stichting Flexwonen verplicht. Om „Tielse toestanden” te voorkomen, zal de gemeente alleen verhuur aan werknemers van bedrijven in de eigen gemeente of regio toestaan.
Tegelijk met de aanscherping van het beleid werd er een oplossing gezocht voor camping Maaszicht, een recreatieplaats langs de Maas waar zich tussen enkele honderden Polen en tientallen gezinnen met zorgvragers ook een aantal lieden schuilhield dat zich bezighield met drugshandel en andere vormen van criminaliteit. „Vergelijk het met Fort Oranje”, zo omschrijft Van Kooten de situatie, daarbij verwijzend naar een beruchte camping in West-Brabant. Die werd meer dan een jaar geleden onder grote publieke belangstelling ontruimd.
Mensonterend
Een deel van de ondergrond van Maaszicht is eigendom van de gemeente. De hele zaak staat op het punt doorverkocht te worden. Volgend jaar verrijzen er naar verwachting resortachtige chalets, die door een nieuwe eigenaar worden geëxploiteerd.
Tweemaal hield de gemeenten in samenwerking met de Belastingdienst en de politie een controle op de camping. Er werden gestolen auto’s en materialen voor een hennepkwekerij in beslag genomen, en voor 10.000 euro aan openstaande boetes geïnd. Vrijwel alle stacaravans en bouwsels bleken permanent te worden bewoond. Van Kooten geeft aan dat er schrijnende toestanden aan het licht kwamen. „Zoals een 19-jarige Poolse shortstayer die alleen over een matras beschikte. Mensonterend.”
Tegelijkertijd bleek dat het aantal Polen dat definitief in Nederland wil blijven, stijgt. „Op de camping geeft ongeveer een derde aan niet meer weg te willen gaan, nog eens een derde blijft hier zeker nog enkele jaren.”
Eén druk op de knop
Dat in kaart brengen past precies in het beleid van de gemeente, zegt de burgervader. „Kort erop zitten, geen waarschuwingsbrieven sturen, maar direct aanpakken.” Tijdens het gesprek wordt bekend dat er diezelfde avond op tien andere plaatsen in de gemeente controles worden uitgevoerd. „Straks hebben we met één druk op de knop inzicht waar welke arbeidsmigranten wonen, met hoeveel en voor wie ze werken. In alle kerkdorpen.”
Hij beseft dat het de komende jaren nog een toer wordt om geschikte verblijfplaatsen te vinden voor de Oost-Europeanen die Maaszicht moeten verlaten, voor het opruimen van de resterende illegale bewoning in de kernen en de toestroom van nieuwe migranten. Van Kooten wil daar inhoudelijk niet op vooruitlopen, maar toont zich optimistisch. „En zijn tal van experimenten met huisvesting mogelijk. We kunnen daarover niets zeggen, omdat de raad nog niet is geïnformeerd.” Hij laat wel doorschemeren dat er vooral aan het buitengebied moet worden gedacht.
De gemeente, die een medewerker met een Poolse achtergrond in dienst heeft, stelt de raad voor om binnenkort een loket te openen voor arbeidsmigranten, omwonenden en partijen die zich bezighouden met de huisvesting. „Daar kan iedereen met zijn of haar vragen terecht.”
Voor de taalbarrière acht het gemeentebestuur zich niet verantwoordelijk. „Er zijn verschillende mogelijkheden om bij de bibliotheek taallessen te volgen.” Wel heeft de gemeente een tweetalig ‘burenboekje’ samengesteld, met daarin regels voor een goede omgang met elkaar.
Toezichthouders
De controles zullen doorgaan. Het voorstel aan de raad is tevens om één of twee toezichthouders in dienst te nemen. „Liefst in samenwerking met Zaltbommel, voor de gehele regio Bommelerwaard. Die zullen we een elektrische auto ter beschikking stellen, waarmee zij voortduren alle plaatsen kunnen afgaan.”
Van Kooten waagt zich niet aan voorspellingen hoe de stroom van arbeidsmigranten zich de komende jaren zal ontwikkelen. „Door de aantrekkende economie zie je dat de komst van Roemenen en Bulgaren flink stijgt.”
De burgemeester heeft wel kritiek op het Rijk. „De regering heeft zich wel ingezet voor het openstellen van de grenzen, maar nauwelijks of geen rekening gehouden met de effecten ervan. Persoonlijk ben ik van mening dat Maasdriel zo langzamerhand echt vol raakt.”
De komst van een arbeidsmigrant
Aleksander (22) uit een van de oostelijke regio’s van Polen besluit in zee te gaan met een Nederlandse uitzendbureau. Hij is getipt door een neef die actief is bij een Nederlands bedrijf in de agrarische sector. De uitzender biedt naast een voor zijn begrippen royaal salaris ook onderdak aan.
– Het uitzendbureau is bij zijn komst verplicht toeristenbelasting (de gemeente Maasdriel spreekt nu van verblijfsbelasting) af te dragen en ervoor te zorgen dat Aleksander bij de gemeente wordt geregistreerd. De wijze waarop dat gebeurt, kan in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) nader worden omschreven.
– Als Aleksander na vier maanden nog in deze gemeente werkzaam is, dient hij het uitzendbureau hem in te schrijven in de BRP (Basisregistratie Personen). Vanaf dat moment valt hij onder de verplichting tot afdracht van de gemeentelijke belastingen, zoals riool- en afvalstoffenheffing. De gemeente telt op dat moment één inwoner meer.
– Vervolgens wordt het ingewikkeld, want komt de Pool alleen voor een bed, een ruimte of een hele woning? Wanneer is er sprake van een huishouden? Of, zoals bestuursadviseur Eveline Engels van de gemeente Maasdriel het uitdrukt: Aleksander werkt in Nederland, woont echter in Polen, maar zijn verblijf in Nederland voelt wel als wonen.
– Het bestemmingsplan biedt de gemeente houvast: als er volgens het college meer dan één echt huishouden perwoning verblijft, kan een omgevingsvergunning verplicht worden gesteld. Burgemeester en Wethouders beslissen of Aleksander mag intrekken bij andere landgenoten. Zijn belangen worden getoetst aan de hand van een door de raad aanvaard beleidsstuk.
– Als hij is ingeschreven heeft hij, op het stemrecht na, dezelfde rechten en plichten als een Nederlander, zoals de mogelijkheid om zich in te schrijven bij de woningbouwvereniging.
– Na tien maanden (de eerste vier maanden plus een halfjaar na de inschrijving) moet Aleksander voor zijn auto een Nederlands kenteken aanvragen.