Spoorzoeken in de Friese Wouden
Tot de jaren 30 van de vorige eeuw hadden de Friese Wouden een piëtistische inslag. Die is nu vrijwel verdwenen. Op zoek naar de laatste resten met ds. L. H. Oosten.
Ooit lag Engwierum aan zee. In het landschap zijn de restanten van de oude zeedijk nog te zien. Het stokoude kerkje van het Friese dorp ligt op een terp. „Gedenkt te sterven” prediken grijze letters op het groene toegangshek. De zee van zerken rond de kerk onderstreept de boodschap. De mens gaat naar zijn eeuwig huis en heeft een Middelaar nodig om voor God te kunnen verschijnen.
Halverwege de 19e eeuw kwamen mensen uit Driesum en Wouterswoude naar Engwierum gelopen om die boodschap te horen, weet ds. L. H. Oosten (77). „Er stonden ladders voor de ramen zodat de mensen die er niet meer in pasten, buiten mee konden luisteren.” Doordeweeks werden er in Driesum en Wouterswoude gezelschappen gehouden, waar soms een oefenaar voorging. „De liberale heren hadden de macht, ook in het kerkelijke leven. Toen de gemeenteleden inspraak kregen bij het beroepen van een predikant, ging in veel gemeenten het roer om.”
De emeritus predikant uit Driesum, afkomstig uit een Fries geslacht, gaat nog bijna elke zondag voor. In Friesland slechts in enkele plaatsen. „De Doleantie zoog hier veel hervormde kerken leeg. De gereformeerde kerken werden machtig, maar zijn nu sterk aan het moderniseren.” Veel hervormde gemeenten verwaterden al eerder. Ook Engwierum zakte af. „Het is diep droevig”, verzucht ds. Oosten.
In het buurdorp Ee staat de kerk wat verscholen. Een steegje naast de leegstaande ”Rund en varkens slagerij” voert naar het middeleeuwse godshuis, waar van 1858 tot 1860 de orthodoxe ds. J. A. ten Bokkel Huinink stond. Tot halverwege de 20e eeuw behield de gemeente haar behoudende karakter. Daarna ging het snel bergafwaarts.
Middagdutje
Sjoekie van der Meer woont sinds drie jaar in de voormalige kosterswoning. Nee, naar de kerk gaat ze niet. Als we die vanbinnen willen zien, moeten we bij Jaap Broersma zijn. „Loop maar even achterom, de bel hoort hij niet.”
De 93-jarige inwoner van Ee doet in een stoel z’n middagdutje, maar komt meteen overeind om ons van dienst te zijn. Op klompen klost hij naar de kerk. In zijn jeugd zat die nog vol. Nu zijn er op z’n best tachtig zielen: hervormden en gereformeerden tezamen. „Acht jaar geleden zijn we vanuit deze kerk zingend met een half hart van schuimrubber naar beneden gelopen. De mensen van de gereformeerde kerk kwamen ons tegemoet met de andere helft. Beneden zijn ze samengevoegd. Ik heb begrepen dat over tien jaar één kerk afgestoten moet zijn. Vanwege de financiën.”
Na een uur weten we de woordenstroom te onderbreken, om de reis te vervolgen. Naar de Alexanderkerk van Rinsumageest, waar zondagmorgen om halftien de protestantse gemeente Claercamp samenkomt. In het verleden kwam ds. Oosten hier nog weleens preken, voor een zogenoemde ringbeurt. „Ook deze gemeente verloor helaas haar orthodoxe identiteit. Terwijl hier veel godzalige predikanten hebben gestaan. Ja, het is triest. Heel triest.”
Met Wouterswoude weet de predikant zich in het bijzonder verbonden. Daar was hij zelf voorganger, van 1976 tot 1984. „De bekende dominee J. H. Koster diende hier van 1918 tot 1923. Ook mijn voorganger, dominee G. Veldjesgraaf, heeft echt beslag op de gemeente gelegd.”
Mijmerend loopt ds. Oosten over de dodenakker. „Hier liggen veel kinderen Gods.” Witte schildjes op de buitenmuur van de kerk corresponderen met de rijen graven. „Het graf voor mijn vrouw en mij ligt aan het begin van vak 15, naast de preekstoel. Gij dan, zijt ook bereid.”
Nieuwe generatie
Vandaag vormt Wouterswoude samen met hervormd Driesum de laatste behoudend hervormd-gereformeerde enclave in de Friese Wouden. „Hoelang nog”, vraagt de emeritus predikant zich hardop af. De invloeden vanuit de geseculariseerde omgeving laten de nieuwe generatie niet onberoerd. „Een deel vraagt zich af waarom het niet net als bij de buren kan.” Toch wil hij niet in mineur eindigen. „De reformatorische predikanten van Damwoude, Driesum en Wouterswoude trekken eensgezind met elkaar op en de behoudend christelijke school van Wouterswoude puilt uit van de leerlingen. Daarin mogen we toch Gods bemoeienis met dit orthodoxe eilandje zien.”