Een theologische tekst van een ketterse paus, een onbekend muziekstuk, een rijkversierd handschrift. Middeleeuwse monniken gebruikten kostbaar perkament om nieuwe boeken in te binden. Een tentoonstelling in Utrecht onthult geheime fragmenten.
Groot is de expositie ”Perkament in stukken” in Het Utrechts Archief niet. In een ondergrondse ruimte van het voormalig kloostergebouw –naast de kelder waar in de middeleeuwen de monniken hun bier bewaarden– liggen in vitrines tientallen eeuwenoude handschriften uitgestald. Het zijn allemaal teksten en fragmenten die in oude boekbanden zijn ontdekt. Over het geloofsleven van geestelijken bijvoorbeeld, of over hun eetgewoonten en geneeswijzen. Soms gaat het om kleine stukjes tekst van slechts enkele centimeters, soms over grote documenten van meerdere pagina’s.
Drie-eenheid
Middeleeuwse boeken waren meestal gemaakt van perkament, waarvoor vooral de huiden van schapen, geiten en kalveren werden gebruikt. Duurzaam, stevig maar ook erg kostbaar. De huid van één schaap leverde niet meer dan vier grote vellen perkament op. Voor een goed boek betaalde je ongeveer net zo veel als tegenwoordig voor een degelijke middenklassenauto.
Omdat perkament zo duur was, besloten monniken vaak om met oude stukken nieuwe boeken in te binden (of om er orgelpijpen mee luchtdicht te maken, dat kwam ook voor). Dit levert eeuwen later aardige verrassingen op, zo laat de tentoonstelling zien. Drie studenten ontdekten in 2016 in een archiefstuk van het Utrechtse kapittel van Sint-Marie een uniek negende-eeuws handschrift: van een theologische tekst over de Drie-eenheid uit de derde eeuw, opgetekend door de tot ketter verklaarde tegenpaus Novatianus. Zijn boek ”De Trinitate”, waarin hij het klassieke standpunt over het God-zijn van Jezus Christus verwoordde, werd voorheen toegeschreven aan kerkvader Tertullianus of aan bisschop Cyprianus.
In de tijd van de Reformatie raakte een groot aantal middeleeuwse handschriften in onbruik en werd gerecycled. Veel perkament kwam terecht in boeken van de Utrechtse kanunnik Huybert van Buchell (1513-1599). Na zijn dood werden ruim 2300 titels ondergebracht in de stadsbibliotheek van Utrecht. Er zit opvallende lectuur tussen: twee Bijbelcommentaren van de reformatoren Johannes Calvijn en Wolfgang Musculus, samengebonden in één band. Die heeft een opvallende omslag: een handschrift van een vijftiende-eeuws koorboek met gezangen voor de mis.
Het boek illustreert Van Buchells persoonlijke ontwikkeling. Hij deed rond 1584 definitief afstand van zijn rechten als kanunnik van Sint-Marie. De protestantse theologen wonnen terrein, al hadden ze nog wel een rooms-katholiek jasje aan.
De tentoonstelling ”Perkament in stukken” is tot 6 januari –gratis– te zien in Het Utrechts Archief (Hamburgerstraat 28). De bijbehorende publicatie, met dezelfde titel, verscheen bij uitgeverij Verloren. >>hetutrechtsarchief.nl/tentoonstellingen voor meer informatie.