Verklaring GG: Jodenhaat verdraagt zich niet met christelijke roeping en levenshouding
Antisemitisme, haat tegen het Joodse volk, verdraagt zich op geen enkele wijze met de christelijke roeping en levenshouding. Dat stellen de Gereformeerde Gemeenten (GG) in een verklaring die donderdag in de Rotterdamse Laurenskerk werd gepresenteerd.
Waar blijven de kerken? „Het was een hartenkreet vanuit de Joodse gemeenschap, zo rond 2014”, zei ds. F. Mulder donderdagavond in een volle Laurens. „Er waren veel aanslagen in de Gazastrook. Vervolgens zag je een toename van het antisemitisme – een veelkoppig monster. Er werd ”Dood aan de Joden” geroepen, synagogen kregen extra bewaking. „Waar zijn de kerken?” klonk het.”
Die vraag leidde tot bezinning, aldus de voorzitter van het deputaatschap kerk en overheid van de GG. „Een bezinning die uiteindelijk geleid heeft tot een verklaring tegen antisemitisme.” De generale synode van de GG aanvaardde deze in 2017; donderdag werd ze tijdens een jubileumzangavond in het kader van zeventig jaar Israël officieel gepresenteerd.
In de verklaring stellen de GG dat antisemitisme, „als haat tegen het Joodse volk, van welke vorm en van welke aard dan ook, zich op geen enkele wijze verdraagt met de christelijke roeping en levenshouding.” Maar er is meer, zei ds. Mulder. „De kerk stelt ook dat het „de christelijke roeping is uit liefde het beste voor het Joodse volk en zijn behoud in Jezus Christus te zoeken en daarvoor te bidden, zowel in het openbaar als in de persoonlijke gebeden.” Vervolgens worden de gemeenten opgeroepen „in de openbare en persoonlijke gebeden het ware heil en de vrede voor het Joodse volk te zoeken” en wordt de overheid verzocht „tegen elke vorm van antisemitisme stelling te nemen en die te bestrijden.””
Politieposten
Ds. Mulder overhandigde een exemplaar van de verklaring aan SGP-Tweede Kamerlid Van der Staaij. Die sprak van een „belangrijke en waardevolle uitspraak die de vinger legt bij Jodenhaat als, inderdaad, een veelkoppig monster. Kijk naar Amsterdam: bij de Hollandsche Schouwburg, waarvandaan zó veel Joden zijn gedeporteerd, staan nu weer politieposten. Waarom? Omdat de Jodenhaat bepaald niet weg is. Het is verschrikkelijk om te zien, ook in de Verenigde Naties bijvoorbeeld, hoe Israël steeds in de verdachtenbank wordt gezet.”
Maar misschien is het zo vreemd ook niet, zei Van der Staaij. „Achter antisemitisme zit iets wat nog dieper gaat: de haat tegenover de Gód van Israël en Zijn verkiezende liefde.”
Op die notie ging ds. A. Schot, voorzitter van het deputaatschap Israël van de GG, verder in. Hij overhandigde een tweede exemplaar van de verklaring aan rabbijn L. B. (Lody) van de Kamp. Ds. Schot: „Wij halen u binnenshuis omdat wij in uw huis moeten zijn. Ik zal dat uitleggen. Noach had drie zonen, Sem, Cham en Jafeth. Sem was uw voorvader, Jafeth is mijn voorvader. In het woord antisemitisme zit het woord sem. Exegetische berekeningen hebben aangetoond dat Jafeth in het 500e jaar van Noach werd geboren en Sem in het 502e jaar. Toch spreekt de Bijbel steeds over Sem, Cham en Jafeth, in die volgorde. Sem krijgt de grootste zegen. Dat is Gods verkiezend welbehagen. En: wij krijgen geen eigen tent; Jafeth moet gaan wonen in de tent van Sem, lezen we in Genesis. Dat is de tent van de Messias. Ook Jafeth heeft die Messias nodig, zelfs Cham heeft Hem nodig. Daarin ligt onze onopgeefbare verbondenheid met u.”
„Dit is een belangrijk moment”, zei rabbijn Van de Kamp. „Nee, historische feiten laten zich niet ontkennen. Maar de kansen, mogelijkheden, Gods zegeningen voor het heden laten zich ook niet ontkennen. De Eeuwige is u en ons heel nabij.”
Van de Kamp noemde de verklaring tegen antisemitisme een „krachtig signaal, dat gezegend zal worden. Natuurlijk zal ik, als Jood, niet verhullen dat de verschillen tussen u en ons groot zijn. Maar ik zou u overvragen als ik zou verwachten dat u niet vanuit uw waarheid spreekt. Juist daarom getuigt deze verklaring ook van grootse moed. Onze verschillen staan onze verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn niet in de weg.”
Yeshua
Een Israëlprojectkoor voor vrouwen en een jongerenkoor, beide onder leiding van Mariëlle Heidekamp, verleenden eveneens medewerking aan de avond. In het Hebreeuws klonk het laatste lied: „O Lam van God, dat de zonde der wereld draagt. Ontferm U over ons, Heere en Losser, Zoon van God, wees ons genadig. Jesjoea, wij knielen voor Uw aangezicht”, naar Johannes 1:29).
Ds. A. A. Egas, christelijk gereformeerd predikant in Damwoude en bestuurslid van Stichting Steunfonds Israël/Isaac da Costa, wees er in zijn slotwoord op dat –ook– iemand als Wulfert Floor uitzag naar de bekering van het Joodse volk. „Lees zijn oefening over Hosea 3:5. Maar, vroeg Floor ook: Bent ú al bekeerd, buigt ú al uw knieën voor die heerlijke Koning Jezus? Bid dan, volk van God, zei hij, veel om de bekering van de Joden, om de bekering van uw gezin en van uw vrienden. Bid om de uitbreiding van Jezus’ Rijk op aarde.””