Drijvend ziekenhuis biedt zorg aan allerarmsten
Mercy Ships begon veertig jaar geleden als een droom van een jonge Amerikaan: Don Stephens. Hij had geen medische achtergrond, maar wilde vanuit een christelijke basis hulp verlenen met een schip. Stephens ging zijn droom achterna en kocht in 1978 het schip de Anastasis aan. Dat was de start van Mercy Ships. Al veertig jaar voorzien de bevlogen vrijwilligers kansarme patiënten van broodnodige zorg. Morgen viert de stichting haar jubileum in de Basiliek in Veenendaal.
Operaties, trainingen en bovenal gebed
Marianne Huurman (41) is sinds juli directeur van Mercy Ships Holland. Ze kent het werk van binnenuit: tussen 2009 en 2012 was ze als vrijwilliger actief op de Africa Mercy, het vijfde schip van Mercy Ships. Ze was verantwoordelijk voor de personeelszaken. Huurman is er trots op dat Mercy Ships zich al veertig jaar inzet voor de allerarmsten van de wereld. „We willen in navolging van Jezus het geloof handen en voeten geven.”
Het werk van de ruim 1200 betrokken vrijwilligers is divers. „We behandelen zes van de zeven meest voorkomende aandoeningen in Afrika. Mensen worden geholpen aan staar, incontinentie, brandwonden, tumoren, gespleten lippen en verhemeltes en krijgen orthopedische operaties.” Ook ontvangen jaarlijks duizenden mensen een gratis tandartsbehandeling.
Soms zijn patiënten die bij het schip aankloppen er te slecht aan toe om geholpen te kunnen worden. „We bieden dan palliatieve zorg, zoals pijnverlichting. Ook staan we de familie van deze patiënten bij door middel van gebed.”
Bijbelverhalen
Mercy Ships werkt samen met lokale werkers, vertelt Huurman. „We betrekken hen via kerken in Afrika. Mercy Ships verzorgt een uitgebreide training met Bijbelverhalen die passen in hun cultuur. De lokale werkers bidden met patiënten en leggen hun het geloof uit. Als wij weg zijn, blijft de kerk. Door onze Medical Capacity Building dragen we bij aan een duurzame verbetering van de gezondheidszorg in het land.”
De hulp is volgens de kersverse directeur veertig jaar na de start van Mercy Ships nog steeds hard nodig. „Vijf miljard van de 7 miljard mensen op de wereld hebben geen toegang tot betaalbare en veilige chirurgische zorg.” In het verleden hielp Mercy Ships in gebieden over de hele wereld. Inmiddels wordt de hulp toegespitst op Afrika. „In Afrika wonen de armste miljard mensen ter wereld. Daar is onze hulp het hardst nodig.”
Het huidige schip Africa Mercy bivakkeert tien maanden voor de Guinese kust. Op het schip zijn ruim 400 bedden voor de bemanning. Er wonen daarnaast vijftig kinderen aan boord, die daar naar school gaan. Patiënten die voor hun operatie eerst nog moeten aansterken, kunnen terecht in een groot patiëntenverblijf dat in de buurt van het schip is gevestigd.
In de jaren dat ze zelf als vrijwilliger actief was, zag Huurman veel resultaat. „Mensen komen blind aan op het schip en hebben na een operatie van een kwartier hun gezichtsvermogen weer terug. Mercy Ships is voor mensen vaak de laatste hoop.”
De nood van de lokale bevolking houdt de vrijwilligers gemotiveerd, denkt Huurman. „Patiënten vragen altijd: Waarom doen jullie dit voor ons? We willen in navolging van Jezus het geloof handen en voeten geven door het verlenen van gratis medische zorg aan de allerarmsten.”
Geheim
In veertig jaar tijd zijn er de nodige ontwikkelingen geweest. Lag in de beginjaren de nadruk op operaties, tegenwoordig is de training van lokale artsen en verpleegkundigen belangrijk. „We hopen dat de inheemse bevolking de gezondheidszorg zelf kan gaan oppakken. Daarom gebruiken we technieken die lokaal toegepast kunnen worden. Verder doet het huidige schip niet onder voor een ziekenhuis in een westers land.”
Huurman weet zich geïnspireerd door de oprichter van Mercy Ships: Don Stephens. „Hij heeft een enorme visie en is tegelijk heel mensgericht. Hij heeft echt oog voor de mensen in zijn organisatie.”
Over twee jaar komt er een nieuw schip in de vaart. „We hopen dat we daar weer veel nieuwe mensen mee kunnen helpen.” Hoe het nieuwe schip gaat heten, houdt Huurman nog even geheim. „Volgend jaar augustus vertellen we meer.”
Scheepstimmerman vindt vrouw aan boord
Wilco Flier (27) uit IJsselmuiden, projectcoördinator in een machinefabriek in Harderwijk:
„Tijdens mijn studie werktuigbouwkunde was ik op zoek naar technisch vrijwilligerswerk. Ik had toen nog nooit van Mercy Ships gehoord, maar kwam een vacature voor machinekamerassistent op de Africa Mercy op het spoor. Ik heb meteen gemaild en zo is het balletje gaan rollen. Mijn eerste reis met Mercy Ships was in 2013, vijf maanden naar Guinee. Ik was assistent-monteur in de machinekamer. Van medische zaken heb ik geen verstand. Na die vijf maanden wilde ik graag nog eens aan boord, maar dan langer. Vanaf augustus 2016 ben ik met de Africa Mercy in Benin geweest. Ik was scheepstimmerman en zorgde voor het onderhoud van de vloeren, meubels en hutten. Ook werd ik ingevlogen als er een kastdeurtje kapot was of wanneer er lekkage was en er een wand moest worden opengemaakt voor de loodgieter. De tweede reis kreeg voor mij een bijzonder tintje. Omdat ik langer dan tien maanden weg zou gaan, moest ik eerst een training volgen in Texas. Daar ontmoette ik de Amerikaanse Anne, die als verpleegkundige zou gaan werken. Vanaf mijn kant was het liefde op het eerste gezicht. Toen we in Zuid-Afrika waren, sloeg de vonk ook van haar kant over. We zijn onlangs getrouwd.
Het werk bij Mercy Ships zorgt ervoor dat ik met een andere bril naar onze samenleving ben gaan kijken. We hebben het hier ontzettend goed. In Afrika lopen mensen soms jaren met een goedaardige tumor rond, terwijl ze in Nederland binnen een paar dagen geholpen zouden zijn. In de supermarkt in Nederland is het schap voor de huisdieren groter dan in Afrika het vak voor de mensen. Je komt als een andere persoon terug. Je maakt andere keuzes, hecht minder aan persoonlijk bezit.
Niet iedereen in mijn omgeving begreep dat ik vrijwilligerswerk wilde gaan doen bij Mercy Ships. Je moet eigenlijk geld meenemen om er te kunnen werken. Sommige mensen vonden dat ik gek geworden was. Maar gelukkig kreeg ik meer positieve dan negatieve reacties.
Er heerst op de schepen een bijzondere sfeer. Je bent met christenen van 35 nationaliteiten bij elkaar en zit op zondagavond in dezelfde kerkdienst. Je zingt hetzelfde en belijdt hetzelfde. Zelf ben ik afkomstig uit de hersteld hervormde gemeente Grafhorst. Je groeit dan natuurlijk op in een bepaalde cultuur. Ik wist van tevoren al wel dat er andere geloofsculturen zijn. Mijn ervaring is dat veel verschillen wegvallen tijdens zo’n reis. Je hebt geen last van kerkmuren.
Anne en ik zijn nog steeds betrokken op het werk van Mercy Ships. We volgen het Nederlandse en Amerikaanse kantoor. Misschien gaan we in de toekomst nog eens samen aan boord.”
„Geweldig om met allerlei christenen dit werk te doen”
Gea van der Beek (56) uit Elst (Gelderland), verpleegkundige op de neonatale intensive care in het Radboud Medisch Centrum in Nijmegen:
„In 2002 ging ik voor de eerste keer mee met Mercy Ships, op de Anastasis. Ik hield me bezig met de verzorging van de patiënten, zowel voor als na de operatie. Als er kinderen aan boord waren, kreeg ik daarvoor de zorg. Het grootste deel van de tijd was ik bezig met het verzorgen van wonden. We hoefden de mensen niet te wassen; dat gebeurde door de zogenaamde dagwerkers, mensen uit de lokale bevolking die meekomen als vertalers. Zij maakten bedden op en deelden eten rond.
Behalve zorg te verlenen probeerden we de patiënten op te vrolijken door spelletjes met hen te spelen en hen zo nieuwe dingen te leren. Dat vinden ze geweldig. Veel mensen zijn vanwege hun ziekte verstoten. Als ze bijvoorbeeld urine lekken, worden ze uit hun familie verbannen. We zijn dan soms de eerste personen die hen na twintig jaar weer in de ogen kijken.
Ik had al eerder vrijwilligerswerk gedaan in het buitenland. Toen mijn baan in Nederland op de tocht stond, groeide het verlangen om iets te doen waarbij ik anderen kon helpen die veel minder hebben dan ikzelf. Ik ben op zoek gegaan. In die tijd had ik nog geen internet, dus ik ging via kranten en magazines op zoek. Ik kwam Mercy Ships steeds weer tegen. Dat heb ik als Gods leiding ervaren. Uitendelijk kreeg ik tijdelijk ontslag en kon ik na zes maanden Mercy Ships terugkomen op de afdeling waar ik werkte.
Inmiddels ben ik aan het vrijwilligerswerk verknocht geraakt. Al dertien keer ben ik mee geweest, steeds voor een periode van zes of zeven weken. De eerste keer vond ik best lastig. Alle communicatie gebeurt in het Engels. Dat beheerste ik aardig, maar om alle ins en outs te begrijpen, was toch nog een klus.
Ik vind het geweldig om met allerlei christenen dit werk te doen. Ik ben aangesloten bij de christelijke gereformeerde kerk in Bennekom. De bemanningsleden op de Anastasis en Africa Mercy zijn veel opener dan wij als reformatorische christenen. Ze bidden veel gemakkelijker met elkaar. Dankzij mijn vrijwilligerswerk heb ik meer vertrouwen op God gekregen. Hij kan wonderen doen als Hij erom gebeden wordt. Een arts moest eens een meisje van vijf jaar opereren dat een gezwel boven haar neus had, vol met hersenvocht. Die arts had de handeling nog nooit uitgevoerd. Hij bad: „Houdt U mijn hand vast, zodat het voor dit kind succesvol kan zijn.” Het kind is genezen naar huis gegaan.
In januari ga ik weer naar Guinee. Mijn veertiende keer aan boord.”
Operatiekamerassistente: Houd oog voor de mens
Fennie Haase (48) uit Rijssen, zendingswerker voor de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) in Guinee:
„Ik ben in 2001 en in 2003 met de Anastasis in Sierra Leone geweest. De eerste keer vier weken, de tweede keer ongeveer drie maanden. Ik werkte er als operatieassistente. Op de Anastasis werden aangezichtsoperaties, plastische chirurgie, oogheelkundige operaties en orthopedische ingrepen uitgevoerd. Ook hielpen we vrouwen met vesicovaginale fistels. In verschillende Afrikaanse landen worden meisjes besneden of trouwen ze jong, wat kan leiden tot een bevalling met desastreuze gevolgen zoals incontinentie van urine en ontlasting. Ze worden door hun familie verstoten vanwege hun continue stank. Deze vrouwen krijgen met een operatie hun menswaardigheid terug.
Ik maakte kennis met het werk van Mercy Ships via mijn werk. Na mijn baan als operatieassistente werkte ik een aantal jaren als vormgever bij het Reformatorisch Dagblad. In die tijd vertelde een oud-collega enthousiast over haar werk op de Anastasis. Het bedrijf bood me voldoende ruimte om mee te gaan met het schip.
Ik vond het een bijzondere ervaring op de Anastasis. Tijdens mijn eerste reis zaten we met zes vrijwilligers in een hut. Een bed, de ene helft onder het stapelbed en een kastje van zo’n 40 centimeter breed was wat je had.
Het was in Sierra Leone net na de burgeroorlog. Bij schoonmaakwerkzaamheden in de stad kwamen muurtekeningen tevoorschijn waarop te zien was hoe soldaten mensen verminkten. Door deze gruweldaden zijn de mensen getraumatiseerd. Ik realiseerde mij dat je deze mensen wel kunt helpen aan hun lichaam, maar de innerlijke wonden die ze door hun trauma’s hebben opgelopen, worden daardoor niet geheeld.
Soms heeft een patiënt een tumor van gezicht tot navel. Je oog trekt automatisch naar dat wat afwijkt, maar het is belangrijk om de mens achter de tumor te blijven zien.
Vanuit mijn achtergrond als lid van de gereformeerde gemeente in Rijssen-Zuid moest ik best wennen op de Anastasis. Ik kwam uit een monocultuur in een multicultisamenleving en ontmoette daar christenen uit de volle breedte van het christendom. De vrijheid en het gemak waarmee anderen spraken over Jezus en naar de hemel gaan, kende ik niet.
Sinds 2012 ben ik alfabetiseringswerker voor de ZGG in Guinee. In 2014 kon het schip Africa Mercy niet terugkomen in Guinee vanwege de ebola-epidemie, waardoor follow-upoperaties ook niet konden worden uitgevoerd. Inmiddels ligt het schip voor de kust van Guinee. Ik zie er in het bijzonder naar uit dat een van onze dorpsgenoten nu eindelijk zijn vervolgoperatie krijgt, waardoor hij weer een volledige kaak zal ontvangen.”