Buitenland
Al-Qaida komt weer terug

Het aantal aanslagen is wereldwijd afgenomen. Maar terreur ligt nog altijd op de loer, zij het in een andere gedaante. En: al-Qaida is weer terug.

Jacob Hoekman
Op 14 oktober 2017 had in de Somalische hoofdstad Mogadishu de dodelijkste aanslag in de geschiedenis van het land plaats. beeld AFP, Mohammed Abdiwahab
Op 14 oktober 2017 had in de Somalische hoofdstad Mogadishu de dodelijkste aanslag in de geschiedenis van het land plaats. beeld AFP, Mohammed Abdiwahab

Het is jaren geleden dat de wereld zo weinig terreuraanslagen beleefde als nu. Goed nieuws dus. Maar tegelijk is de wereld van de terreur een stuk complexer geworden. Een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de wereldwijde jihad sinds de teloorgang van het kalifaat.

Het is zaterdag 14 oktober 2017, tegen drie uur ’s middags. Voorzichtig manoeuvreert een grote vrachtwagen door de stoffige straten van Mogadishu, de hoofdstad van Somalië. Het gevaarte is op weg naar de zwaarbeveiligde ambassadewijk van de stad.

Het is druk op straat. Vlak voor een van de vele checkpoints moet de vrachtwagen afremmen vanwege de drukte. Aanwezige militairen zien de grote wagen naderen en komen poolshoogte nemen. Ze vertellen de chauffeur dat ze de lading willen onderzoeken.

Op dat moment geeft de chauffeur gas. Hij knalt door de barrière bij het checkpoint. De militairen vuren op de truck en schieten een van de banden lek. Niet veel verder, op een drukke straat in het district Hodan, komt de wagen tot stilstand. De chauffeur volvoert binnen een oogwenk zijn macabere opdracht: hij brengt zijn lading tot ontploffing.

En wat voor lading. Twee ton aan explosieven zorgt voor een gigantische explosie. Het vuur en de intense hitte zijn te veel voor een andere vrachtwagen die vlakbij staat geparkeerd, volgeladen met benzine. Ook die explodeert. Het nabijgelegen Safari Hotel stort als een kaartenhuis in elkaar. Tot in de verre omtrek liggen slachtoffers op straat. Meer dan 580 mensen komen om.

Het is de dodelijkste aanslag in de geschiedenis van Somalië. Zelfs wereldwijd is er in de moderne geschiedenis slechts een handvol terroristische aanslagen die meer slachtoffers eisten, waaronder de aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten.

Het land in de Hoorn van Afrika staat daarmee op de achtste plaats van landen waar de meeste terroristische aanslagen worden uitgevoerd – de ene nog bloediger dan de andere. Terrorisme is er de alledaagse praktijk voor veel mensen.

Wie kijkt naar de tendensen in het internationale jihadisme moet vrezen dat dit nog wel even zo zal blijven. Welke trends zijn dat? Vijf springen eruit.

1. TERREUR NEEMT WERELDWIJD FLINK AF

Al is het een schrale troost voor de door terrorisme gekwelde Somaliër, toch is de tendens van de afgelopen jaren duidelijk dat het aantal terroristische aanslagen wereldwijd afneemt. En flink ook.

Dat is voor een belangrijk deel te verklaren door de sterk afgenomen activiteiten van Islamitische Staat (IS). Die terreurgroep staat op het netvlies van velen gebrand sinds de zomer van 2014, toen IS (destijds nog onder een andere naam) razendsnel grote delen van Irak en Syrië wist te veroveren.

Die opmars ging gepaard met een wijdverbreide terreurcampagne, waardoor er wereldwijd alleen al in juni 2014 bijna 4000 doden vielen bij terroristische aanslagen. Het grootste deel daarvan kwam op het conto van IS.

Aan het einde van 2017 was het aantal doden per maand door terreuraanslagen gezakt naar ‘slechts’ duizend, zo blijkt uit het jaarlijkse antiterrorismerapport van de Amerikaanse overheid dat vorige week werd gepubliceerd.

Duizend is nog steeds een duizelingwekkend cijfer, maar tegelijk wel een afname van maar liefst 75 procent. We moeten terug naar 2012 om dergelijke lage aantallen tegen te komen. En het gaat snel, want zelfs vergeleken met een jaar eerder verminderde het aantal slachtoffers in 2017 al met een kwart. Dat is een hoopgevende ontwikkeling.

Bovendien vallen er per aanslag gemiddeld steeds minder slachtoffers. De extreem bloedige aanslag in Mogadishu in oktober 2017 is wat dat betreft de uitzondering die de regel bevestigt.

2. AL-QAIDA STAPT UIT DE SCHADUW VAN IS

Sinds Islamitische Staat zijn grondgebied –het kalifaat– grotendeels kwijt is, treedt er weer een oude bekende uit de coulissen naar voren. Zijn naam: al-Qaida – de Basis. Ooit opgericht door de Saudiër Osama bin Laden en tot bloei gebracht vanuit de bergen van Afghanistan, werd de beruchte terreurorganisatie de afgelopen jaren aan alle kanten overvleugeld door IS, het extreem gewelddadige kind dat uit al-Qaida voortkwam.

Maar waar IS qua grondgebied is verslagen, blijkt al-Qaida verre van dood te zijn. In stilte heeft het sinds de teloorgang van het kalifaat van IS gewerkt aan een herrijzenis. De afgelopen maanden laten een duidelijke toename zien van aanslagen die het werk zijn van al-Qaida.

Nog altijd werkt de organisatie vanuit Afghanistan, maar filialen zijn ook actief in Pakistan, in Syrië, op het Arabisch schiereiland (vooral in Jemen), in Mali en Libië (de islamitische Maghreb), in India en niet te vergeten in Somalië. Zo werd de grote aanslag in Mogadishu naar alle waarschijnlijkheid uitgevoerd door al-Shabaab, een club die trouw heeft gezworen aan de leider van al-Qaida.

Die leider is Ayman al-Zawahiri, een van de meest gezochte personen ter wereld. Waar het kopstuk van IS, Abu Bakr al-Baghdadi, nauwelijks van zich laat horen (en mogelijk niet meer leeft), roept Zawahiri met regelmaat op om aanslagen te plegen op onder meer westerse doelen.

Dat is de tactiek van al-Qaida: meer westerse doelen aanvallen en zo de weerstand van het Westen verzwakken. Uiteindelijk moet daardoor hetzelfde doel bereikt worden als het oogmerk dat IS overhaast wilde behalen: het vestigen van een kalifaat.

Maar het is vooralsnog de vraag of de tactiek van al-Qaida werkt. De praktijk is dat de terreurorganisatie vooral slachtoffers maakt onder medemoslims in islamitische landen, zoals bij de aanslag in Mogadishu.

In elk geval is de herrijzenis van al-Qaida een factor om rekening mee te houden. Het is te vergelijken met een geduldig roofdier dat het niet van zijn kracht, maar van zijn tactiek moet hebben.

De Amerikaanse antiterrorismecoördinator Nathan Sales zei vorige week dat al-Qaida een „vastberaden en geduldige” tegenstander is die het prima vond dat de wereld IS aanviel en zelf buiten schot bleef. Zo, vanuit de coulissen, probeert al-Qaida voetje voor voetje dichter bij zijn doel te komen.

3. IS OOK ZONDER KALIFAAT ZEER DODELIJK

Het feit dat Islamitische Staat bijna al zijn grondgebied is kwijtgeraakt in de afgelopen periode, betekent dat er de facto geen kalifaat meer bestaat. Dat is voor elke aanhanger van IS een gevoelige klap. Het kalifaat is immers het gedroomde rijk waar alle moslims in vrede samenleven. Bijna de hele islamitische geschiedenis door zijn er opeenvolgende kalifaten geweest – en soms zelfs verschillende tegelijk. Totdat Atatürk –de vader van het moderne Turkije– het concept in 1924 afschafte.

Met het definitieve einde van het Ottomaanse Rijk kwam zo tegelijk een einde aan de instelling van het kalifaat. Negentig jaar lang was de wereld kalifaatloos, tot 2014. Dat rijkje mocht dan uiterst gewelddadig zijn, het was geen grote toekomst beschoren. In Irak heeft IS vrijwel geen gebied meer in handen en hetzelfde geldt voor Syrië.

Echter, de grote fout die tegelijk met die constatering vaak gemaakt wordt, is dat de rol van IS op het gebied van terrorisme dus ook is uitgespeeld. Dat is zeer onjuist. Het einde van het kalifaat maakt dat IS-aanhangers juist meer dan ooit zijn aangewezen op andere vormen van geweld.

Terroristische aanslagen zijn daar in hun optiek een prima voorbeeld van. Bij dat soort aanslagen vielen vorig jaar door toedoen van IS meer dan 4300 doden. Dat is weliswaar nog niet de helft van de hoeveelheid mensen die IS een jaar eerder om het leven bracht, maar vandaag de dag is IS zonder twijfel nog altijd de dodelijkste terreurgroep op aarde.

Vooral de vele nabestaanden van slachtoffers van aanslagen door IS in Afghanistan, Pakistan, Egypte en het westen van Afrika weten daarover mee te praten. En ook in het Westen blijft de aanwezigheid van cellen die gelieerd zijn aan IS een buitengewoon riskante factor.

4. HOOFDKWARTIEREN MAKEN PLAATS VOOR LOKALE CELLEN

Met het ineenstorten van het kalifaat verloor IS zijn hoofdstad Raqqa in Syrië, inclusief alle bijbehorende infrastructuur. Maar meer en meer blijkt dat een fysiek hoofdkwartier helemaal niet nodig is. Niet voor IS, en ook niet voor andere terreurgroepen. In een tijd van digitale verbondenheid kan er prima op andere manieren effectief gewerkt worden.

De Amerikaanse overheid maakt zich over deze ontwikkeling grote zorgen. Terroristen zijn nu meer dan ooit „verspreid en verborgen”, stelt het vorige week verschenen rapport van de Amerikaanse overheid over deze problematiek.

Centrale commandostructuren hebben plaatsgemaakt voor een veel meer diffuus model. „Terroristen wenden zich tot internet om aanvallen door volgelingen op afstand te inspireren en als gevolg daarvan zijn ze minder vatbaar geworden voor conventionele militaire acties.”

Ook is er sprake van een „groeiend kader van ervaren, ontwikkelde en onderling verbonden terreurnetwerken”, waarschuwen de Amerikanen. Die zijn in staat om onafhankelijk van de locatie terroristische aanslagen te plannen en uit te (laten) voeren. Aanvallen met vrachtwagens op een nietsvermoedend publiek, zoals de achterliggende jaren geregeld gebeurde, zijn daar een voorbeeld van.

Daarmee is de wereldwijde jihad, kortom, een stuk complexer geworden dan tevoren.

5. CENTRAAL- EN OOST-AZIË ZIJN DE NIEUWE BRANDHAARDEN

Het lijdt geen twijfel: Irak blijft met stip het land waar de meeste aanslagen plaatshebben. Dat is al jaren zo. Maar de rest van de top vijf laat een opvallende ontwikkeling zien. Het betreft Afghanistan, India, Pakistan en de Filippijnen: allemaal landen die zich in Centraal- en Oost-Azië bevinden. Met andere woorden: de golf van aanslagen verplaatst zich oostwaarts op de wereldkaart.

Daarbij moet worden opgemerkt dat niet al die aanslagen islamitisch geïnspireerd zijn – iets wat soms te makkelijk wordt aangenomen. In India bijvoorbeeld is de maoïstische Partij van India zeer gewelddadig. Wel vallen bij de aanslagen van die groep veel minder slachtoffers.

Dat Azië steeds meer openligt voor terreur, heeft ermee te maken dat veel leiders in Centraal-Azië een erg seculier beleid voeren. Ze beperken de ruimte voor de islam (en voor andere godsdiensten) stelselmatig, waardoor velen zich gediscrimineerd voelen en juist daardoor gevoelig zijn voor de aantrekkingskracht van radicale vormen van de islam.

Ook weten radicale predikers de juiste toon te treffen. Ze adresseren problemen als werkloosheid en armoede en weten de indruk te wekken dat een islamitisch regime daarmee zal afrekenen. En zo komt het dat landen als Oezbekistan en Kazachstan steeds vaker opduiken in nieuws over terreuraanslagen – hetzij doordat die in het land zelf worden gepleegd, hetzij doordat de daders een Centraal-Aziatische nationaliteit hebben.

In de islamitische geschiedenis is er een zwaarbeladen naam voor dit gebied: Khorasan. Dat mythische begrip betekent letterlijk ”Land van de rijzende zon”. Zowel Islamitische Staat als al-Qaida gebruikt de naam voor zijn Centraal-Aziatische afdelingen, waarmee ze naadloos aansluiten bij een overlevering van Mohammed. Die zou gezegd hebben dat „zwarte vlaggen vanuit Khorasan zullen komen, en niets zal ze tegen kunnen houden totdat ze in Jeruzalem geplant worden.” En in een andere overlevering refereert Mohammed eraan dat deze mannen met zwarte vlaggen uit Azië uiterst gewelddadig zullen zijn.

De grote vraag is of de seculiere leiders in deze Aziatische landen hun machtspositie weten te behouden. Als dat niet zo is, zullen radicale groepen daar zonder enige twijfel gebruik van maken om hun invloed uit te breiden. Het volgende kalifaat zou dan weleens in Centraal- of Oost-Azië kunnen ontstaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer