Verdere uitbreiding van netwerken en samenwerkingsverbanden vormt een belangrijk strategisch speerpunt voor de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven, zegt de nieuwe rector, prof. dr. Andreas Beck.
De raad van bestuur van de ETF heeft decaan prof. dr. Andreas Beck aangesteld als rector vanaf 1 oktober. Hij zal deze functie bekleden tot de lopende vacature is ingevuld. Beck volgt aftredend rector prof. dr. Patrick Nullens op. In de overgangsperiode wordt het directieteam van prof. Beck en drs. Gerson Veldhuizen (administratief directeur) versterkt met twee vicedecanen, dr. Jelle Creemers en dr. Maria Verhoeff.
Prof. Beck is gewoon hoogleraar en vakgroepvoorzitter historische theologie, en directeur van het Institute of Post-Reformation Studies van de ETF. Hij is sinds 2000 voltijds verbonden aan de ETF, werd decaan in 2004 en maakt sinds 2003 deel uit van het directieteam.
„Prof. Nullens is op een gunstig moment gestopt”, zegt prof. Beck. „De ETF is de laatste tijd gestaag gegroeid. Zij is een stabiele organisatie geworden met een nog steeds uitbreidend aantal studenten. Van belang is dat we ons de komende tijd richten op het verder uitbouwen van onze netwerken en samenwerkingsverbanden, ook op het terrein van onderzoek.”
De nieuwe rector wijst op groeiende samenwerking met onder andere theologische universiteiten in Giessen (de Freie Theologische Hochschule) en Basel (de Staatsunabhängige Theologische Hochschule), de universiteit van Durham (Cranmer Hall) en de universiteiten in Pretoria en Potchefstroom. In België zijn er gesprekken met de Faculteit voor Protestantse Theologie in Brussel en de KU Leuven.
De lijn met Nederland blijft als vanouds sterk, aldus prof. Beck. Dr. Henk Jochemsen (Wageningen) is sinds 2017 vicevoorzitter van de raad van bestuur van de ETF. „De meeste bachelorstudenten van de ETF komen uit Nederland, de master- en doctoraatsstudenten zijn zeer internationaal. Er zijn partnerschappen gesloten met de Protestantse Theologische Universiteit, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Theologische Universiteit te Kampen en er lopen momenteel gesprekken met de Theologische Universiteit van Apeldoorn.”
Waar de ETF ook sterk mee bezig is, is de ETF Open University, een deeltijdopleiding voor studenten. Prof. Beck: „Deze studenten volgen via een flexibel leertraject dezelfde opleiding als de residentiële studenten. Momenteel denken wij ook na over de omvorming van onze lerarenopleiding naar een educatieve master. Verder wil de ETF zich meer richten op postdoctorale onderzoekers.”
Geen ivoren toren
De ETF kenmerkt zich door „een duidelijke evangelisch-protestantse identiteit in de brede zin van het woord”, zo omschrijft prof. Beck de formule. „Wij willen Bijbelgericht zijn op academische wijze en hechten sterk aan een christelijke spiritualiteit. Dat is ook een kenmerk van onze campus, waar studenten gehuisvest zijn en die de ETF uniek maakt.”
Die missie wil de ETF niet uitdragen vanuit een ivoren toren, zegt hij. „Zowel de interkerkelijkheid als de interculturele samenwerking is belangrijk voor onze instelling. De ETF kent nu 23 nationaliteiten onder de studenten en 7 onder de docenten en hoogleraren. De studenten komen uit allerlei confessionele stromingen: onder hen zijn anglicanen, gereformeerden, baptisten, leden van vrije gemeenten, lutheranen en oosters-orthodoxen.”
Prof. Beck moet vanwege het rectoraat een stapje terug doen op onderwijsgebied, maar niet op het terrein van het begeleiden van promovendi. Op zijn bureau ligt een indrukwekkende stapel met theologische dissertaties over onderwerpen en personen uit de klassieke gereformeerde theologie en patristiek die de laatste jaren aan de ETF zijn verdedigd. Iets wat in Nederland eerder doet denken aan een lang vervlogen verleden.
Prof. Beck: „In mijn vakgroep willen wij bewust verder werken op de onderzoekslijnen die ooit in Utrecht en later aan de ETF zijn uitgezet door wijlen prof. Willem van Asselt en door prof. Antoon Vos. Wij zien ook internationaal dat een herbronning van de klassieke gereformeerde theologie blijvend relevant is, juist ook in onze tijd.”