Kerk & religie

Kerk Malawi kan geen haast gebruiken

De kerk in Malawi groeit. Maar dat zegt volgens voorgangers in het land niet alles. Ze zien veel onwetendheid en een „slordige omgang met de Bijbel.”

Mark Wallet
17 September 2018 19:01Gewijzigd op 16 November 2020 14:08
De presbyteriaanse kerk van St. Michaels And All Angels in Blantyre is één van de oudste kerken van Malawi. beeld RD
De presbyteriaanse kerk van St. Michaels And All Angels in Blantyre is één van de oudste kerken van Malawi. beeld RD

Het is iets over halfzes in de ochtend als nachtwaker George bij het Kingsway International Christian Centre (KICC) in de hoofdstad Lilongwe van binnenuit de poort opent. De website van de charismatische gemeenschap belooft een dagelijks gebedsuur, tussen vijf en zes uur, maar het is verder stil op het terrein van de kerk. George haalt zijn schouders op: waarschijnlijk wilde de voorganger vandaag ook weleens uitslapen. Het is tenslotte een nationale vrije dag.

De dertiger wil echter wel iets vertellen over de kerk waartoe hij sinds een aantal jaren behoort. Hij zegt van huis uit moslim te zijn, maar hij werd geraakt door de „krachtige boodschap” in het KICC. „Toen ik hier voor het eerst kwam, had ik het idee dat de boodschap alleen voor mij was.” Waar het die zondag over ging, weet hij niet meer precies. „Over Jezus”, zegt hij simpelweg. George lacht en zegt dan: „Ik houd van God. O ja, ik houd van Jezus. Als je Hem iets vraagt, zal Hij het je geven. Hij is een Gever.” Hij knikt enthousiast.

Hij lijkt de centrale boodschap van de gemeente goed te hebben opgevangen. Op de website van de kerk staat dat de gemeenschap gelooft dat „iedere man en vrouw is geboren met de potentie om grote dingen te bereiken.” Daartoe belegt de kerk niet alleen zondagse kerkdiensten, maar ook „gebedsstormen” en „geloofsclinics.”

„Welkom in het huis van de kampioenen”, roept de hoofdpagina de bezoekers toe. „Kom en doe met ons mee.” Het valt George echter nog niet mee om zijn islamitische moeder zover te krijgen, erkent hij. „Als ik haar zeg dat ze zich moet bekeren omdat Jezus bijna terugkomt, knikt ze maar een beetje: ja, ja…”

Ongeletterdheid

Het is dit soort kerken die in Malawi steeds meer voet aan de grond krijgen. Ze dragen sprankelende namen als Winners Chapel en Fountain of Victory Church. Sommige voorgangers claimen de meest spectaculaire wonderen te kunnen verrichten, tot de opwekking van doden aan toe.

Larry Brown, een Amerikaanse zendeling die sinds bijna dertig jaar in Malawi woont, kijkt met sterk gemengde gevoelens naar dit soort gemeenschappen. Hij springt op vanachter zijn bureau op het African Bible College in Lilongwe en steekt zijn armen in de lucht: „Hallalujah”, roept hij. „Get away devil! In the míghty name of Jesus.” Hij zijgt weer neer in zijn stoel: „Zo gaat het er een beetje aan toe, en dan urenlang.”

De grijze docent –T-shirt, korte broek– snapt het succes van de kerken wel. „Ze kennen meer openheid tegenover het bovennatuurlijke dan de traditionele kerken en sluiten daardoor beter aan bij het traditionele wereldbeeld hier.” Malawiërs leven in wat hij noemt een „open universum”, waarbij deze wereld en de spirituele wereld op natuurlijke wijze in elkaar vervloeien. Brown ziet dat niet zozeer als een probleem, maar wel de „Bijbelse ongeletterdheid.”

„De preken worden vaak gehouden door voorgangers met een minimale theologische bagage”, verzucht hij. „Aan de ene kant snappen de mensen hier de Bijbel veel beter dan wij in het Westen. Al die beelden uit de Bijbel –over boeren, zaad, oogst– hebben hier geen vertaalslag nodig.” Maar aan de andere kant ziet hij allerlei praktijken de kerken binnendringen die volgens hem soms niets anders zijn dan „zwarte magie” met een christelijke saus.

Lekenvoorgangers

Gebrek aan kennis beperkt zich overigens niet tot de nieuwe charismatische kerken. Brown signaleert die ook in zijn eigen presbyteriaanse kerk (Church of Central Africa Presbyterian, CCAP). Hij schetst het grote predikantentekort, waardoor elke voorganger al snel tien tot twaalf gemeentes onder zijn hoede heeft. Dat heeft tot gevolg dat de predikant in de meeste gemeenten maar af en toe preekt en dat de meeste diensten worden geleid door lekenvoorgangers met soms weinig bagage.

Het gebrek aan kennis merkt Brown vooral op als hij het land in trekt om Bijbellessen te geven aan ouderlingen en lekenvoorgangers. „Ik nodig hen uit om vragen te stellen en krijg dan vaak vragen over de meest basale dingen.” Daarbij komt de invloed van zendelingen van bewegingen als de Jehova’s Getuigen, die in Malawi flink aan de weg timmeren. Brown krijgt daardoor bijvoorbeeld geregeld de vraag of het klopt dat er maar 144.000 mensen naar de hemel gaan. „De lekenpastors hebben er geen antwoord op.”

Hij signaleert bovendien dat het christendom de moraal en ethiek maar mondjesmaat bepaalt. „Ik heb een tijd in Japan gewoond, waar nauwelijks een christen te vinden is. Als ik daar mijn portemonnee verloor, was de kans echter groot dat ik hem terugkreeg. Hier gebeurt dat vrijwel niet, terwijl een groot deel van de bevolking christen is. Hoe kan dat?”

Geschakeerd

Dat verschil tussen leer en leven is de voorganger van de monumentale kerk van St. Michaels And All Angels in de zuidelijke stad Blantyre ook niet ontgaan. In zijn gebed op een zonnige zondagmorgen noemt hij het hoge percentage christenen in het land, keurig uitgesplitst naar denominatie. „En toch zijn er zo veel problemen, zoals grote armoede en corruptie”, stelt hij daartegenover. Het sluit aan op zijn verkondiging over de wijnstok en de ranken.

Zijn preek is doorwrocht, de liturgie sober, de liederen traditioneel. Het publiek is middenklasse: heren in pak, vrouwen meest in kleurige jurken. De geschiedenis van deze presbyteriaanse kerk uit 1888 gaat terug tot de tijd van de eerste Schotse zendelingen, die in het kielzog van de beroemde ontdekkingsreiziger David Livingstone in Malawi het Evangelie brachten. Op een vrijstaande toren naast het gebouw staan de namen van Schotse zendelingen die hier tussen 1890 en 1919 zijn gestorven. „Hij die zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden”, staat eronder.

De presbyteriaanse kerk van Malawi is de grootste protestantse denominatie in het land en komt voort uit een fusie van drie gereformeerde kerken die in de 19e eeuw zijn ontstaan vanuit Schots en Zuid-Afrikaans zendingswerk. Daarnaast waren in Malawi al vroeg de anglicaanse en de rooms-katholieke zending actief, nog weer later dienden de baptisten en zevendedagsadventisten zich aan. De pinkstergroepen kwamen vooral in de periode na de Tweede Wereldoorlog.

De huidige kerkelijke kaart van Malawi is bijzonder geschakeerd: vrijwel iedere christelijke denominatie wereldwijd heeft er zijn vlaggetje geplant, waaronder verbanden als de mormonen en de Jehova’s Getuigen. „De kerken groeien allemaal”, zegt de Amerikaanse zendeling Brown. „Gezinnen van zes, zeven kinderen zijn hier eerder regel dan uitzondering.” Evangelisatie speelt in de groei volgens hem geen primaire rol. „In de relatie met bijvoorbeeld moslims is de houding er vooral een van leven en laten leven.”

De CCAP-kerk zelf is ook behoorlijk divers. Er zijn gemeentes die charismatische elementen hebben opgenomen in de eredienst, andere zitten meer op de traditionele lijn of bieden verschillende type diensten aan. De liturgie staat over het algemeen open tegenover de Afrikaanse cultuur: dans en uitbundige lofprijzing hebben in veel gemeenten een plek gekregen.

Eer van God

Volgens ds. Nelson Banda, predikant binnen de relatief kleine Reformed Presbyterian Church, zijn de Malawische kerken na de onafhankelijkheid van het land in 1960 feitelijk te snel op eigen benen komen te staan. „Er was nog te weinig basis. De gereformeerde theologie was nog niet geworteld”, zegt hij op het theologisch seminarie van zijn kerk in de stad Zomba.

De „storm van de pinksterbeweging” die in jaren 70 en 80 van de vorige eeuw opstak, heeft het geestelijk leven volgens hem diepgaand beïnvloed. In de kerk waar hij opgroeide, de CCAP, kreeg die naar het oordeel van de predikant te veel ruimte. Sommige verontruste leden vonden een nieuw kerkelijk thuis in de Reformed Presbyterian Church of Malawi, die in de jaren tachtig ontstond vanuit zendingswerk van de Schotse Free Presbyterian Church.

Het is een verband dat wars is van dans en muziek in de kerk; in de diensten worden uitsluitend psalmen gezongen, naar Schots gebruik zonder begeleiding. Vanuit Nederland onderhoudt de Hersteld Hervormde Kerk banden met deze kerk.

Het grote pijnpunt voor ds. Banda is dat veel pinksterkerken preken dat de mens bij God iets kan bewerkstelligen en dat ze Gods zegen in het alledaagse leven centraal stellen. Banda: „In de Bijbel staat: „Zoek eerst het Koninkrijk van God”, daarna komt al het andere. Maar dat wordt hier massaal omgedraaid. Gereformeerd denken stelt echter altijd de eer van God centraal. Dat is het uitgangspunt, niet onze behoefte.”

Van allerlei populair spektakel, zoals duiveluitdrijvingen en genezingen, houdt de predikant zich verre. „Als iemand ziek is, bid ik uiteraard met hem. Maar de zegen op het gebed komt van God, niet van mij. Hij kan daarvoor bijvoorbeeld ook artsen gebruiken. Het anders voorstellen is oneerlijk.”

Ook als mensen reppen van boze geesten of hekserij, volgt Banda een uiterst nuchtere lijn. „Mijn uitgangspunt is dat mensen niet kunnen vliegen zonder vliegtuig. Mensen houden er echter van om bedrogen te worden met allerlei onzin. Soms is er wel iets aan de hand, maar gaat het om een ziekte. Nou, daar zijn ziekenhuizen voor.”

Geen haast

Dat de kerk in Malawi groeit, zegt ds. Banda niet alles. „Zonde wordt in Malawi breed getolereerd. Er is veel immoraliteit.” Hij ziet daarin een verband met een slordige omgang met de Bijbel. „Als ik niet eerlijk ben in de omgang met Gods Woord, dan ben ik dat ook niet in de omgang met mijn vrouw of anderen. Hoe komt het dat de corruptie hier almaar erger wordt? Dat heeft een oorzaak.”

Voor de gereformeerde predikant is de remedie onder meer een praktische prediking en een letterlijk voorbeeldig leven van onder anderen predikanten. „We hebben daarom ook niet zo veel aan zendelingen die hier komen en na een aantal jaren kunnen zeggen dat ze in zestig gemeentes of zo hebben gepreekt. Dat heeft geen impact op de lange termijn. We hebben behoefte aan waarachtige christenen die ergens langdurig wortelen, zodat mensen aan de levensstijl kunnen aflezen wat christelijk leven inhoudt. Het gaat niet alleen om woorden. Als een zendeling haast heeft, kan hij beter thuisblijven.”

In een ”Afrikaans christendom” gelooft ds. Banda niet zozeer. „Niet wat de boodschap betreft althans, die komt niet vanuit Europa of vanuit Afrika, maar van God. Natuurlijk kan het dienblad waarop je die boodschap presenteert anders zijn. Maar het voedsel is overal hetzelfde. Voor zendelingen geldt dan ook: breng ons niet je cultuur, maar enkel het Evangelie.”

Christendom in Malawi

In Malawi rekent zo’n 80 procent van de bevolking zich tot het christendom, ofwel een kleine 14 miljoen mensen. Van hen is ruwweg een derde rooms-katholiek en twee derde protestants. De presbyteriaanse kerk (CCAP) is een van de grootste protestantse kerken in het land, maar er zijn ook veel pinkster-, evangelische en onafhankelijke kerkgemeenschappen. Het aantal mensen dat zich verwant weet met de pinksterbeweging neemt al jaren sterk toe, met een gemiddelde van 8,3 procent tussen 1970 en 2015.

Malawi kent een substantiële moslimminderheid. De islam heeft vooral wortel geschoten onder de bevolkingsgroep van de Yao, rond het Lake Malawi. De Yao gaven de voorkeur aan de islam boven het christendom, onder meer omdat die eerste meer ruimte biedt voor traditioneel-Afrikaanse praktijken als polygamie.

serie Kerk in Afrika

Dit is het derde deel van een zesdelige serie over christendom in Afrika ten zuiden van de Sahara. Op 13 oktober deel 4: Benin.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer