Handelsoorlog levert alleen verliezers op
Een handelsoorlog zal funest uitpakken voor de wereldeconomie. Die waarschuwing valt de laatste tijd veelvuldig te beluisteren, nu de Verenigde Staten op ramkoers liggen met Europa en China.
Misschien is het te vroeg om te spreken van een heuse oorlog, maar het conflict begint wel ernstige vormen aan te nemen. Op 1 juni voerde president Donald Trump een belasting van 25 procent in op staal vanuit de EU en van 10 procent op aluminium uit die regio. Vanaf 22 juni zijn tegenmaatregelen van kracht. De Europese Commissie –de lidstaten hebben op dit terrein hun nationale bevoegdheden overgedragen– kondigde heffingen af op onder andere spijkerbroeken van Levi’s en motoren van Harley-Davidson. Oog om oog, tand om tand.
Verdere escalatie dreigt. Trump wil naar eigen zeggen geen enkele Mercedes meer zien rijden in New York. Hij overweegt een forse verhoging van de invoerrechten op buitenlandse auto’s. Brussel liet deze week weten dat in dat geval omgekeerd tal van Amerikaanse goederen getroffen zullen worden door extra tarieven. Volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) mag een land of een blok van landen terugslaan, mits die aanpak een waarde vertegenwoordigt die niet uitgaat boven die van het pakket van de regering die het offensief startte.
Job Swank, directielid van De Nederlandsche Bank (DNB), sprak onlangs in dit verband van een groot dilemma. „Als je reageert kun je nog meer heffingen van de kant van de Trump uitlokken. Maar reageer je niet, dan zijn de VS spekkoper.”
De verhoudingen tussen de VS en China staan eveneens op scherp. Vrijdag stelde de Amerikaanse overheid financiële importbepalingen in werking voor Chinese koopwaar, van halfgeleiders tot ploegmachines. China maakte vervolgens de invoer van honderden producten, waaronder vlees, sojabonen, mais en auto’s, duurder. Ook tussen deze grootmachten tekent zich een gevaarlijke spiraalbeweging van acties en reacties af.
Jaren dertig
Bescherming tegen concurrenten van elders kent uiteindelijk alleen maar verliezers en geen winnaars. „Economen verschillen vaak van mening, maar over dit punt zijn ze het wel eens”, constateerde prof. Steven Brakman, hoogleraar in Groningen, eerder dit jaar in deze krant. Geen enkele deskundige of gezaghebbende instelling zul je horen beweren dat Trump met het bemoeilijken van de markttoegang vanuit economisch perspectief een verstandig beleid voert, ook niet voor de VS zelf. Vrijhandel en open grenzen, daar vaart iedereen wel bij, leren theorie en praktijk.
Vooral de jaren dertig van de vorige eeuw hebben laten zien dat protectionisme desastreus uitpakt. Rond 1930, na het uitbreken van de crisis, besloten veel landen importtarieven te gaan opleggen, met de bedoeling het eigen bedrijfsleven te helpen en werkgelegenheid te behouden. Als gevolg van deze politiek zakte de wereldhandel dramatisch in. Het loste het probleem van de overproductie niet op, maar versterkte juist de Grote Depressie.
Die traumatische ervaring leidde ertoe dat na de Tweede Wereldoorlog de GATT werd opgericht, de organisatie waarbinnen onderhandelingen plaatsvonden over het verwijderen van belemmeringen. Die resulteerden in een reeks van multilaterale akkoorden. Later, in 1995, kwam er een nieuwe instelling, de WTO, die toeziet op naleving van afspraken en geschillen beslecht.
Schade
De huidige strijd ontbrandt op een moment dat de wereldhandel toch al haperingen vertoont. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) nam in de periode februari tot en met april de im- en exportstroom met 0,6 procent af ten opzichte van de drie maanden ervoor. Dat was de eerste daling in bijna twee jaar.
In hoeverre de mondiale economie precies schade zal oplopen, valt moeilijk te zeggen. Alles hangt af van de verdere ontwikkelingen. Maar alom heerst er zorg. De handelsruzie zet het vertrouwen van ondernemers onder druk en dat heeft vooral een negatieve uitwerking op de investeringen. DNB refereerde aan een berekening –overigens een wel erg somber scenario– waarbij de VS alle invoer met gemiddeld 10 procent belasten en daarna tegenmaatregelen volgen. Het zou voor Nederland de groei tot 2020 met jaarlijks 0,5 procent temperen.
Ook de VS zelf blijven niet buiten schot. Consumenten daar zijn door de hogere prijs voor geïmporteerde goederen duurder uit en het risico van een afkoeling van de economie ligt op de loer. In die zin schiet Trump in eigen voet.
In april haalde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) al ongekend hard uit naar diens optreden. Deze instelling benadrukte dat een protectionistische politiek een groot gevaar vormt voor de huidige mondiale economische expansie.
Premier Rutte mocht begin deze week in Washington Trump nog eens voorhouden dat hij op het verkeerde spoor zit. Vanuit Europa deden Macron en Merkel eerder al hetzelfde toen zij in de voorbije weken eveneens op bezoek waren in het Witte Huis. De Amerikaanse president lijkt vooralsnog echter niet van plan van koers te wijzigen.