Nog een paar dagen in de grot. Of drie maanden
Twaalf jongens en een volwassen man moeten zonder duikervaring onder water. Anders zitten ze nog drie maanden vast in een Thaise grot. De spanning waarmee wereldwijd wordt meegeleefd met de operatie doet denken aan de redding van 33 Chileense mijnwerkers in oktober 2010.
De voetballertjes –11 tot 16 jaar oud– en hun 25-jarige trainer die al elf dagen in een ondergronds grottenstelsel gevangen zitten, kúnnen uit hun benarde situatie worden gered. Maar dan moeten ze leren duiken, want gedeelten van de grot staan vol water. En het moet snel ook, want er wordt veel regen verwacht. Zoveel dat de volgende kans misschien pas over drie maanden komt.
„In theorie zou het moeten kunnen”, zegt duikinstructeur Bert Groenewoud. „Het hangt er wel vanaf hoe stressbestendig de jongens zijn. Onder water zie je niets, zeker niet als er door de bewegingen sedimenten loskomen. Als een kind onder water in paniek raakt, weet je niet wat er gebeurt. Een ander kan hem proberen mee te slepen, maar je moet wel zien te voorkomen dat er twee in de problemen raken.”
Een grot kan heel snel vollopen, weet Groenewoud, die bijna 25 jaar duikervaring heeft. „Het verbaast mij dat deze jongens zonder een gids naar binnen gegaan waren.”
Grotduikers ontdekken veel natuurschoon. Het water in grotten is vaak helder, de rotsformaties indrukwekkend, de onderwaterflora en -fauna boeiend. Een hobby voor beginnelingen is het niet: er is weinig licht, vaak weinig zicht en het vereist ervaring en voorbereiding om door de complexe gangenstelsels te navigeren.
Het duiken gebeurt veel in Frankrijk: in de Dordogne en de Jura. Ook in Polen en Spanje en op Malta zijn er grotten. „In België duiken we in ondergelopen mijnen, maar die zijn wat minder toegankelijk doordat ze op privéterrein liggen en de eigenaar aansprakelijk is.”
Speleologie, wordt de ontdekking van de mysterieuze grottenwereld genoemd, vol ondergrondse zalen, gangen, kleine openingen, meren en watervallen. Maar speleologie is geen spelletje; het verkennen van en duiken in grotten is aan strenge regels gebonden. „We gebruiken een derde van onze perslucht, daarna gaan we terug, zodat we voldoende overhebben voor onverwachte gebeurtenissen. Onderweg moeten we elkaar ook steeds vragen: Hoeveel lucht heb jij nog? Zelf werk ik ook met recirculatie van lucht. Daardoor kan ik zes uur onder water blijven in plaats van de gebruikelijke één à twee uur.”
Bij regen loopt een grot soms vol. „Als het hard regent, spuit het water de grot uit. Dan kom je er niet eens in; het water werpt je terug. Meestal staat er een lichte stroming. En in de zomer staat het water stil.”
Onverwachte gebeurtenissen zijn niet uit te sluiten, zegt de instructeur uit Voorschoten. In mei kwamen twee ervaren duikers om toen ze bij Scharendijke naar een wrak in het Grevelingenmeer doken.
Grotduikers staan in Thailand nu voor de klus om dertien mensen zonder duikervaring binnen een paar dagen uit hun ‘gevangenis’ te krijgen. Anders zitten ze er nog maanden vast.
Eten en drinken kunnen worden gebracht. Zuurstof is volgens Groenewoud meestal het probleem niet; veel steen is poreus. Er hebben zich al twee artsen gemeld die bij de jongens willen blijven. Allemaal mooi. Maar ze kunnen de grot niet uit.