Politiek

Dividendbelasting: etterende wond van Rutte III ligt wéér open

Steeds sterker werd het afschaffen van de dividendbelasting voor het kabinet een prestigezaak. In het debat van dinsdagavond kan Rutte niet capituleren, wel nieuwe butsen oplopen.

26 June 2018 12:05Gewijzigd op 16 November 2020 13:37
Premier Rutte. beeld ANP
Premier Rutte. beeld ANP

Wéér rukt de Tweede Kamer het slordig aangebrachte verband van de etterende wond van Rutte III, als zij dinsdagavond voor de derde keer debatteert over het kwetsbaarste dossier van dit kabinet: de dividendbelasting.

Zeker, de premier wist dat dit ging komen. De in het regeerakkoord afgesproken afschaffing van de dividendbelasting, die de schatkist 1,4 miljard kost, moet immers nog in concrete wetgeving worden gegoten. Maar dat dit hoofdpijndossier al zo snel weer aan snee zou komen, is voor Rutte een tegenvaller.

Een publicatie in Trouw vorige week rakelde de kwestie op. Multinational Shell profiteert, via een deal met de overheid, al sinds 2004 van vrijstelling van de dividendbelasting, meldde het dagblad op basis van onderzoek door de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). Die regeling zou de schatkist al 7 miljard hebben gekost.

Koren op de molen van de oppositie, die in deze zaak de beeldvorming toch al mee heeft. Ga maar na. Natuurlijk kún je betogen dat 1,4 miljard, bezien op de totale belastingopbrengsten van het Rijk, te weten 285 miljard per jaar, een peanut is. Maar wat bekt lekkerder dan Rutte te typeren als „loopjongen van het grootkapitaal” (SP-leider Marijnissen) of de afspraken in het regeerakkoord –die alleen Shell en Unilever ten goede komen–, alsmede de deal uit te 2004 framen als „vriendjespolitiek van de allerergste soort” (GL-voorman Klaver)?

En laten we wel wezen, klein ís in dit geval ook best groot. Want hoeveel moois zou Nederland met die 1,4 miljard, die we nu jaarlijks cadeau doen aan Amerikaanse beleggers, wel niet kunnen doen? En hoe hard is de boodschap wel niet aan leerkrachten en zorgenden dat er voor hun sectoren amper geld beschikbaar is?

Zo groeit dé politieke splijtzwam van 2018 steeds meer uit tot een goudmijntje voor de oppositie, die haar argumenten voor het oprapen heeft. Want blijft het niet vreemd dat afschaffing van de dividendbelasting –die we in 2007 al verlaagden van 25 naar 15 procent– in geen enkel verkiezingsprogramma voorkwam en ook niet werd aanbevolen door enige ambtelijke adviescommissie? En blijft het niet merkwaardig dat landen zoals Duitsland (dividendbelasting 25 procent) en Frankijk (dividendbelasting 30 procent) niet lijken te talen naar afschaffing ervan?

Rutte op zijn beurt heeft wel argumenten (goed voor het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid), maar kan zijn bewering maar moeilijk met bewijzen staven. Sterker nog, volgens het Centraal Planbureau (CPB) is er „geen empirisch bewijs” voor positieve economische effecten.

Jawel, Ruttes veronderstelling dat multinationals die met het oog op de brexit overwegen Londen te verlaten, vast allereerst hun oog zullen laten vallen op een land dat, net als het Verenigd Koninkrijk, in het geheel geen dividendbelasting kent, klinkt plausibel. Maar meer dan een vermoeden is het niet.

Daarom zal de minister-president dinsdagavond inhoudelijk en verbaal weer alles uit de kast moeten trekken. Toegegeven, bij het toelichten van de deal uit 2004 heeft hij tenminste nog dit wapen in handen dat hij de Kamer voor de voeten kan werpen dat zíj –ook het linkerdeel ervan– op deze beleidswijziging destijds in het geheel niet is aangeslagen.

Maar voor wat het totaalplaatje betreft –dit is een cadeautje voor buitenlandse beleggers, ten nadele van onze kiezers, en met onzekere effecten– staat de premier zwaar op achterstand. Dat gat kan hij niet meer inlopen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer