Mensen die oververmoeid zijn of worstelen met levensvragen. In Pastoraal Diaconaal Centrum de Herberg in het Gelderse Oosterbeek komen ze op adem, al 25 jaar.
De zon schijnt uitbundig boven het historische pand van de Herberg. Zang van vogels dringt via een open venster door in de kamer van directeur Henk Meuleman (59). Samen met gastenbegeleider en pastoraal werker Alide Snitselaar (58) vertelt hij over het werk van de Herberg. Deze belegde zaterdag een dankdienst vanwege haar 25-jarig bestaan, gevolgd door een programma met workshops.
De Herberg ontstond in 1993 op initiatief van de IZB, organisatie voor zending in Nederland. Vanaf het begin waren hervormde diaconieën er nauw bij betrokken. Snitselaar, voormalig docent godsdienst, werkt sinds 2002 in het pastoraal diaconaal centrum (pdc). Voor die tijd deed ze er al vrijwilligerswerk als stafvervanger en pastoraal begeleider in de zomervakantie.
De Herberg telt negentien gastenkamers. Elk gast krijgt een pastoraal begeleider. „Deze inventariseert met hem of haar de persoonlijke doelen, bijvoorbeeld tot rust komen, over de toekomst nadenken, dichter bij God willen komen. Ik spreek de gast elke week over wat hem bezighoudt en hoe zich dat verhoudt tot het geloof in de Heere God”, zegt Snitselaar.
Meer mannen
De samenstelling van de groep gasten veranderde in de loop der jaren. „In het begin kwamen er veel 70-plussers. Tegenwoordig zien we ook veel jongvolwassenen, vaak met vragen over hun identiteit of met burn-outklachten.”
Meer dan eens hebben gasten te maken met overbelasting door een combinatie van gezin, baan en mantelzorg. Anderen ervaren spanningen in hun huwelijk, soms mede door persoonlijkheidsproblemen. Opvallend is dat de laatste twee jaar het aantal mannen stijgt. Vorig jaar betrof het een kwart van de circa 180 gasten. Onder hen zijn mannen die vanwege burn-out thuis kwamen te zitten, hun baan verloren of kampen met financiële problemen.
Directeur Meuleman werkte 32 jaar bij achtereenvolgens drie accountantsorganisaties. In 2016 stuitte hij tijdens een sabbatsjaar op de vacature van de Herberg. „Ik heb altijd het verlangen gehad iets in Gods Koninkrijk te doen”, zegt Meuleman, ouderling in de hervormde gemeente te Oene. „Dit is een prachtige plek. Als je hier binnenkomt, voel je de liefde en aandacht voor de gasten.”
Kapel
Begin vorig jaar trad Meuleman aan als directeur van de Herberg. Het pdc was hem niet onbekend. „Ik ken oprichter ds. G. de Fijter en hoorde van hem de verhalen van het eerste uur. Ook toen ik in het verleden diaken was, kwam ik met de Herberg in aanraking.”
Meuleman beschouwt zichzelf als netwerker. Hij richt zich vooral op fondsenwerving en het verstevigen van de band met de kerken. Tegelijk wil hij zichtbaar zijn voor gasten, medewerkers en vrijwilligers. „Elke ochtend ben ik bij de dagopening in de kapel. Ik vind het belangrijk om een moment te hebben om samen te zingen, in de Bijbel te lezen en dat in stilte te overdenken, en te bidden.” Ook schuift hij geregeld aan in de huiskamer om een praatje met gasten te maken.
Ruwweg de helft van de inkomsten van de Herberg komt van bijdragen van mensen die in de Herberg verblijven, of zorgverzekeraars. Voor het overige is het pdc afhankelijk van giften van met name kerken. Tegenwoordig steunen niet alleen gemeenten uit de Protestantse Kerk in Nederland, maar ook uit onder meer de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Hersteld Hervormde Kerk de Herberg.
Meer dan eens was het aan het eind van het jaar spannend of er genoeg giften binnen zouden komen. „Het is een wonder dat we elk jaar financieel rondkomen”, zegt Meuleman. Snitselaar: „Het is als een soort dagelijks manna. Er is iedere keer net genoeg.”
Meuleman wijst ook op het belang van de zo’n 200 vrijwilligers, afkomstig uit kerken in het hele land. Onder hen zijn mensen die koken of de tuin onderhouden, maar ook stafvervangers en jongeren die een diaconaal jaar doen.
Bijbeltekst
Evenals 25 jaar geleden wil de Herberg nu een verlengstuk van de plaatselijke gemeente zijn, benadrukt Meuleman. „Wij nemen de pastorale zorg van de gemeente tijdelijk over voor gemeenteleden die meer moeten dragen dan ze kunnen dragen. We bieden hun een veilige haven in de storm van het leven.”
Als pastoraal begeleider komt Alide Snitselaar veel nood tegen. „Af en toe springen de tranen me in de ogen, vooral als mensen met een reeks ingrijpende situaties te maken hebben gehad: man verloren, kind verloren, zelf ziek geworden. Dan denk je: Is het nu nog niet genoeg? Het zijn allemaal zaken waar je geen regie over hebt.”
Wat kan Snitselaar voor de gasten betekenen? „In het begin lang luisteren, dat heb ik steeds meer geleerd. De nood benoemen, zaken niet bagatelliseren, geen oplossingen aandragen. Op dat laatste zitten mensen vaak niet te wachten.”
Ze is terughoudend met het aanreiken van Bijbelteksten. „Ik vraag liever aan de ander of er een tekst is die veel voor hem of haar betekent. Zo proberen we samen te ontdekken hoe de Heere werkt en gewerkt heeft.”
Nieuwe inzichten
Drie keer per week nemen gasten deel aan een Bijbelkring. De deelnemers komen uit de breedte van kerkelijk Nederland, maar dat leidt niet tot dogmatische discussies. „Verschillen vallen weg. Iedereen komt hier met zijn eigen kwetsbaarheid. Dat verbindt. Samen luisteren we naar het Woord.”
De één verlaat de Herberg na twee weken, een ander na zes weken. „Gasten gaan altijd anders weg dan ze binnenkwamen, bijvoorbeeld minder moe of depressief. Al hadden ze soms gehoopt dat het verschil nog groter zou zijn. Het leven is een woestijnreis. Hier hebben ze een oase gehad: rust, lekker eten, aandacht, frisse lucht, nieuwe inzichten, bemoediging vanuit het Woord. Dat helpt om de weg te kunnen vervolgen.”