Vanuit haar positie als regeringspartij kan en wil de ChristenUnie voortdurend druk uitoefenen voor een positief Israëlbeleid, reageert Joël Voordewind.
Er is genoeg reden tot bezorgdheid over de wankele internationale steun aan Israël, het Palestijnse terrorisme, het oplaaiende antisemitisme overal ter wereld en daarmee de vrijheid en veiligheid in Israël. De cri de coeur van voormalig PVV-Tweede Kamerlid Wim Kortenoeven (RD 24-5) is niet uit de lucht gegrepen.
Toch vloog Kortenoeven uiteindelijk helaas flink uit de bocht, toen hij zo’n beetje alle onrecht dat Israël wordt aangedaan projecteerde op de ChristenUnie. Zijn redenering –grofweg samen te vatten als: de ChristenUnie zit in het kabinet, het kabinet is de regering van Nederland en Nederland is onderdeel van de Verenigde Naties, dus alles wat Israël wordt aangedaan, is de ChristenUnie te verwijten– gaat niet op. Integendeel: de ChristenUnie kan en wil vanuit haar positie juist voortdurend druk uitoefenen voor een positief Israëlbeleid. Met slechts vijf zetels lukt het wellicht niet om het roer volledig om te gooien, maar er zijn af en toe tekenen van hoop.
Dat in een coalitie niet alles in één keer bereikt kan worden, moet Kortenoeven overigens bekend voorkomen. Zijn eigen partij keerde zich tijdens deelname aan het kabinet met VVD en CDA tegen mijn eigen wetsvoorstel om het ontkennen van de Holocaust strafbaar te stellen en stemde tegen het (Joods) ritueel slachten. Dat was niet eens het gevolg van een regeerakkoord, maar gewoon de vrije keuze van de PVV zelf!
Erkende grenzen
Terug naar de huidige kabinetsperiode. In de onderhandelingen met niet alleen VVD en CDA, maar ook D66 is hard gevochten om veiligheid en erkende grenzen voor Israël als uitgangspunt te formuleren. Dat ligt voor Kortenoeven en mij voor de hand, maar we moeten beseffen dat in Nederland bij velen de wens leeft om, net als een aanzienlijk aantal andere landen wil, de Palestijnse staat eenzijdig te erkennen, nog voordat er een vredesakkoord ligt.
In de onderhandelingen hebben we dat kunnen voorkomen. Daardoor zijn veiligheid en erkende grenzen voor Israël het uitgangspunt geworden. Deelname aan de Boycot, Desinvesteringen en Sancties (BDS) richting Israël wordt resoluut van de hand gewezen. Steun voor organisaties die de BDS steunen, trekt dit kabinet in. Het recht op zelfverdediging van Israël ten aanzien van de gewelddadige demonstraties en aanvallen op de grensovergang met Gaza wordt erkend. Dit kabinet heeft, aangemoedigd door de ChristenUnie, ervoor gezorgd dat de zogeheten ”getto-uitkering” voor Joodse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog vrijgesteld werd van belasting. Ook heeft het ervoor gezorgd dat er meer geld komt voor beveiliging van Joodse instellingen in Nederland.
Vrede van onderop
Op aandringen van de ChristenUnie vergaart Nederland Europese steun om Palestijnse bijdragen aan veroordeelde terroristen en geweldsverheerlijking te stoppen. Er komt de komende jaren 4 miljoen euro vrij voor verzoeningsprojecten met het oog op Arabieren en Israëliërs, de zogenaamde vrede-van-onderopprojecten.
Nederland leverde scanners om de veiligheid bij in- en uitvoer van goederen van Gaza te vergroten en te werken aan perspectief voor mensen die zich willen onttrekken aan de invloed van Hamas. Bij het bereiken van deze resultaten is standvastigheid van groot belang geweest. Diezelfde standvastigheid betrachten we bij ons aandringen om de Nederlandse ambassade te verhuizen van Tel Aviv naar (West-)Jeruzalem.
Ik schreef al eerder: dat neemt de zorgen niet weg. Kortenoevens bezorgdheid over Israël is mijn bezorgdheid. Het stemgedrag van Nederland in de Verenigde Naties is af en toe ronduit slecht. Hierover vindt echter geen overleg met de Tweede Kamer of met de commissie buitenlandse zaken plaats. De veroordeling door de Mensenrechtenraad van het Israëlische optreden nabij Gaza als „disproportioneel” en „onevenwichtig”, nog voordat een door deze raad gewenst VN-onderzoek van start gaat, is in één woord bizar.
Blijvende druk
In het ene voorbeeld (het Nederlandse stemgedrag) is blijvende druk vanuit de ChristenUnie nodig om daar verandering in te brengen. In het andere voorbeeld neemt Nederland gelukkig een duidelijker positie in: de minister van Buitenlandse Zaken heeft meteen in scherpe bewoordingen afstand genomen van de eenzijdige resolutie van de Mensenrechtenraad met betrekking tot Israël.
Het beleid van dit kabinet is erop gericht om de beide partijen weer om tafel te krijgen. Daarbij moet wat de ChristenUnie betreft Hamas eerst de wapens neerleggen, Israëls bestaansrecht erkennen en zich verzoenen met de Palestijnse Autoriteit. Dat kan niet anders: de veiligheid van Israël staat voor ons immers voorop.
Tegelijk heeft de ChristenUnie ook oog voor het lot van die Palestijnen voor wie, omdat ze worden gegijzeld door Hamas, ieder perspectief ontbreekt. Helaas geeft Kortenoeven er zelf geen blijk van dat hij zich het lot van de (christen-)Palestijnen aantrekt. Hij vergeet dat het gebrek aan perspectief voor hen de benzine is voor de motor met ontploffingsgevaar van Hamas.
Het ChristenUnievoorstel voor een corridor, die natuurlijk alleen te realiseren is als de veiligheid voor Israël gegarandeerd is, kan de greep van Hamas verzwakken. Dit doordat wordt ingezet op nieuw perspectief: de mogelijkheid om een familie- of ziekenhuisbezoek te brengen op de Westelijke Jordaanoever en meer kans op werk. Ook pleit de ChristenUnie ervoor tot verruiming van de toegang van Gaza tot Egypte te komen, ten behoeve van de Palestijnen. De verwijten vanwege de beperkte toegang tot Israël worden telkens gemaakt, maar bijna niemand verwijt Egypte dat het de grensovergang bewust gesloten houdt.
We mogen dit jaar de zeventigste verjaardag vieren van Israël, een Godswonder. Een thuis na eeuwen van vervolging en na de vreselijke Holocaust. Een thuis waarvan het bestaan nog altijd beschermd moet worden. Ik zal volgende week het land weer bezoeken, om het verjaardagsfeest mee te vieren, de Prayer Breakfast in Jeruzalem bij te wonen en verzoeningsprojecten te bezoeken. Zo doen we wat we kunnen, ook als dat niet alles is wat we zouden willen. Maar laten we niettemin alles wat in ons vermogen ligt blijven doen, terwijl we blijven bidden voor de vrede van Jeruzalem.
De auteur is Tweede Kamerlid namens de ChristenUnie.