Jaarvergadering Gereformeerde Bond: „Kerk verkeert in grote nood”
De kerk stond donderdag in Putten prominent op de agenda van de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). En dat is een veelzeggend teken, aldus algemeen secretaris drs. P. J. Vergunst. „We ervaren dat de kerk in zwaar weer is, in nood, in grote nood.”
Hij krijgt naar eigen zeggen weleens de opmerking dat „een zekere somberte” hem niet vreemd is. „Ik erken direct dat dit met de aard van mijn dagelijks werk te maken kan hebben. Maar tegelijk is waar dat cijfers niet liegen; cijfers over de ontkerkelijking, cijfers ook over het aantal losmakingen in de kerk, berichten van de visitatie over spanning in kerkenraden. Daarbij komen de ervaringen in mijn eigen netwerk. Als de kerk een bedrijf was, zou haar raad van commissarissen vaak alarm geslagen hebben. Ik weet, de kerk ís geen bedrijf…”
Vergunst signaleert vooral gelatenheid over de kerk. Die houding komt volgens hem niet voort onverschilligheid, maar uit een concentratie op de plaatselijke gemeente. Maar die gelatenheid heeft volgens hem ook te maken met moedeloosheid: „Wil de kerk wel zijn wat ze in haar grondslag uitspreekt te zijn, namelijk een kerk voor wie het Woord van God de enige bron is voor haar spreken en handelen?”
Hij verwees naar de vergadering van de generale synode van de Protestantse Kerk in november vorig jaar, toen gesproken werd over de gelijktrekking van het huwelijk en de zegening van een relatie van twee mensen van hetzelfde geslacht. Daarin „functioneerde het Woord niet”, aldus Vergunst, en „leek de beleving van mensen het einde van alle tegenspraak te zijn.”
Dat raakt ook het jaarthema van de Gereformeerde Bond: ”Heilig is de HEERE”. Vergunst wees op de hervormde kerkorde van 1951, die sprak over het huwelijk als heilige inzetting. „Op het grondvlak hebben de ambtsdragers geen vat meer op de kerk – en samen met een denken waarin de plaatselijke gemeente uitgangspunt geworden is, glijdt de kerk als geheel uit ons denken weg, ook uit onze verantwoordelijkheid, en mij valt vaak op: ook uit de gezamenlijke gebeden op de zondag.”
Vergunst hoorde onlangs in een preek de uitspraak: „Als we in geestelijk opzicht vermageren en tegelijk missionair willen zijn, zullen we spoedig de laatste adem uitblazen.”
De kerk gaat de GB aan het hart, aldus Vergunst. „Die hartstocht voor de kerk hebben we ook van Paulus, leren we ook uit de belijdenis van de Reformatie die we waar mogelijk voor het voetlicht brengen. Daarom roepen we haar en onszelf op getuige te blijven van de Waarheid, gestalte te zijn van de apostolische kerk van de eeuwen, die gebouwd is op het getuigenis van profeten en apostelen. In die tijd, van de apostelen, kende de kerk de bisschop, die de kerk diende te bewaren bij de waarheid van het Evangelie. Wat zijn we gezegend als na 1 september elf classispredikanten zo hun werk opvatten.”
Ook de voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. A. J. Mensink uit Elburg, benadrukte donderdag het belang van de kerk. Die moet volgens de predikant van de hervormde gemeente in Elburg „strijden” om het overgeleverde geloof te behouden.
„Het is iedere zondag weer indrukwekkend om de twaalf artikelen te belijden met de kerk van alle tijden en plaatsen”, zei ds. Mensink. „In dit geloof verenigt de Heilige Geest christenen door de eeuwen en door de wereld heen. Het is zo’n rijk geloof. Omdat we zo’n rijke God belijden.”
Volgens ds. Mensink staat deze katholiciteit echter onder druk. „Het toenemende congregationalisme in kerk en gemeenten bedreigt en verzwakt de katholiciteit van de kerk – ook in hervormd-gereformeerde gemeenten. Met congregationalisme bedoelen we dat iedere gemeente vrij zelfstandig invulling kan geven aan haar leven en werken, los van een landelijk verband. Waar we meer en meer zelfstandig bepalen wat we zeggen, doen en zingen, kunnen we ons stilletjes loszingen van het besef dat de gemeente verbonden is aan de kerk van alle tijden en plaatsen, en gébonden is aan het gelóóf van de kerk van alle tijden en plaatsen. Met als gevolg dat je in de ene gemeente een compleet ander geloof hoort verkondigen en bezingen dan in de andere.”
Ook inclusiviteit –de gedachte dat alle meningen in de kerk een plek mogen hebben– vormt volgens de GB-voorzitter een gevaar voor de katholiciteit van de kerk. „De kerk is daar waar het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd, verkondigd wordt. En waar dat geloof niet verkondigd wordt, daar is de kerk niet. Daar is de dwaling, de leugen. Katholiciteit gaat eerder een verbinding aan met exclusiviteit dan met inclusiviteit.”
De kerk is „buitengewoon verlegen” geraakt met een Bijbelse ethiek, aldus ds. Mensink. „Op dit moment breken we onze hoofden en harten, en misschien zelfs de kerk, over diep-existentiële vragen als huwelijk, relaties en seksualiteit. Hoe hebben we als christelijke kerk bijvoorbeeld te spreken in het gender-vraagstuk, de maatschappelijke ontwikkelingen rond het huwelijk en de wijzigende definitie daarvan?”
De generale synode van de Protestantse Kerk spreekt in november over ordinantie 5.3 en 5.4. Daarin gaat het onder meer over het inzegenen van een huwelijk en het zegenen van niet-huwelijkse relaties, zoals tussen twee personen van hetzelfde geslacht. De vraag is of dit onderscheid gehandhaafd moet blijven.
„Misschien komen we niet verder dan met wederzijdse pijn de conclusie trekken dat we het in de kerk op dit soort punten niet meer eens kunnen worden”, zei ds. Mensink. „Met pijn, zoals er wel meer thema’s zijn en komen zullen waarop de kerk in een patstelling verkeert. De vraag is: is dat erg? Heb je daarvoor de ruimte niet, als je het samen wél eens bent over het evangelie van Jezus Christus?”
Het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd, is volgens de GB-voorzitter ook een zaak van ethiek. „Ook de christelijke levenswandel hoort bij het eenmaal overgeleverde, katholieke geloof. Er is een oerbijbelse, oerkatholieke visie op huwelijk, gezin, seksualiteit, relaties.”
Ds. J. J. ten Brinke uit Stolwijk ging nader in op het jaarthema ”Heilig is de HEERE”. Spreken over God vraagt volgens hem om een houding van knielen en beamen. „En je gedaagd weten tegenover de Heilige Zelf. Daarom dient ons spreken over God niet alleen bescheiden, maar ook betrokken te zijn.”
Dat christenen over Gods spreken en preken, kan volgens de predikant alleen omdat de Hij Zichzelf openbaart. „Hij heeft het éérste en het láátste woord. Hij is de Eeuwige. En dat is bij uitstek wat Zijn heiligheid uitmaakt. Zijn totaal anders zijn. Hij is de volstrekt onvergelijkelijke.”
God openbaart Zich in de schepping en nog duidelijker en „volkomener” in de Schrift. „Ons spreken over Hem zal altijd moeten zijn in de vorm van de doxologie, de lofzegging: gelovig belijden en met diep ontzag nazeggen wat God van Zichzelf heeft geopenbaard.”
Dat God „heilig is in Zijn wezen”, betekent dat Hij Zich niet alleen heilig gedraagt, maar dat ook is. God is heilig in alles wat Hij is en wat Hij doet, benadrukte de predikant uit Stolwijk. „Waarmee tegelijk ook heel veel is gezegd over al die andere eigenschappen, of liever: volkomenheden van God. Gods liefde is heilige liefde. De toorn van God is heilige toorn.”
Een uitdrukking als „God is liefde, máár Hij is ook heilig” verraadt volgens hem een onjuist zicht op de heiligheid van God. „Gods heiligheid is niet een, maar dé eigenschap van God; het doortrekt alles. Denk aan het drievoudige „heilig, heilig, heilig” in het roepingsvisioen van Jesaja.”
Hij verwees naar Hosea 11:9: „Ik ben God en geen mens, de Heilige in uw midden.” „Je zou zeggen: dat kan nooit. Als God de Heilige is, dan betekent dat juist een oneindige afstand tussen God en mens. En dat is ook zo. Maar laat het Bijbelse getuigenis verkondigen dat deze onvergelijkelijke God de God is Die woont temidden van Zijn volk. Dat blijkt uit de offerdienst in de tabernakel en de tempel onder het oude verbond. Maar ook als de Zoon van God geopenbaard wordt in het menselijke vlees.”
Dat de Heilige Geest wil wonen in degenen die Christus hebben liefgekregen, laat volgens ds. Ten Brinke „het wonder van het samengaan van Gods verhevenheid en Zijn nabijheid” zien.
Het belijden van de heilige God in de Bijbel heeft onmiddellijk gevolgen voor de ethiek en de praktijk van het christelijke leven. Heiliging betekent altijd „scheiding” van wat profaan en niet van God is, zei ds. Ten Brinke.
De heilige God legt beslag op het leven van allen, die Hem toebehoren. „Hij maakt tot Zijn eigendom. Hij heiligt de Zijnen, dat wil zeggen: Hij voert hen terug naar hun eigenlijke bestemming: de toewijding aan God. Dat gaat door lijden heen. Dat betekent een leven als vreemdeling hier beneden. In de stille en zekere verwachting van Gods heilige toekomst.”
De secularisatie en individualisering in de samenleving heeft ingrijpende gevolgen voor de kerk, zei ds. S. van Meggelen, synodepreses van de Protestantse Kerk in Nederland. De zorgen die in de Gereformeerde Bond spelen, spelen volgens haar in heel de kerk: mensen zien zich steeds minder als een onderdeel van de gehele gemeenschap. „De verscheidenheid neemt toe. Je ziet dat ook in de kerken rechts van de Protestantse Kerk, al wordt daar niet zo over gesproken.”
Ze ziet de verscheidenheid echter niet alleen als een bedreiging, maar ook als een kans. „Een kans om samen te ontdekken wat de breedte, lengte, diepte en hoogte is van de liefde van Christus. Verscheidenheid is pas een bedreiging als we er stilzwijgend aan voorbij gaan. Dan lijken we tolerant, maar we zijn onverschillig. We lijken dan op een hotelkerk, met alleen maar ontmoetingen in de lounge.”
Gesprekken in de kerk blijven volgens ds. Van Meggelen vaak steken in het uitwisselen van standpunten. Het synodebestuur (moderamen) wil de komende tijd het geloofsgesprek stimuleren. „En dat zijn gesprekken zonder discussie. Geloofsgesprekken zijn nodig vanwege de heiliging van onze levens en het sterker worden van onze identiteit als protestanten in Nederland.”