Wees terughoudend met belastende medische behandelingen voor ouderen en geef bij hen zorg aan heel de mens, bepleiten Diederik van Dijk en Elise van Hoek-Burgerhart.
Moet een dementerende oudere nog opgenomen worden voor een ingreep in het ziekenhuis? En wie beslist dat? Corinne Ellemeet, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, presenteerde onlangs haar nota ”Lachend tachtig”. Zij pleit voor een betere aanpak van problemen waar ouderen tegenaan lopen. Volgens haar kan het vooraf doorspreken van de voors en tegens van ingrijpende behandelingen, zoals operaties of chemokuren, veel grondiger. Dit pleidooi om ‘overbehandelen’ te voorkomen, riep veel emoties op.
Afbreuk
Een op de drie ouderen gaat er door een ziekenhuisopname sterk op achteruit, blijkt uit onderzoek van artsenorganisatie KNMG. Een opname, narcose, pijn en soms veel medicijnen; dit alles vraagt veel van een patiënt. Behandelingen voegen niet altijd iets toe maar kunnen ook afbreuk doen aan iemands welbevinden.
De problemen rond overbehandelen zijn al eerder op de kaart gezet, bijvoorbeeld in ”Overbehandelen. Ethiek van de zorg voor kwetsbare ouderen” van Theo Boer c.s. (2013). Aan de hand van concrete casussen stellen zij belangrijke vragen: Is er sprake van een redelijke kans op effect? Zijn de bijwerkingen bekend en doen zij de patiënt niet te veel schade? Willen de patiënt en zijn familie, als zij daar rustig over kunnen nadenken, eigenlijk wel dat er behandeld wordt? Past een behandeling in wat mensen als een ‘natuurlijke’ levensverloop ervaren? Zetten bepaalde behandelingen de betaalbaarheid en de solidariteit van ons zorgstelsel niet te veel onder druk?
Zorgen
De beantwoording van deze vragen levert geen waterdichte oplossingen, maar wel duidelijke denkrichtingen. Een behandeling kan in de ene ziektefase te ver gaan, maar in een andere fase passend zijn. Een nieuwe heup kan voor een vitale persoon van 85 van grotere betekenis zijn voor zijn welzijn dan voor iemand van 78 met een heel kwetsbare gezondheid. Een heupoperatie brengt dan een groot risico met zich mee op nieuwe klachten zoals verwardheid, angst of moeite met eten en drinken.
Het plan van GroenLinks kreeg ook kritiek vanwege mogelijke onethische grondmotieven: „Ouderen zijn te duur, ze kosten de samenleving alleen maar geld”, „ziekenhuizen willen al die ouderen niet meer” of „is dit nu het volgende pleidooi voor een zelfgekozen dood?” Dit zijn uiterst begrijpelijke zorgen, juist nu er een klimaat ontstaat waarin de dood toenemend als oplossing wordt gezien. Denk aan de stijgende vraag naar euthanasie, een doodswens bij ”voltooid leven”.
Bij het voorkómen van overbehandelen gaat het niet om kosten besparen, al is dat soms het effect. Maar het mag nooit het hoofddoel zijn van een beslissing die een arts en patiënt samen nemen.
En een is niet behandelen hetzelfde als zelf het levenseinde kiezen of mensen aan hun lot overlaten? Nee, er is verschil tussen zorg en behandeling. Van zorg, aandacht en liefde kun je nooit te veel krijgen. Vrijwel iedereen is het erover eens dat kwetsbare ouderen en ernstig zieken goede zorg nodig hebben.
Terughoudend
Dat betekent dat specialisten in een ziekenhuis zich soms terughoudend moeten opstellen en andere zorgverleners, zoals de huisarts of wijkverpleegkundige, een grotere rol kunnen spelen. Wie uitbehandeld is, moet nog steeds goede zorg krijgen. Zo kan iemand op een rustige en waardige manier toeleven naar het einde en een natuurlijke dood sterven. Juist in die laatste fase van het leven is een patiënt erg geholpen met professionele, ook wel palliatieve, zorg.
Het zal in deze discussie dus eerst en vooral moeten gaan om de patiënt en zijn eigen gezondheidssituatie, en niet over leeftijd en kosten. Het terugdringen van overbehandelen begint in de spreekkamer. De rol van de patiënt is veranderd. Je hoeft niet meer alleen maar af te wachten wat de dokter beslist. Vragen stellen, de arts informeren over je hele situatie, en samen nadenken en beslissen over verschillende mogelijkheden en behandelingen.
Overgave
De neiging tot overbehandelen kan ook voortkomen uit het onvermogen om de dood onder ogen te zien. Mensen kunnen op geestelijk terrein niet klaar zijn. Hoewel in de christelijke traditie de dood als een vijand wordt gezien, kent het christendom tegelijk de traditie van het ”ars moriendi”, de kunst van het sterven. Jezelf klaarmaken om afscheid te nemen. Je fouten onder ogen zien; die van anderen vergeven. Overgave in de handen van God. Dat alles kan een stuk moeilijker worden wanneer iedereen in de ‘behandelstand’ staat en je door overbehandeling ook nog eens extra ziek bent.
Kortom: goede zorg bij het levenseinde dient leven én welzijn. Zorg voor de totale mens, levend in relaties: intermenselijk en met God. Terughoudendheid met belastende medische behandelingen kan ruimte scheppen voor die totale zorg.
De auteurs zijn respectievelijk directeur en manager beleidsbeïnvloeding van NPV|Zorg voor het leven.