Een symbool voor Nederland als waterland. Zo noemde minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat donderdag de Afsluitdijk. De minister opende bij Kornwerderzand het nieuwe Afsluitdijk Wadden Center.
Het nieuwe bezoekerscentrum, dat niet ver van het Kazemattenmuseum op 4 kilometer uit de Friese kust staat, ziet er opvallend uit. De hagelwitte buitenkant van het pand is opgebouwd uit allemaal zeshoeken. Het duidt op de basaltkeien die zijn gebruikt bij de aanleg van de Afsluitdijk.
Op de begane grond van het gebouw is een horecagelegenheid gevestigd die dagelijks open is. Op de eerste verdieping is er een tentoonstelling over de gevolgen van de Zuiderzeewet, die in maart 1918 door de Tweede Kamer werd aangenomen. Foto’s en filmbeelden vertellen het verhaal van het gevecht tegen het water, de bouw van de Afsluitdijk en een toekomst voor de dijk op het gebied van toerisme en natuur. Bovendien is er een nagemaakt bureau van Cornelis Lely, de bedenker van de Afsluitdijk, te zien. Iemand die Lely naspeelt, ijsbeert op een scherm achter het bureau al nadenkend heen en weer. Het echte bureau van Lely is overigens ook te zien (zie kader). Dat staat de komende twee maanden in het bezoekerscentrum. Opvallend is dat op de hele expositie vrijwel geen toelichtende bordjes zijn te vinden. Foto’s en filmbeelden vertellen het verhaal.
Ook het dak van het nieuwe gebouw is toegankelijk voor bezoekers. Vanaf het dak en vanuit het museum hebben bezoekers kilometers ver uitzicht over de Waddenzee en het IJsselmeer.
Voordelen
Minister Van Nieuwenhuizen somt tijdens de openingsbijeenkomst een aantal voordelen van de Afsluitdijk op. „Door de aanleg van de dijk is het IJsselmeer ontstaan. Een derde van de Nederlandse bevolking krijgt hier drinkwater uit. Er komen jaarlijks veel bezoekers uit het buitenland op de Afsluitdijk om te kijken naar onze waterwerken. Nederland is een gidsland op het gebied van kustverdediging.” Ze wijst op de Watersnood van 1953. Destijds braken geen dijken rond het IJsselmeer door, omdat ze beschermd lagen achter de Afsluitdijk. „Op 1 februari 1953 heeft de Afsluitdijk zichzelf terugverdiend. Zonder deze dijk en zonder de deltawerken zouden Zwolle en Breda kuststeden zijn.”
De minister geeft aan dat de dijk toe is aan vernieuwing. Ze wijst onder andere op nieuwe manieren van energieopwekking langs de dijk en op de komst van een vismigratierivier (zie kader).
Oprijlaan
Gedeputeerde Kielstra van de provincie Friesland zegt trots te zijn op de Afsluitdijk. „Hij wordt ook wel de mooiste oprijlaan van Europa genoemd.” Volgens hem is de dijk een teken van de Nederlandse kunde. „We staan wereldwijd bekend om onze waterveiligheid en waterbeheer.” Hij geeft aan dat Nederlanders zich dat weleens meer bewust mogen worden. „Wij vinden het heel gewoon dat we 5,5 meter onder NAP wonen. Maar in het buitenland vindt men dat heel bijzonder.”
Zijn Flevolandse ambtgenoot Rijsberman wijst op het nieuwe land dat dankzij de dijk op het water kon worden gewonnen. „Mede dankzij Flevoland is Nederland wereldwijd het tweede exportland op het gebied van land- en tuinbouwproducten.” Hij roemt de Zuiderzeewet, die werd aangenomen in een periode dat alle buurlanden in een hevige oorlog waren verwikkeld. „Wij hebben ons land niet uitgebreid met een oorlog, maar met het droogleggen van de zee.” Flevoland staat dit jaar op meerdere manieren stil bij de wet uit 1918. Zo wordt het jubileum in juni in Lelystad gevierd met een groots evenement.
Chinezen
Frits van Bruggen, hoofddirecteur van de ANWB, en Jos Vranken, directeur van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen, geven aan dat rond de dijk nog veel valt te verbeteren voor toeristen. Van Bruggen: „De dijk is nu nog te saai. Er moeten meer leuke dingen worden ondernomen voor toeristen.” Vranken: „Er komen veel Chinezen, Belgen en Duitsers naar Nederland. Vooral mensen die twee of meer keer komen, kunnen we naar de dijk lokken. Zij hebben andere hoogtepunten in Nederland al gezien. We moeten de dijk wel aantrekkelijker maken.” Hij wijst op een bijkomend voordeel van toerisme. Vakantiegangers kunnen namelijk in hun eigen land doorgeven hoe innovatief de dijk is. Ze vertellen dit ook aan buitenlandse investeerders die gebruik willen maken van de Nederlandse kennis en technieken.
Van Bruggen toont een foto van een ANWB-zijspan die staat geparkeerd naast de eerste telefoonpaal, de voorloper van de praatpaal die tot 2017 langs de snelwegen stond. De telefoonpaal werd in 1955 voor het eerst op de Afsluitdijk gezet. „Er waren mensen die niet over de dijk durfden omdat ze bang waren dat ze pech zouden krijgen. Daarom hebben we telefoonpalen neergezet. Mensen konden zo doorgeven dat ze pech hadden.”
De Zuiderzeewet werd honderd jaar geleden aangenomen. Dit is de derde aflevering in een serie artikelen over deze wet.
Bureau van Cornelis Lely
Het meest bijzondere onderdeel van de tentoonstelling in het Afsluitdijk Wadden Center is wel de originele werkkamer van Cornelis Lely. Achter een lint staan het bureau en de stoel van de ingenieur. Ook hangen er twee schilderijen. Op deze stoel en aan dit bureau zat Lely op 22 januari 1929 te werken aan een brochure over het Amsterdam-Rijnkanaal toen hij onwel werd en overleed. Minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat nam donderdag even plaats op de stoel van haar illustere voorganger. Lely was drie keer minister, de laatste keer van Waterstaat.
Het meubilair blijft twee maanden in de tentoonstelling staan. Het is eigendom van nazaten van Lely. Bij de opening van het nieuwe gebouw waren donderdag ongeveer vijftien familieleden van Lely aanwezig. Onder hen ook de stamhouder van de familie: Jan Lely, die een kleinzoon is van Cornelis Lely’s oudste zoon. Jan Lely vindt de aandacht voor zijn overgrootvader geweldig. „Op de Afsluitdijk was tot nu toe alleen wat te zien bij het monument op de plek waar de dijk werd gedicht. Ik hoop dat er veel toeristen in dit nieuwe gebouw komen.” Hij typeert de doopsgezinde Cornelis als „sober en eenvoudig.”
Achterkleindochter Titia Bartel-Lely sluit zich daar bij aan. „Hij was nooit met zichzelf bezig, maar hij zette zich in voor het publieke belang.” Jan Lely: „Hij combineerde zijn technische vaardigheden met strategisch inzicht.”
Een andere achterkleindochter vertelt hoe haar vader als kleine jongen met opa Cornelis mee mocht als deze met een boot de in aanbouw zijnde Afsluitdijk ging bekijken. „Mijn vader werd dan vastgebonden aan de mast.” Achterkleinzoon Willem Lely: „Hij was een familieman. Hij had veel aandacht voor zijn gezin.” Een van de Lely’s haalt aan dat Cornelis er een hekel aan had als er een stukje van een bord af was. „Hij gooide het dan uit het raam van zijn huis in Den Haag, zo in het water.” Op een zeker moment werd het serviesgoed door werklui opgediept en weer aan de minister gegeven.
Vernieuwingen
De Afsluitdijk, gebouwd van 1927 tot 1932, wordt de komende vijf jaar vernieuwd. Op sommige plekken is het werk al gaande. Enkele hoofdpunten uit het vernieuwingstraject.
Sommige vissoorten hebben zoet water nodig om zich voort te kunnen planten. De dijk vormt voor deze vissen echter een te grote barrière tussen de Waddenzee en het IJsselmeer. De stroming in de sluizen is te sterk voor hen. Langs de dijk bij Kornwerderzand wordt daarom een vismigratierivier aangelegd. Het is een 5 kilometer lange vispassage met gedeeltelijk brak water om de overgang tussen zout en zoet water voor de vissen makkelijker te maken.
Halverwege de dijk staat momenteel al een proefinstallatie voor Blue Energie. Hier wordt energie gewonnen door zout en zoet water met elkaar in contact te brengen. Wanneer dit een succes is, kan er een grotere installatie worden gebouwd. Volgens onderzoekers zou het mogelijk zijn om met een grote centrale de drie noordelijke provincies van energie te voorzien.
Ook op andere manieren wordt de komende jaren stroom opgewekt. Bijvoorbeeld door energie te halen uit de stroming van het water langs de dijk. De stroming ontstaat onder meer bij getijverschillen en bij het spuien van water.
Op meerdere plaatsen moet de dijk worden versterkt, vanwege een stijging van de zeespiegel. Hiermee moet worden gezorgd dat de dijk ook bij de zwaarst mogelijke stormen stand houdt.
De capaciteit van de spuisluizen in de Afsluitdijk wordt vergroot. Op die manier kan overtollig water uit het IJsselmeer sneller naar de Waddenzee worden gepompt.
Al jaren wordt er gesproken over het verruimen van de schutsluis bij Kornwerderzand. Gemeenten die in de buurt van het IJsselmeer liggen, dringen daar op aan. Door het verruimen van de sluis kunnen er grotere binnenvaartschepen naar het IJsselmeer. Voor dit project is 120 miljoen euro nodig. Een groot deel van dat geld is nog niet beschikbaar.
Op de plaats waar in 1932 het laatste gat in de Afsluitdijk werd gesloten, enkele kilometers uit de Noord-Hollandse kust, staat een monument dat toe is aan vernieuwing. Het geheel wordt opgeknapt en de horeca wordt uitgebreid.
Bestaande fiets- en wandelpaden worden opgeknapt en er worden ook nieuwe paden aangelegd.