Reinier van den Berg: Weerman met een woestijnervaring
Hij joeg op tornado’s, presenteerde jarenlang het weerbericht op televisie en ging geregeld voor in kerkdiensten. Deze maand nam Reinier van den Berg afscheid van MeteoGroup om als duurzaam ondernemer aan de slag te gaan. „God gebruikte een jongen met het syndroom van Down om deze rationele weerman de ogen te openen.”

Een tweet met een kaartje erbij. „Met dit soort weerkaarten zitten we ook begin maart nog met volop #winter en vorst... brrrrr! Doet me denken aan slotfase maart 2013”, twittert Reinier van den Berg (55) deze maandagochtend. Even later komt hij op de fiets vanuit zijn woonplaats Bennekom aan bij een restaurant in Ede waar het gesprek plaatsheeft. Hij kiest een tafel uit en bestelt een eerlijke koffie.
Recent onderzoek wijst uit dat het weer met 39 procent de belangrijkste oorzaak is van een slecht humeur. Herkenbaar?
Lachend: „Is dat zo? Ik merk wel dat mensen vaak mopperen of klagen over het weer. Het is te koud of te grijs of het regent te hard, en dan ook nog die wind. Daar verbaas ik me soms over. We wonen nu eenmaal niet op de Canarische Eilanden of de Maldiven, maar op 52 graden noorderbreedte. Daar hoort een gematigd klimaat bij. Mijzelf bezorgt het weer niet snel een slecht humeur, al maakt een miezerregen me niet blij. Dan heb ik liever dat het plenst. Mooie wolkenluchten hebben mijn voorkeur, maar storm vind ik ook prachtig. Daar hoor je mij niet over klagen.”
U raakte als kind gefascineerd door het weer. Hoe kwam dat?
„Mijn vader wees mij en mijn broers op de schoonheid van de natuur en van weerverschijnselen. Toen het een keer flink onweerde, pakte hij mijn oudste broer, die bang was voor harde geluiden, op. Hij liet hem zien dat onweer ook mooi is. Zo raakte mijn broer geïnfecteerd door het weervirus. Als tiener hield hij weerstatistieken bij. Ik maakte vanaf m’n zevende weernotities in een dagboekje. Zo werd in mijn jeugd in Santpoort, een dorp achter de duinen waar het flink kon stormen, de kiem gelegd voor mijn latere werk als meteoroloog.”
Welke plaats had het geloof in het gezin waarin u opgroeide?
„Het geloof vormde de basis. Op zondag gingen we naar de christelijke gereformeerde kerk in Haarlem-Noord, om tien uur en vijf uur. Vaste prik. In mijn puberjaren kreeg ik vragen over het geloof en ontstond er bij mij weerstand tegen het instituut kerk. Mijn ouders gingen daar coulant mee om. Ze sleepten ons –drie jongens– niet aan de ketting mee. Af en toe mochten we naar de diensten van radiogemeente Bloemendaal. Daar lag het accent in de preek minder op het feit dat we zondig zijn, maar meer op de blijdschap over de vergeving. En de piano en gitaar in de dienst spraken me meer aan dan het orgel, al heb ik niets op dat instrument tegen.
Ik vind het achteraf van liefde en visie getuigen dat mijn ouders ons een zekere ruimte gaven. Ze verplaatsten de hekken een beetje zodat we iets verder konden kijken, in de hoop dat we uiteindelijk tot de conclusie zouden komen dat wat zij ons voorleefden goed was. Zo heb ik dat later zelf bij onze drie zonen ook gedaan.”
In 1996 maakte u een onvergetelijke reis naar de VS. Wat gebeurde daar met u?
„Het was de eerste van een reeks van vijf tornadojachten waaraan ik deelnam. Ik was inmiddels getrouwd en we woonden in Bennekom, waar we ons aansloten bij wijk 2 van de hervormde gemeente. Ik ging gewoontegetrouw naar de kerk, maar had geen levend geloof, miste de relatie met de Vader. Tijdens die vier weken in Amerika, waar ik rondtrok met drie tornadomaatjes, werd ik me daarvan bewust. Het was een milde woestijnervaring. Ik werd teruggeworpen op mezelf, ervoer een zekere eenzaamheid en kwam tot bezinning. Ik ontdekte waar het echt om gaat in het leven, dat je geliefd bent door de Vader.”
Hoe drong dat besef zich aan u op?
„Door een serie gebeurtenissen. Toen ik een wit houten kerkje zag in het desolate landschap hunkerde ik naar een kerkdienst. Kort daarna maakte ik een aantal bijzondere momenten mee. Zo kwamen we in een oud postkantoor. Ik moest naar de wc en een employé met het syndroom van Down begeleidde me. In de lift vroeg hij aan mij: „Do you know Who Jesus is?” Ja, natuurlijk wist ik dat. Toen vroeg hij het nog een keer. „Weet je Wie Jezus is?” Daar bleef ik achteraf over nadenken.
Ik vroeg me af: Weet ik Wie Jezus wás of Wie Hij ís? Dat is een cruciaal verschil. Het bleek een van de schakels tijdens die reis waardoor ik, naast het lezen in de Bijbel, ontdekte waar het werkelijk om gaat. Als je met Jezus leeft, ben je gered. God gebruikte een man met het syndroom van Down om deze rationele weerman daarvoor de ogen te openen. Toen dat kwartje viel, kreeg ik vrede en rust in m’n hart.”
In een interview in 2000 zei u dat u uw talenten meer zou moeten inzetten om te evangeliseren. Wat kwam daarvan terecht?
„Vanaf het jaar 2000 heb ik tien jaar lang geregeld –als ik op zondag niet hoefde te werken, want dat hoort bij het beroep van meteoroloog– op honderden kansels gestaan om te spreken. Ik ging veel voor in evangelische gemeenten, maar ook wel binnen de Protestantse Kerk, mede naar aanleiding van het boek ”In hoger sferen”, waarin ik mijn geloofsreis beschrijf.”
Wat is voor u de kern van het Evangelie?
„Genade. Dat we ondanks wie we zijn en wat voor bende we ervan maken, verzekerd mogen zijn van Gods liefde, met zicht op het hiernamaals. Daarbij neem ik niet elk verhaal in de Bijbel letterlijk. De essentie van Genesis 1 is voor mij dat God alles heeft gecreëerd, niet dat de schepping in 6 dagen van 24 uur plaatshad. De opstanding van de Heere Jezus is voor mij wel een feit. Zo veel mensen hebben Hem daarna gezien dat zelfs een atheïst dit zou moeten geloven.
In mijn publieke optredens ligt sinds 2010 het accent vooral op duurzaamheid. De schepping is in nood en dat komt door ons. Hoe kan het dat we denken dat we God dienen en eren terwijl we Zijn schepping vertrappen?”
Waardoor ging u zich juist op dit thema richten?
„Het is voor mij niet nieuw. Mijn vader en moeder, die beiden uit een land- en tuinbouwmilieu kwamen, leefden dicht bij de schepping. Dat kreeg ik mee. Tijdens mijn studie milieukunde in Wageningen studeerde ik af op het thema luchtverontreiniging. Intussen wordt steeds duidelijker dat we bezig zijn de schepping te slopen. Ik zie het als mijn taak om mensen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Als christenen zijn we geen haar beter dan atheïsten als het om rentmeesterschap gaat.”
Niet elke christen ervaart de urgentie van het probleem dat u ziet.
„In Nederland, waar we tot 7 meter onder de zeespiegel wonen, hebben we ons sterk gewapend tegen de grillen van de natuur. Dat staat in schril contrast met landen als Bangladesh, Kenia, Ethiopië, Nigeria en Zuid-Afrika. Miljarden mensen ervaren daar de klimaatveranderingen, bijvoorbeeld door extreme droogte, aan den lijve. Wij kunnen ons wentelen in onze welvaart, maar elders zijn mensen in acute nood. Het is de hoogste tijd om het tij te keren.”
Wat wilt u over vijf jaar hebben bereikt?
„Sinds deze maand ben ik volledig duurzaam ondernemer. Samen met mijn compagnons, die allemaal christen zijn, ga ik het internationale bedrijf PyrOil uitrollen. We hebben de ambitie om de wereld op te ruimen. Het probleem van plastic afval is wereldwijd en komt via vissen en vogels op ons bord terecht. Wij gaan dit plastic verzamelen –in Nederland en Duitsland, maar ook rond de evenaar–, en er olie van maken. Daaromheen zetten we andere duurzame projecten op, onder meer op het gebied van scholing, medische zorg en schoon drinkwater in Afrika, maar we gaan ook aan bebossing werken.”
Uw plannen voor een tv-zender met programma’s over duurzaamheid kwamen niet goed van de grond. Hoe realistisch is uw nieuwe plan?
„Volta.com had de ambitie als tv-platform door middel van video’s mensen te inspireren op het terrein van bijvoorbeeld zonne-energie en het omgaan met afval. Het lukte niet om dat in vier jaar winstgevend te maken en nu staat het in de slaapstand. Het verdienmodel voor een tv-zender is momenteel erg lastig. Maar het verwerken van plastic tot olie is een ander verhaal. We dromen groot, denken groot en doen groot. De eerste twee installaties worden dit jaar opgestart in Moerdijk en Hamburg. Op dit moment draaien we proef. We hebben een contract getekend voor het verwerken van een miljoen ton plastic. Dit moet lukken en het gaat veel geld opleveren, daar ben ik van overtuigd.”
Wat mist u na 32 jaar werk als meteoroloog het meest?
„Het samen met collega’s die dezelfde passie hebben naar extreme weerverschijnselen kijken en je drie dagen voor een storm al verlekkeren aan de weerkaarten: Moet je dit zien! Ik blijf actief als weerhobbyist en zal daarover via sociale media nog geregeld berichten plaatsen. Maar van beroep ben ik niet langer weerman, maar vuilnisman.”
Uw leven lijkt in veel opzichten succesvol. In hoeverre hebt u ervaring met tegenslag of crisis?
„In veel opzichten ben ik een gezegend mens. Maar we zijn door ziekte in ons gezin –op de details wil ik niet ingaan– ook door een diep dal gegaan. Dat waren zwarte bladzijden. God heeft die echter omgeslagen en het gaat nu gelukkig goed. Mijn vrouw en ik mogen zelfs de rijkdom ervaren dat we opa en oma zijn.”
Welke invloed had die ziekteperiode op uw geloof?
„De waaromvraag komt dan boven. Dat is een vraag waar ik veel over heb gepreekt, naar aanleiding van Job. Dit Bijbelboek bepaalt me bij twee leestekens: het vraagteken, maar ook het uitroepteken. Als je erachter komt dat het uitroepteken –God gaat met jou– sterker is dan het vraagteken, overleef je de waaromvragen. Dat heb ik zelf ook ervaren.”
Is er in uw drukke bestaan ruimte voor stille tijd?
„Eigenlijk te weinig, vind ik. We lezen iedere dag aan tafel uit de Bijbel. Overdag bid ik vaak zelf. ’s Avonds bidden mijn vrouw en ik samen, naast het persoonlijk doornemen van de dag met de Heere God. Maar elke dag tien minuten of een uur reserveren om uit de Bijbel te lezen, dat lukt me op dit moment niet. Ik heb respect voor mensen die daarvoor een halfuur eerder opstaan, maar durf niet te beloven dat ik dat ook een keer voor elkaar krijg.”
Welk Bijbelgedeelte over het weer spreekt u het meest aan?
„Moeilijke vraag. Er komen meteen allerlei teksten in me op. Ik denk aan het wolkje als eens mans hand dat Elia zag en dat uitgroeide tot een onweerswolk. Dat zie ik zo voor me.
Bijzonder vind ik ook dat één tekst in de Bijbel over meteorologie gaat. Jezus zegt in Mattheüs 16 tegen de farizeeën: Als jullie avondrood zien, weten jullie dat het de volgende dag mooi weer wordt, en bij ochtendrood verwachten jullie storm, maar jullie kennen Mij niet. Dat is een wijs woord van de Heere Jezus en daarmee houdt Hij ons als meteorologen ook een spiegel voor. We weten dat er een vorstperiode aankomt, maar kennen we Hem ook?”
Levensloop Reinier van den Berg
Reinier van den Berg (Santpoort, 1962) groeide op in een christelijk gereformeerd gezin met drie zonen. Hij studeerde milieukunde aan de Universiteit Wageningen. In 1986 stond hij samen met zijn broer Wim aan de wieg van weerbureau MeteoGroup in Wageningen. Hij werd onder meer bekend als weerman van de commerciële tv-zender RTL 4.
Deze maand nam Van den Berg afscheid van MeteoGroup. Met zijn bedrijf PyrOil richt hij zich op het duurzaam verwerken van plastic afval. Van den Berg is getrouwd met Vera. Ze hebben drie zonen en een kleinzoon. In hun woonplaats Bennekom zijn ze lid van de hervormde gemeente.