Verzamelaar laat oude verhalen weer leven
Daar staat ze, in de deuropening van de woning die haar grootouders in 1930 lieten bouwen. Helemaal gestoken in klederdracht, compleet met oorijzers met gouden krullen.
Anne-Karin Guijt-Holleman (55) uit Nieuwe-Tonge is gek op oude dingen. Door de jaren heen heeft ze zo veel verzameld, dat er voor al haar spullen een apart gedeelte van de schuur is vrijgemaakt. Dat verzamelen van oude gebruiksvoorwerpen begon toen ze klein was. „Als kind was ik al geïnteresseerd in spullen van vroeger. Het zit denk ik in mijn genen.”
Geschiedenis
Niets doet vermoeden dat achter de keurig geschilderde deur van de schuur een enorm levend geschiedenisboek schuilgaat. Over ieder voorwerp weet Guijt iets te vertellen. „Veel van de spullen waren van mijn (over)grootouders en van mijn vader. Van dit oude, ijzeren bordje heeft mijn vader vroeger als baby gegeten.” Het bordje ziet er wat gehavend uit, stukjes verf zijn afgebladderd. „Je kunt zien dat-ie een paar keer is gevallen.” Speciaal voor de rondleiding heeft ze een aantal dierbare spullen bij de rest van haar verzameling in de schuur gelegd. Bijbels en foto’s, die ze normaal in huis bewaart. Tegen een houten plank staat, in het plastic gestoken, een oude en wat vergeelde foto. „Dat zijn mijn overgrootouders toen ze trouwden. Prachtig toch? Dat was aan het begin van de vorige eeuw, in 1902.”
Warm
Welk gevoel Guijt krijgt als ze door haar eigen kleine museum loopt? „Ik word er warm van. Alles heeft een verhaal. Dit is toch veel mooier dan al die moderne spullen van de Blokker en de Action?” Om haar verhaal kracht bij te zetten, pakt ze een grote bruine kruik. „Hier zat vroeger, rond 1850, teer in. De kruik is onder de grond terechtgekomen en is daar helemaal schoon geworden. Toen we deze vonden, was er geen teer meer te bekennen.” De kruik heeft, zoals Guijt het noemt „een heel leven achter zich.”
Naast klederdracht en spullen die op het land of in huis werden gebruikt, heeft ze items in haar schuur staan waar herinneringen aan kleven die niet zo mooi zijn. Ze wijst naar een lange stok met vier punten aan het uiteinde, een soort hark. „Na de watersnoodramp in 1953 werd met zo’n dreg gezocht naar lichamen in het water.”
Waarde
De werkelijke waarde van al haar spullen kent Guijt niet, maar de emotionele waarde is groot. In de woonkamer bewaart ze nog wat dingen die te kostbaar zijn om in de schuur neer te zetten. Een bril met enorme dikke glazen en een zilveren reukdoosje waar vaag nog de geur van eau de cologne in hangt. Maar ook het Bijbeltje van haar grootmoeder, waar voorin bij ieder kind geschreven staat wat voor weer het was op de dag van de doop. „Toen ik werd gedoopt was het koud en lag er veel sneeuw.”
Guijt straalt tijdens het vertellen van de verhalen. Met welk item ze het meest blij is, kan ze niet zeggen. „Veel is van familie geweest, dat houdt de verhalen uit het verleden levend.”