Binnenland

Dik duizend Oranjeborden, en veel meer

Tijdens zijn opmars door Twente in 1597 pauzeerde prins Maurits in en rond het Oude Haghuis bij Diepenheim. En precies op die plek bevindt zich nu een Oranjemuseum, het Nieuwe Haghuis.

L. Vogelaar
4 January 2018 19:13Gewijzigd op 16 November 2020 12:20
Fantasiekaarten en Twents linnengoed. beeld RD, Anton Dommerholt
Fantasiekaarten en Twents linnengoed. beeld RD, Anton Dommerholt

De naam van een aangrenzend weiland, Tentenweide, herinnert aan de 5000 soldaten die hier 420 jaar geleden bivakkeerden. De boerderij aan de Prinsendijk is nog altijd eigendom van dezelfde familie: H. H. Veltkamp, die samen met zijn zoon 180 koeien en 700 zeugen onder zijn hoede heeft, stamt regelrecht af van de boer die hier in 1597 woonde.

Rond 1813, toen Nederland een koninkrijk werd, begon de familie Oranjecuriosa te verzamelen. Het werden er steeds meer, en ze stonden overal. Toen Herman Veltkamp in 1981 trouwde, wilde zijn vrouw al die spullen best onder haar dak dulden, maar wel graag bijeengebracht in twee kamers. „We ontvingen mensen die ernaar kwamen kijken, zo’n 25 groepen per jaar”, zegt Veltkamp. „Dat begon wat uit de hand te lopen, dus toen begonnen we een museum. Het is een passie.”

Aan de gebouwen op het erf is niet af te lezen dat deze boerderij al in 1105 bestond. Het Oude Haghuis is in 1985 afgebroken. Erachter werd het Oranjemuseum gebouwd. Het ging op 8 september 2006 open.

Binnen zijn zowel Oranjecuriosa als Twents boerenantiek te bewonderen. Inmiddels trekt het museum 10.000 bezoekers per jaar. Acht vertellers leiden hen rond en zo’n 25 andere vrijwilligers zorgen voor koffie met een Amaliagebakje, met oranje crème en een oranje kroontje erop. In 2008 is het museum ondergebracht in een stichting, met Veltkamp als voorzitter.

Al in de ontvangstruimte is er genoeg te zien. Zoals een antieke schouw met afbeeldingen van Willem van Oranje, prins Maurits en koningin Beatrix en met het jaartal 1597 in twee Bentheimer zandstenen. Van alle schilderijen en prenten aan de muur vindt Veltkamp die van de inhuldiging van koningin Wilhelmina het mooist. „Ze was nog maar 18 jaar en 6 dagen oud. Toen flitste het voor het eerst door haar hoofd: Eenzaam, maar niet alleen.”

In het museum zijn meer dan duizend herinnerings- en herdenkingsborden te zien, naast talloze tegeltjes, glazen, lepeltjes, schilderijen, platen, munten, wandkleden en boeken. Veltkamp kan er veel bij vertellen. En intussen verhaalt hij van zijn drie ontmoetingen met Beatrix, en de drie met koning Willem-Alexander, en over het roerige verleden: „Wij waren in deze streek de eerste boerenfamilie die met de Reformatie meeging. Mijn voorvader Wolter ten Haghuis is in 1624 tijdens een bruiloft doodgestoken. In opdracht van de bisschop.”

En verder gaat het, langs de koninklijke tafel met Beatrixservies en het kabinet van Rutger Jan Schimmelpenninck. Langs rijen vitrines en tafels vol kaarten. Overal staat wat, hangt wat, ligt wat. Bezoekers kunnen hier een hele dag doorbrengen, daarna buiten over het Prinses Amaliapad wandelen en op de fiets de Zeskastelenroute in de omgeving van Diepenheim volgen. Het kleinste stadje van Overijssel ligt ook aan de Oranjefietsroute.

oranjemuseumdiepenheim.nl
Serie Privemusea

Dit is het tweede artikel in een serie over privemusea.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Privémusea

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer