Adriaan van Belzen interviewt bevindelijk gereformeerden over de belijdenisgeschriften
Adriaan van Belzen uit Barneveld blijft onvermoeibaar bezig. Van zijn hand verscheen opnieuw een dikke bundel met interviews. En dat is een hele prestatie, zeker gezien Van Belzens visuele handicap.
Het is een stevig boek geworden met een fraaie omslag. De verschijning van dit boek past in dit herdenkingsjaar van de Reformatie. De gesprekken handelen over de zes belijdenisgeschriften die de Nederlandse kerken van de Reformatie gemeenschappelijk hebben en worden met een aantal vertegenwoordigers van die kerken gevoerd. De ondertitel van het boek noemt hen vertegenwoordigers van bevindelijk gereformeerde kerken.
Gesprekspartners
Uit de bredere kring van de gereformeerde gezindte missen we enerzijds vertegenwoordigers van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken, terwijl anderzijds de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ontbreken. Van de dertien gesprekspartners behoren er vijf tot de Hersteld Hervormde Kerk: de predikanten W. J. C. van Blijderveen, W. J. van den Brink, D. Heemskerk, W. J. op ’t Hof en R. W. Mulder. Drie predikanten zijn van de Gereformeerde Gemeenten: C. Harinck, M. Karens en A. T. Vergunst (de laatste diende tot nu toe nooit in Nederland). Twee van de geïnterviewden horen tot de Protestantse Kerk in Nederland: de predikanten D. J. Budding en M. Klaassen; twee zijn er christelijk gereformeerd: dr. A. Huijgen, hoogleraar systematische theologie (waaronder ook symboliek valt) en ds. M. A. Kempeneers. Ds. A. Kort ten slotte behoort tot de Oud Gereformeerde Gemeenten. Al met al een behoorlijk brede vertegenwoordiging van de bevindelijk gereformeerden.
Inhoud
Over de inhoud van dit boek valt veel meer te zeggen dan in dit beperkte bestek mogelijk is. De manier waarop door alle geïnterviewden over de belijdenis van onze Nederlandse kerken, en dan vooral over de Drie Formulieren van Enigheid, wordt gesproken, is aansprekend. Aan alle kanten blijkt er grote waardering en grote dankbaarheid voor wat onze vaderen hebben beleden en de manier waarop ze dat hebben gedaan.
Wanneer daarnaast heel breed wordt geklaagd over het gebrek aan kennis van de inhoud van de Drie Formulieren, kan dat maar tot één conclusie leiden. Hier ligt een gezamenlijke taak voor de hele gereformeerde gezindte om ons kerkvolk weer te leren: dit geloven wij en dit belijden wij. Na 500 jaar kerk van de Reformatie, na meer dan vier eeuwen catechismusprediking, na bijna vier eeuwen Dordtse Leerregels, na zo veel eeuwen catechetisch onderwijs aan de jeugd van de kerk, moet de vraag zijn: Wat is de oorzaak van die onkunde? Dit boek kan een stimulans zijn om wat aan die onkunde te doen.
Bezwaar is dan wel dat de verschillende interviews zich niet gemakkelijk achter elkaar laten lezen. Het stellen van dezelfde vragen aan alle geïnterviewden brengt vrij veel herhaling met zich mee. Maar juist van die punten waarmee zij allen van harte instemmen gaat een stimulans uit die om doorwerking vraagt.
Kritiek
Een punt van kritiek, vanuit pastoraal oogpunt, is de enerzijds brede en anderzijds vage beantwoording van de vraag naar de zaligheid van vroeggestorven kinderen (DL I, 17). Jammer dat er op zulke momenten geen gesprek tussen de geïnterviewden kon zijn. Nu blijven dingen naast elkaar staan en is er de vrees dat mensen kiezen voor het standpunt van de dominee die ze het meest vertrouwen. En anderen blijven met vragen zitten.
Heel duidelijk zou moeten zijn dat het hier gaat over de troost voor gelovige ouders van vroeggestorven kinderen, een troost die niet rust in het geloof van die ouders maar in de vastheid van Gods verbond.
Nooit vergeet ik het moment dat we op een kerkhof rond een open kindergrafje (de vader was leraar) samen met veel kinderen zongen: „God zal Zijn waarheid nimmer krenken maar eeuwig Zijn verbond gedenken.” Daar ligt troost voor wie de ”enige troost” kent.
Kortom, ”Gedeeld belijden” is een boek dat vragen oproept en vragen onbeantwoord laat, maar waarin ook veel goeds te vinden is.
Boekgegevens
Gedeeld belijden, Adriaan van Belzen; uitg. Brevier, Kampen, 2017; ISBN 978 94 924 3305 3; 368 blz.; € 24,99.