In een klimaat van absolute waarheden voltrok zich in 1967 een scheuring in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Een halve eeuw later, in een klimaat van meer openheid richting medechristenen, komen leden van deze kerken én van de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), die voortkwamen uit de scheuring, zaterdag bijeen om stappen te zetten naar hereniging. „Niet alleen wij zijn veranderd, de hele cultuur is dat.”
Dr. M. H. Oosterhuis en ds. W. Smouter hebben de afgelopen maanden veel energie gestoken in het organiseren van de vergadering, zaterdag in de Nieuwe Kerk in Kampen. Een historische plek: hier escaleerde in 1967 de situatie tijdens en na een dienst. Dat leidde ertoe dat de plaatselijke gereformeerde kerk vrijgemaakt verdeeld raakte. Vanwege de aanwezigheid van de Theologische Hogeschool van de GKV aan de overkant van de straat, kreeg de kwestie landelijke uitstraling.
Bovendien waren er al de nodige spanningen binnen het kerkverband. Drie jaar eerder was er tweespalt op een synodevergadering. In 1966 verscheen de Open Brief, die voor verdeeldheid zorgde. Lokaal speelden er nog meer kwesties die ertoe bijdroegen dat in 1967 en de daaropvolgende jaren de kerk scheurde.
De scheuring doortrok niet alleen de kerk, maar ook families. Predikanten kwamen –soms tot hun eigen verbazing– buiten het kerkverband te staan. Hoewel bijna alle hoofdrolspelers van destijds zijn overleden, voelen velen van de nog levenden de pijn van toen. Of er zijn kinderen en kleinkinderen die leven met de gevolgen van de kerkscheuring.
Ds. Smouter, uw vader kwam als predikant buiten het kerkverband te staan. U wilt niet blijven hangen in het verleden, zowel voor wat betreft de manier waarop in de NGK op de scheuring wordt teruggekeken als voor uw familie. Waarom?
„Je moet wel degelijk terugkijken en excuses zijn belangrijk. Maar ik vind niet dat je deze excuses als voorwaarde vooraf moeten stellen. Zo werkt verzoening niet. Daarvoor is nodig dat je elkaar herkent als medechristenen. Enerzijds kun je het verleden niet begraven. Anderzijds moet je ook niet alles willen oplossen voordat je elkaar kunt ontmoeten. Zaterdagavond, na de vergaderdag, is er een gezamenlijke avondmaalsdienst. Dat betekent niet dat we in geestelijk opzicht het over alles eens zijn, maar wel dat er een basis is om op voort te bouwen. Praktisch gezien is de ontmoeting met elkaar de manier om het verleden onder ogen te zien.”
De afgelopen jaren zijn vanuit de GKV diverse predikanten gerehabiliteerd die een halve eeuw geleden buiten het kerkverband kwamen te staan.
Ds. Smouter: „Dat is voor deze mensen, voor zover ze nog in leven waren, onvoorstelbaar belangrijk geweest. Maar zoals gezegd vind ik rehabilitatie vooraf geen vereiste voor verdere toenadering. Die ontstaat juist naarmate je elkaar ontmoet. Het is waar, de scheuring heeft wonden geslagen. Mijn vader was predikant. Hij overleed jong, maar mijn moeder bleef de sporen dragen van de tijd waarin harde woorden over mijn vader waren gesproken. Ze kon het niet hebben dat iemand in de kerk aantekeningen maakte tijdens de preek. Het zat in haar ‘systeem’ dat dat een aanklacht zou opleveren. Ik heb een keer meegemaakt dat er een envelop zonder afzender bij haar in de bus werd gedaan en ze ’m trillend van de zenuwen openmaakte. En toen bleken er foto’s in te zitten die een vriendelijk gemeentelid aan haar wilde geven.”
Dr. Oosterhuis: „Als ik terugkijk, komt er schaamte en pijn naar boven voor wat er een halve eeuw geleden in onze kerken is gebeurd. Dat gevoel heb ik in het bijzonder ervaren toen ik als predikant in Ede en in Kampen ging spitten in het verleden.”
Dus spitten in het verleden heeft zin?
Dr. Oosterhuis: „Het gaat er niet alleen om dat we schuld belijden voor fouten van toen, maar het is ook belangrijk dat we ons verootmoedigen. De breuk in de jaren zestig is er niet zomaar gekomen. Al in een vroeg stadium na de Vrijmaking van 1944 werd er verschillend gedacht over de vraag of vrijgemaakten eigen scholen en eigen politieke en maatschappelijke organisaties moesten oprichten – de gedachte van de doorgaande reformatie. De opvatting van toen was: als je als christenen elkaar kerkelijk niet kunt vinden, kun je dat ook niet in school of politiek, dus moet je vrijgemaakte alternatieven ontwikkelen. Die stellingname resulteerde in verdeeldheid en een sfeer van verdachtmakingen en wantrouwen richting degenen die daarover genuanceerd dachten. Maar op dit moment zie je dat mensen die destijds dergelijke dingen beweerden, zich uit overtuiging stellen achter hereniging van GKV en NGK.”
Er is wel geconstateerd: de NGK zijn in 50 jaar minder veranderd dan de GKV. Wat vindt u van die waarneming?
Dr. Oosterhuis: „De afgelopen jaren heb ik meegemaakt dat er goed contact is ontstaan tussen vertegenwoordigers van beide kerken. Dat is het gevolg van het met de kennis van nu aankijken tegen beslissingen die toen genomen zijn. Ik denk dat de GKV afstand hebben genomen van het gedachtegoed van de doorgaande reformatie. Als het gaat om de zaken van confessie zie ik geen verandering in onze kerken optreden. Daarnaast constateer ik dat zich bij de NGK niet het verval heeft voorgedaan dat we voorspelbaar achtten in de jaren zestig en zeventig, namelijk dat ze de Gereformeerde Kerken synodaal achterna gingen op het pad van de Schriftkritiek.”
Ds. Smouter: „Ik herken de beschrijving. Laten we eerlijk zijn: de hele samenleving is veranderd. Het klimaat van absolute overtuigingen, zoals dat er een halve eeuw geleden was, is er niet meer op die manier. En dat werkt door op alle niveaus. Zo zie je dat in de GKV de overtuiging verdwenen is dat het een heilige plicht is om overal dezelfde liturgie te hebben. En bij de Nederlands gereformeerden is het wantrouwen richting de vrijgemaakten grotendeels verdwenen. Je ziet dat de ene na de andere Ngk met een gkv-gemeente samenwerkt of fuseert. We kijken steeds vaker naar wat we samen kunnen doen. Al zijn er in beide kerken nog mensen met koudwatervrees.”
Wat was het omslagpunt in de verhouding tussen GKV en NGK?
Dr. Oosterhuis: „In 1996 was er voor het eerst een NGK-delegatie bij onze synode...”
Ds. Smouter: „...daarover zei de preses toen heel gereserveerd: „Er zijn hier twee personen namens de NGK.” De omslag heeft kort daarna plaatsgehad. Toen ik in 2002 namens de NGK op de GKV-synode in Zuidhorn was, verbaasde ik me erover dat ik bijna als een vriend werd binnengehaald. Plaatselijk waren er inmiddels gesprekken op gang gekomen en waren er beelden uit het verleden bijgesteld.”
Vrijgemaakt gereformeerden zijn bezig een evaluatie van het eigen verleden af te ronden. Punten die in de tijd van de scheuring als hoofdzaken werden opgevoerd, hebben nu soms nog nauwelijks betekenis. Maar is de kern van het geloof intact gebleven?
Dr. Oosterhuis: „De lokale en landelijke toenadering is door beide kerken bezegeld in een gezamenlijk rapport over hoe de binding aan de belijdenis functioneert. Dat we het daarover eens zijn, is wel een markeerpunt, want op dat gebied was er in het verleden wantrouwen richting de NGK. Voor de GKV-synode waren de conclusies uit het rapport reden om ja te zeggen tegen de uitnodiging voor een gezamenlijke vergadering.”
Ds. Smouter: „Over die binding aan de kerkorde: in Breda, waar mijn vader predikant was, meende de kerkenraad: alleen de Bijbel is gezaghebbend; belijdenisgeschriften en kerkordes hebben weinig betekenis. Het gevolg was: we kenden geen kerkelijke huwelijksbevestiging, geen kerkelijke feestdagen, geen periodiek aftredende ouderlingen; allemaal omdat de Bijbel daarover niets zegt. Dat gaf mij destijds een soort geuzengevoel: wij houden ons aan de Bijbel, zónder toevoegingen. Dat zien we nu als biblicisme.”
Dr. Oosterhuis: „Zo werd dat ook gediskwalificeerd in onze kring.”
Ds. Smouter: „Inmiddels vinden Nederlands gereformeerden dat ook. Maar had de kerk daarom moeten scheuren?”
Wat blijft als kern van het geloof over?
Ds. Smouter: „Dat we zaterdag in Kampen rond de avondmaalstafel zitten als mensen die Jezus Christus hebben aangenomen als hun Verlosser en Heer. Dat biedt gelijk een opening richting kerkelijke eenheid in bredere zin. Als GKV en NGK zijn we verplicht om ons eerst met elkaar te verzoenen. Niet om te markeren: wij zijn weer één, en dat is het dan. Maar om vanuit die hervonden eenheid met goed geweten te kunnen meespelen in de brede oecumene.”
Dr. Oosterhuis: „Ons doel is dat we kerken en leden zaterdag zoveel mogelijk meenemen, zodat ze zich bewustworden van datgene waarmee we bezig zijn en betrokken raken. Dus zijn er ook workshops die denkstof moeten opleveren. Ik hoop en bid dat we in eenstemmigheid en verootmoediging voor God, luisterend naar Zijn Woord, de weg naar eenwording inslaan. Maar ook dat we beseffen dat we geplaatst worden voor Gods troon en onder ogen zien dat we alleen door vergeving van zonden weer aan elkaar gegeven worden.”
Dr. M. H. Oosterhuis en ds. W. Smouter
Dr. M. H. (Melle) Oosterhuis (1949) is preses van de generale synode 2017 van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Hij is sinds 2014 emeritus predikant van de gkv in Kampen-Zuid. Eerder diende hij gemeenten in Wageningen, Schildwolde, Hattem en Ede-Noord. Dr. Oosterhuis promoveerde in 2006 in Kampen op het onderscheid tussen rein en onrein in het Oude Testament.
Ds. W. (Willem) Smouter (1957) is predikant van de Nederlands gereformeerde kerk in Apeldoorn. Hij is voorzitter van de landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken, of zoals dat in andere kerken heet: synodepreses. Naast zijn werk als gemeentepredikant is ds. Smouter voorzitter van de Evangelische Omroep (EO). Ds. Smouter verdiepte zich theologisch in het werk van de Heilige Geest en de geestesgaven. Hij schreef hierover het boek ”Herstelwerk. De Geest werkt van schepping tot voleinding” (2006).