Danken in land dat zich drukker maakt om Halloween dan om Reformatie
De Britse auteur Charles Dickens vertelde toehoorders in Amerika dat zij wat achterliepen, omdat ze maar één dankdag per jaar hadden, terwijl ze er 364 zouden moeten hebben. „Gebruik die ene dag alleen om te klagen en te mopperen. Gebruik de andere 364 dagen om God elke dag te danken voor de vele zegeningen die Hij over u heeft uitgestort.”
Is dat niet wat overdreven? De praktijk is toch dat een mens lang niet altijd reden heeft tot dankbaarheid? Zo rooskleurig is het leven niet: het is een tranendal, vol tegenspoed en verdriet. Wie kan God danken terwijl hij juist de boodschap kreeg van een vreselijke ziekte, van een jonggestorven kindje of van een afgebrand huis? Hoezo zou je moeten danken voor een land dat zich drukker maakt om Halloween dan om de Reformatie? Waar haal je de moed vandaan om de zegeningen te tellen van een overheid die –om maar wat te noemen– dagelijks kinderen aborteert, wekelijks de zondag ontheiligt en maandelijks eenverdieners benadeelt? Biedt een wereld vol oorlogen en aardbevingen, christenvervolging en terreur –dinsdagavond weer– stof om te danken?
Dagelijkse dankbaarheid vereist inderdaad een heel andere blik op het leven en Gods leiding daarin. Het vraagt een vernieuwde manier van denken. Iemand met zo’n dankbaar hart leest het nieuws met andere ogen. Hij klaagt niet over het vele gebrekkige, maar waardeert het weinige goede. Hij voelt zich niet eigenaar die zich beroept op zijn rechten, maar rentmeester die zich bewust is van zijn voorrechten.
Dat geeft een ander perspectief. Het haalt in elk tranendal nog lichtpuntjes naar boven. Je moppert niet over de kleding van die jongere in de kerkbank, maar bent blij dat hij intensief luistert. Je maakt je zorgen over de regering, maar bent dankbaar dat er ook christenen op ministersposten zitten en dat koning Willem-Alexander dinsdagavond de herdenking van de Reformatie bijwoonde.
Waar komt zo’n houding vandaan? In de geesteswetenschappen is er de stroming van de positieve psychologie, die veel aandacht heeft voor positieve ervaringen en eigenschappen en zo de kwaliteit van leven wil verbeteren. Zelfvertrouwen, motivatie, doorzettingsvermogen en hoop staan centraal. Binnen de positieve psychologie is dankbaarheid zo’n kracht die tegengif biedt voor negatieve emoties omdat het leidt tot optimisme en tevredenheid in plaats van hebzucht en jaloezie.
Toch is er een fundamenteel verschil met de dankbaarheid waar de Bijbel over spreekt. De positieve psychologie is een veelbelovende wetenschap, maar legt bij dankbaarheid, liefde en hoop niet het verband met het dienen van God. Dat laatste biedt juist een heel andere drijfveer voor dankbaarheid.
De profeet Habakuk spreekt over vreugde in God bij een kaalgevreten akker, onder een onvruchtbare vijgenboom en in een lege stal. Hoe was dat mogelijk? Hij zegt het zelf aan het slot van zijn gebed: „Ik zal mij verheugen in de God mijns heils. De Heere Heere is mijn Sterkte.” Dat is meer dan positieve psychologie, dat is dankbaarheid vanuit het heil, het weten van verlossing in Christus omdat ondankbaarheid schuld werd. Dan is er inderdaad elke dag reden tot dankdag, niet 364 maar 365 dagen per jaar.