Muziek

Pianist Jan Lenselink: Het liefst klassieke én lichte muziek

Hij ging aan het conservatorium de orgelstudie doen, maar ontdekte gaandeweg dat hij met de piano beter uit de voeten kon. Pianist Jan Lenselink: „Het liefst combineer ik klassieke en lichte muziek.”

31 October 2017 16:29Gewijzigd op 16 November 2020 11:50
Jan Lenselink. beeld Sjaak Verboom
Jan Lenselink. beeld Sjaak Verboom

Jan Lenselink: zijn naam komt veelvuldig voor op cd’s die in christelijke kring verschijnen. Bij menige koor- en samenzangavond zit hij achter de vleugel. Ook laat hij van zich horen in duo’s met panfluitiste Noortje van Middelkoop en organist André van Vliet.

Een vleugel laat de 61-jarige musicus uit Emmen vaak bezorgen, door een bedrijf uit Veenendaal. „Het is me te vaak gebeurd: door de telefoon wordt je een prachtige piano beloofd. Kom je daar, staat er een oud, vals instrument. Op zo’n moment kun je niks. Sowieso zeg ik tegenwoordig altijd dat ik een vleugel wil. Met een piano kun je bij een beetje koor niets beginnen.”

1. Het is de piano geworden, maar het had net zo goed het orgel kunnen zijn.

„Mijn opa was koster in de christelijke gereformeerde kerk van Zwolle. Tot m’n 5e woonde ook ons gezin bij die kerk. Ik was van jongs af geïntrigeerd door het orgel. Vanaf m’n 10e kreeg ik orgelles aan de muziekschool. Ondertussen nam mijn vader me mee naar concerten van Feike Asma en Piet van Egmond in de Grote Kerk in Zwolle. Asma was er jaarlijks met Koninginnedag; Van Egmond sprak me aan vanwege zijn improvisaties. Orgel spelen werd steeds belangrijker. Op m’n 15e wilde ik naar het conservatorium, maar de directeur adviseerde me eerst de havo af te maken. Dat deed ik. Na twee jaar vooropleiding ging ik bij Harm Jansen hoofdvak orgel studeren, met als bijvak piano. Maar de piano werd steeds belangrijker voor me. Met name de manier waarop Louis van Dijk dit instrument bespeelde vond ik schitterend. Ik ging hem naspelen. Het was een ontdekking dat je met piano, als het gaat om verschillende muziekstijlen, meer kunt dan met orgel. Ik heb het diploma uitvoerend musicus voor orgel gehaald; daar moest ik hard aan trekken. Daarnaast deed ik ook hoofdvak piano. Dat trok me veel meer. Orgel speelde ik in de kerk; vanaf m’n 18e was ik organist in onze kerk in Zwolle. Maar ik heb nooit de behoefte gehad om concerten te geven. Laatst vroegen ze me hier in Emmen als organist bij een uitvoering van het Gloria van John Rutter. Ik zei ja, maar had het niet moeten doen. Ik ben zeven keer naar de kerk geweest om weer orgel te studeren. Met name het pedaal is dan lastig. Maar het kriebelt op zo’n moment wel weer.”

2. De lichte muziek heeft sinds mijn opleiding mijn loopbaan gestempeld.

„Niet alleen. Ik heb klassiek piano gestudeerd. Lichte muziek kon je toen nog niet doen. Dat heb ik mezelf aangeleerd. De manier waarop Louis van Dijk een brug sloeg tussen klassieke en lichte muziek was daarbij bepalend. Hij was mijn voorbeeld. Ik heb een paar keer samen met hem opgetreden. De eerste keer met knikkende knieën. Daarna gingen onze wegen uiteen. Hij is nu 75. Maar ik zie Van Dijk nog altijd als een van de toppianisten. Net als Cor Bakker. Of de Amerikaanse jazzmusici Herbie Hancock en Chick Corea. Bij lichte muziek improviseer je veel; er staat maar weinig op papier. Je hebt een thema en een akkoordenschema, en daarmee ga je creatief aan de gang. Dat lijkt eenvoudig, maar dat is het niet. Je hebt in jazzmuziek bijvoorbeeld een heel andere timing dan bij klassieke composities. Ook de harmonisaties en de toonladders zijn vaak anders. Toch zou ik niet alleen jazzpianist willen zijn. Het liefst combineer ik klassiek en licht.”

3. Een solo-cd met klassieke pianomuziek zal ik niet snel maken.

„Nee, daar ben ik niet goed genoeg voor. Anderen kunnen dat veel beter. Ik volg de ontwikkelingen wel, luister ook vooral naar klassieke muziek. Daardoor laat ik me inspireren. Als ik studeer, zijn dat bijvoorbeeld etudes van Bach. Ik wil m’n techniek wel op peil houden. Nooit ga ik onvoorbereid naar een zangavond waar ik moet spelen. Ook al lijkt de muziek nog zo makkelijk. Vergis je trouwens niet. Laatst speelde ik bij een uitvoering van het oratorium ”Exodus” van Johan Bredewout. Schitterende muziek, maar daar moet ik wel even naar kijken. Ik zal nooit, zoals ik weleens van collega’s hoor, de envelop met de muziek pas ter plekke openmaken.”

4. Ik werk het liefst in duo’s of als begeleider.

„Ik doe inderdaad veel in combinaties. Zoals met panfluitiste Noortje van Middelkoop. Of recent weer op de cd ”New Collection” met organist André van Vliet. Zo’n productie gaat overigens niet van mij uit. Ik ben niet iemand van ieder jaar een cd. Solo’s spelen vind ik overigens wel leuk. Dat doe ik ook op cd’s en tijdens concerten. Maar een hele avond in je eentje het publiek van begin tot eind boeien, is lastig. Begeleiden doe ik graag, bijvoorbeeld ook bij zangeressen als Judith Sportel en Marjo van Someren. Het mooiste is als ze aangeven dat ze zich veilig bij je voelen, dat je hen opvangt met je spel. Het is een extra als je samen het avontuur kunt opzoeken omdat je op hetzelfde moment hetzelfde voelt. Dat heb ik bijvoorbeeld met Noortje en André. Dan kun je tot het randje gaan.”

5. Ik kan met alle soorten koren en musici samenwerken.

„Ik kan me niet herinneren dat ik ooit voor een uitnodiging heb bedankt omdat ik niet wilde. In principe speel ik met iedereen. Als de kwaliteit van een koor niet zo best is, kan ik het met mijn spel misschien wat verbeteren. Ik dring mezelf nooit op, hoef niet zo nodig mijn stempel te drukken. Als ik ergens voor het eerst kom, heb ik na een paar maten al in de gaten wat een koor of musicus aankan. Soms moet je precies doen wat een dirigent wil. Prima. Maar het is leuker als ik merk dat ik iets extra’s kan doen. Dan kun je er een mooi feestje van maken.”

6. Het is weleens lastig dat er in christelijke kring nogal wat zelfbenoemde pianisten rondlopen.

„Er zijn inderdaad nogal wat organisten die ook redelijk piano kunnen spelen. Die zie je soms een hele avond als pianist optreden. Ze stoten je het brood uit de mond, omdat ze ver onder de prijs zitten. Dat is concurrentievervalsing. Maar pianist is een vrij beroep. Iedereen kan zich zo noemen. Er is weinig aan te doen. Het vervelende is wel dat veel mensen het onderscheid niet horen. Het niveau van muziek maken wordt onderuitgehaald. Daarom blijf ik gaan voor kwaliteit. Op onze laatste cd hebben André en ik de Duet Suite van de Canadese componist Denis Bédard opgenomen. Beremoeilijke muziek. Daarin onderscheiden we ons van jongens die snel iets in elkaar draaien.”

7. Het is geen straf om met lesgeven een deel van mijn boterham te verdienen.

„Lesgeven is niet mijn favoriete ding; laat mij maar spelen. Maar het heeft ook z’n leuke kanten. Jarenlang was ik hier in Emmen aan de muziekschool verbonden. In 2014 ging die failliet. Nu huren we met een aantal docenten een pand. Inmiddels heb ik weer 26 leerlingen. Soms denk ik: Wat ben ik hier aan het doen? Niet-gemotiveerde leerlingen een halfuurtje bezighouden: dat doe ik dus niet. Ik verwacht wat van hen. Werken met gevorderden is leuk. Iemand die een jaar conservatorium heeft gedaan en nu bij mij verdergaat, bijvoorbeeld.”

8. In het land van de sociale media moet ik mijn weg nog vinden.

„Nee. Dat zit niet in me. Mijn vrouw heeft in april een Facebookaccount voor me aangemaakt, puur zakelijk. En ik zie dat anderen weleens filmpjes met mijn spel op YouTube zetten. Ik vind het niet nodig. Sommige collega’s lijken te beginnen met reclame maken en dan pas naar de muziek te gaan kijken. Ga eerst maar eens iets goeds doen, denk ik dan.”

9. Het heeft voor mij een meerwaarde dat ik meestal christelijke muziek uitvoer.

„Ik ben niet iemand die vanuit de tekst speelt, die zit te evangeliseren. Het gaat mij om de melodie en de harmonieën: daarmee wil ik mensen raken. Natuurlijk zijn er prachtige liederen die mij vanuit mijn christelijke overtuiging aanspreken. Dat zijn vaak de wat oudere gezangen. Vroeger speelde ik nog weleens bij ”Nederland zingt”. Maar dat programma is veranderd, niet ten goede. Opwekkingsliederen of de band Sela: ik ken die muziek niet en ik heb er ook niet veel mee. Of ik alle muziek zou kunnen spelen? Het is zo gelopen dat ik in de christelijke wereld terechtkwam. Maar ik had ook wel bij het Metropole Orkest willen spelen. Maar alleen popmuziek zou me te beperkt zijn, net als alleen klassiek.”

10. Muziek is voor mij het een en al.

Lachend: „Ik kan niet zonder. Ik moet er niet aan denken om te stoppen. Muziek maken is een uitlaatklep, daarin kan ik m’n emoties kwijt. Maar ik doe ook andere dingen: wielrennen, wandelen, naar de sportschool. In de vakantie probeer ik zes weken niet in mijn studio te komen. Om er los van te komen, m’n hoofd leeg te maken. Maar met pensioen ga je als musicus niet. Het is geen baan, het blijft een hobby. Bij gezondheid blijf ik spelen, tot ik erbij neerval.”

In Staccato reageren musici op tien stellingen. Volgende aflevering: zaterdag 25 november.


Levensloop Jan Lenselink

Jan Lenselink werd in 1956 in Zwolle geboren. Hij studeerde aan het conservatorium van Zwolle hoofdvak orgel bij Harm Jansen. Daarnaast deed hij de bijvakken piano en lichte muziek. Later volgde het hoofdvak piano.

Vanaf z’n 18e was hij organist van de christelijke gereformeerde kerk van Zwolle-Centrum. Halverwege de jaren 80 verhuisde Lenselink naar Emmen in Drenthe, waar hij nog altijd woont.

Eind jaren 80 ontstond de samenwerking met organist André van Vliet. Daaruit kwam de cd ”Collection” voort. Dit jaar verscheen het vierde album van het duo: ”New Collection”. Lenselink werkt eveneens al jaren samen met panfluitiste Noortje van Middelkoop. Ook van die samenwerking verschenen cd’s. De laatste solo-cd van Lenselink kwam in 1997 uit.

De pianist verleent vaak zijn medewerking aan kooravonden en cd-opnames in christelijke kring. Ook was hij veel te zien bij het programma ”Nederland zingt”.

Als docent voor piano en keyboard was Lenselink jarenlang verbonden aan de muziekschool van Emmen. Toen deze instelling in 2014 failliet ging, vormde hij met collega’s een maatschap vanwaaruit muzieklessen worden aangeboden.

Lenselink is getrouwd en heeft twee zoons.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer