Muziek
Dick Sanderman: Ik hecht eraan dat er goed wordt gezongen

In menig kerk liggen zijn koraalboeken. Drie keer bewerkte Dick Sanderman alle psalmen voor orgel. Volgende week viert de Rijssense musicus zijn veertigjarig jubileum als kerkorganist.

Jan-Kees Karels
13 October 2017 22:35Gewijzigd op 16 November 2020 11:42
Dick Sanderman: „We moeten zuinig zijn op het liedmateriaal dat zich door de eeuwen heen heeft bewezen.”        beeld Dick Sanderman
Dick Sanderman: „We moeten zuinig zijn op het liedmateriaal dat zich door de eeuwen heen heeft bewezen.” beeld Dick Sanderman

Hij geniet bekendheid als componist van bewerkingen van psalmen en gezangen. Daarbuiten verkent Sanderman ook andere muziekvormen. Zo schreef hij in 2015 ”Duchy Road Tromba”, een opdrachtcompositie voor een Amerikaanse uitgeverij. Het is een levendig stuk met een trompetregister in de hoofdrol. „Ik dacht aan de klank van het orgel waar mijn zoon Leonard organist is, in Harrogate in Engeland. Daar zit een Tromba op met een heel karakteristiek geluid en een enorm volume”, legt Sanderman uit. „Met die klank in gedachten is toen dat stuk ontstaan.” Regelmatig is de Rijssense musicus in Engeland te vinden, waar twee zoons werken. Hij geniet dan van de kwalitatief hoogwaardige liturgische diensten daar.

Improviseren

Volgende week is het veertig jaar geleden dat Sanderman organist werd in de Zuiderkerk van de Gereformeerde Gemeenten in Rijssen. Aan deze gemeente is hij 27 jaar verbonden geweest. „Het was een periode die me op het gebied van het improviseren enorm heeft uitgedaagd, omdat je binnen zulke beperkte kaders moet functioneren”, blikt hij terug. „Je speelde alleen psalmen, en lang niet elke psalmbewerking werd gepruimd. Dat daagde uit tot improviseren. Toen ik in 1983 het Nationaal Orgelimprovisatieconcours in Bolsward won, sprak de recensent in het RD over „het prototype van de kerkorganist.” Dat was misschien wat veel eer, maar het toonde wel aan dat datgene wat ik in Bolsward had laten horen op één lijn lag met wat er zondags in de Zuiderkerk te horen was. Klaas Bolt was in die tijd een belangrijk voorbeeld voor me.”

Na zijn vertrek uit de Zuiderkerk, in 2004, speelde Sanderman in diverse hervormde kerkgebouwen in Rijssen. Vanaf 2013 werd dat alleen de Schildkerk. „Ik speel hier nu vrijwel alle diensten van kwart voor elf. Spelen op één plek heeft als voordeel dat je met de gemeente iets kunt opbouwen, wat de gemeentezang absoluut ten goede komt. Sinds 2000 wordt hier ritmisch gezongen. En sinds vorig jaar zingen we ook uit de bundel ”Weerklank”.”

Daarnaast begeleidt Sanderman geregeld diensten in de protestantse gemeente van Hellendoorn, een confessionele gemeente die zingt uit het nieuwe Liedboek. „Ze zingen véél, soms wel dertig coupletten in een dienst, en ze zingen goed! Als je zoveel zingt, geen losse coupletjes maar vaak liederen als geheel, moet je als organist ook geen lange voorspelen maken.”

Wat vindt u belangrijk in het begeleiden van de erediensten?

„Ik hecht eraan dat er goed wordt gezongen, daarvoor zit je er als organist. En goed zingen is niet alleen maar hard zingen. Liever niet zelfs. Het wordt zo gauw in decibels gemeten. Belangrijk vind ik dat er gewoon lekker in de cadans wordt gezongen. En verder dat de liturgie verzorgd is. Als ik naar de kerk van All Saints Margareth Street in Londen ga, geniet ik van de liturgie waarin alles klopt en goed loopt.”

Een grote ontwikkeling de laatste jaren is het binnendringen van lichte muziek en gospelmuziek in de gereformeerde erediensten. Hoe kijkt u hier tegenaan?

„Zolang we de zingende gemeente belangrijk vinden in de eredienst, moeten we zuinig zijn op het liedmateriaal dat zich door de eeuwen heen heeft bewezen als zingbaar: de psalmen en de klassieke gezangen. Engelse hymns, heerlijk! Veel muziek waarin invloeden van pop en gospel merkbaar zijn, is meer luistermuziek. Daar heb je een leadzanger voor nodig en een praiseband. Als kerkganger word je dan meer de toeschouwer die een beetje meeneuriet. Onlangs hadden we in de Schildkerk een missionaire dienst waarin een paar tienermeiden een lied van de band Sela zongen. Dat komt het beste tot z’n recht met pianobegeleiding. Ik heb toen op keyboard begeleid. Maar dat was dus een solistische bijdrage, geen gemeentezang.”

Hoe voelt kerkmusicus Sanderman zich achter een keyboard?

„Op dat moment was het functioneel. Ik zoek dit niet op, maar als het zich aandient, ga ik het niet uit de weg. Het lied paste bij het thema van de dienst.”

Was u vroeger meer op de barok georiënteerd?

„Nou nee, dat vind ik niet. Waar ik altijd moeite mee heb gehad, is dat ik het etiket ”barok” krijg opgeplakt. Kijk maar wat ik heb geschreven, ook als voorzitter van de Vereniging van Organisten der Gereformeerde Gemeenten. Daar zitten romantische stukken tussen. Qua stijl ben ik altijd breed geweest.

Wel kun je stellen dat ik terecht ben gekomen in een liturgische situatie waarin ook gezangen worden gezongen en waarin ruimte is voor een niet-koraalgebonden stuk. Dan krijg je een prikkel om ook andere dingen te gaan doen. In die zin kun je wel spreken van verbreding.”

U speelt nu gerust ”Popstücke für Orgel” van Michael Schütz. Zou u dat twintig jaar geleden ook op een VOGG-bijeenkomst hebben gespeeld?

Sanderman glimlacht. „Nee, dat niet. Maar dat wil niet zeggen dat ik het toen niet ook al leuke muziek vond. Alleen: dat kon dat je daar niet kwijt. Op het conservatorium kreeg ik naast algemene vakken ook les in jazzakkoorden. Dat heb ik ontzettend verrijkend gevonden. Mijn leraar Jaap Dragt zei: Kijk alsjeblieft een beetje verder dan je orgelneus lang is.”

Waar legt u de accenten in uw lespraktijk?

„Goed orgelspel tijdens de kerkdienst is reclame voor het instrument. Slecht orgelspel zou best eens de reden kunnen zijn waarom de jeugd het orgel vaak links laat liggen. Ik probeer m’n leerlingen een goede technische basis te geven en ze kennis te laten maken met veel muziek. Ik vind het mooi als ik zie dat ze als kerkorganist serieus bezig zijn en niet de weg van het makkelijke succes zoeken.”

U heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de liedbundel ”Weerklank”. Hoe kijkt u terug op dit project en op de ontvangst van de bundel?

„”Weerklank” is echt bedoeld als bundel voor de eredienst. De liederen die daarin een plaats kregen, moesten zingbaar zijn voor een gemeente. Organist Rien Donkersloot en ik hebben vervolgens ook de begeleidingsbundel gemaakt, waarin we voor alle gezangmelodieën een zetting componeerden. Intussen zingen 55 gemeenten uit ”Weerklank”. De ontvangst is dus positief; daar zijn we dankbaar voor.”

Jubileumavond Schildkerk op 18 oktober

Op woensdag 18 oktober is het veertig jaar geleden dat Dick Sanderman werd benoemd als kerkorganist. Ter gelegenheid van dit jubileum vindt op die datum een avond met samenzang en orgelspel plaats in de Schildkerk in Rijssen, waar Sanderman zelf het orgel bespeelt. Dr. J. D. Th. Wassenaar, predikant van de protestantse gemeente Hellendoorn en voorzitter van de Commissie Orgelzaken van de Protestantse Kerk in Nederland, zal spreken over orgelspel in de eredienst. Aanvang 19.30 uur.

>>dicksanderman.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer