In Noord-Brabant verdwenen 450 kerken, er volgen er nog 200
Noord-Brabant is waarschijnlijk de provincie waar de meeste kerken zijn verdwenen. De laatste twee eeuwen werden er niet minder dan 450 kerkgebouwen gesloopt. Dr. Wies van Leeuwen schreef er een boek over: ”De verdwenen kerken van Noord-Brabant”.
De provincie Noord-Brabant telt nog ruim 600 kerkgebouwen. „Het is de vraag hoeveel er over twintig jaar nog zijn”, zegt dr. Van Leeuwen. De architectuurhistoricus uit ’s-Hertogenbosch is echter niet pessimistisch. Hij ziet in zijn provincie een groeiend bewustzijn ten aanzien van het behoud van kerken, zeker als het om historische gebouwen gaat. Dat is een van de redenen waarom hij ”De verdwenen kerken van Noord-Brabant” schreef.
Die waardering voor kerken was er in de negentiende eeuw veel minder, ook als het om middeleeuwse kerkgebouwen ging. Deze waren na de Reformatie in gebruik genomen door protestantse gemeenten, terwijl de rooms-katholieken gebruik moesten maken van een schuur of van een ander gebouw dat dienst kon doen als schuilkerk. De gereformeerden, die op de meeste plaatsen in Noord-Brabant maar klein in getal waren, gebruikten meestal slechts een deel van de kerk voor de eredienst. In het andere gedeelte werd school gehouden of woonde de koster.
Nieuwbouw
Vanaf de Franse tijd (rond 1800) kregen de rooms-katholieken, die in de meeste plaatsen in Noord-Brabant in de meerderheid waren, weer de beschikking over een groot deel van de middeleeuwse kerken. „Die verkeerden dikwijls in slechte staat”, zegt Van Leeuwen. „De pastoors hadden daarom liever een nieuwe kerk die niet zo veel onderhoud vergde, gemakkelijker in gebruik was en meer opviel. Zo is het bijvoorbeeld gegaan met de middeleeuwse kerk in Berghem, die in 1858 werd vervangen door neogotische nieuwbouw.”
In de tweede helft van de negentiende eeuw volgde een tweede golf van kerkbouw. De zelfbewuster geworden rooms-katholieke bevolking groeide snel en de kerken werden te klein. „De nieuwbouw ging soms in fasen”, vertelt Van Leeuwen. „Men bouwde eerst een nieuw stuk aan een oude, middeleeuwse kerk. Later werd de oude kerk afgebroken en vervangen door een neogotisch gebouw. De negentiende eeuw was de tijd van de bouw van hoge kerktorens. Voorbeelden hiervan zijn Cuijk, Steenbergen en Stratum. De toren van de Joriskerk in Stratum is met zijn 88 meter de hoogste in de provincie, en dat was ook de bedoeling.”
Wrang
Het aantal rooms-katholieken in Noord-Brabant nam tot na de Tweede Wereldoorlog toe. De grootste bloei beleefde de kerk in de jaren zestig, kort voordat de neergang inzette. Maar ook in deze bloeitijd werden kerken gesloopt. Van Leeuwen: „Door de sterke bevolkingsgroei stonden de kerken vaak niet meer op de goede plek. In ’s-Hertogenbosch waren maar liefst vier of vijf kerken in het oude centrum. Dat was niet ideaal. Men bouwde daarvoor in de plaats nieuwe kerken in nieuwe wijken.
In Helmond stonden twee grote kerkgebouwen –de Heilig-Hartkerk en de Lambertuskerk– dicht bij elkaar. De Heilig-Hartkerk is in 1955 gesloopt. In plaats daarvan werd er in een buitenwijk een nieuwe, grotere kerk met dezelfde naam gebouwd. Het is wrang dat deze kerk binnen dertig jaar alweer werd afgebroken”, aldus Van Leeuwen.
In de jaren 60 werden in nieuwe wijken meer grote kerken neergezet die intussen weer zijn gesloopt. De in de tweede helft van de eeuw ingezette massale kerkverlating was nog niet te voorzien. Van Leeuwen noemt als voorbeeld de Maria Reginakerk in Boxtel, die in 1960 werd gebouwd en in 2007 tegen de vlakte ging. De Petrus Bandenkerk te Bergeijk werd in 1965 ingewijd en al in 1994 gesloopt. De verdwijning van deze nieuwe kerken illustreert de snel om zich heen grijpende secularisatie in Noord-Brabant.
Waarom is het jammer dat die kerken gesloopt zijn?
„Hierdoor zijn veel steden en dorpen een fase uit hun geschiedenis kwijtgeraakt en ontbreekt een deel van hun cultuur. Berlicum is –sinds 2016– het eerste Noord-Brabantse dorp dat geen rooms-katholieke kerk meer heeft.
Ook verdwijnt er met de sloop van kerken veel schoonheid. Het silhouet van Breda werd een eeuw geleden gedomineerd door vier grote kerken. Nu zijn er nog twee over: de Antoniuskerk en de Grote Kerk. De Maria-Hemelvaartkerk en de Barbarakathedraal zijn afgebroken, waardoor het stadsbeeld is verarmd en vervormd.”
Hebben protestanten belang bij het behoud van rooms-katholieke kerkgebouwen?
„Noord-Brabant telt ook protestantse kerkgebouwen. Bovendien is er opvallend veel belangstelling van protestanten voor rooms-katholieke kerkgebouwen, bijvoorbeeld voor de Sint-Janskathedraal in mijn woonplaats ’s-Hertogenbosch, ook vanuit reformatorische hoek.
Tijden zijn veranderd. In de negentiende eeuw plaatste architect Pierre Cuypers een Mariabeeld bij het portaal van de protestantse Walburgiskerk in Zutphen. Veel kerkgangers gingen om die reden toen door een andere ingang naar binnen. Ik denk dat die tijd goeddeels achter de rug is. Overigens waren de gereformeerden in de zestiende en de zeventiende eeuw ook niet altijd even principieel. Zo bleven de afbeeldingen van heiligen op het doksaal van de Sint-Janskathedraal gewoon staan toen de kerk in gebruik werd genomen door de gereformeerden.”
Hoeveel kerken gaan er de komende tijd dicht in Noord-Brabant?
„Naar verwachting sluiten in deze provincie de komende twee decennia 200 à 250 kerken hun deuren. Het zou belachelijk zijn als deze gebouwen zouden worden gesloopt. Laten we er eendrachtig een nieuwe bestemming voor zoeken als ze niet meer te behouden zijn voor de eredienst. Gelukkig zie je initiatieven hiervoor in de dorpen ontstaan. Zo hebben parochianen van Biest-Houtakker hun kerk gekocht en is de kerk van Ontelbeers omgevormd tot dorpshuis.”
Tongelre
Een van de mooiste kerken in Noord-Brabant die zijn gesloopt is volgens dr. Wies van Leeuwen die van het dorp Tongelre. Schip en koor dateerden uit de dertiende eeuw. Toren, dwarsschepen en zijbeuken werden twee eeuwen later bijgebouwd. De kerk was opgetrokken uit baksteen met een verfijnde opbouw van gevels en muren tot aan de lage torenspits. Een boeiend detail vormden de lage raampjes, hoog onder het dak, begeleid door smalle blinde nisjes, een beetje scheef, maar ambachtelijk gaaf. Het kerkgebouw is in 1888 gesloopt. Het was te laat voor een reddingsactie. Van Leeuwen in ”De verdwenen kerken van Noord-Brabant”: „Het visioen van de kathedraalachtige nieuwbouw met zijn dubbeltorens overschaduwde elk verlangen naar behoud van het oude.”
Budel
Over de sloop van de middeleeuwse kerk van Budel is veel te doen geweest. In 1902 berichtte de burgemeester van Budel aan de minister van Binnenlandse Zaken dat het kerkbestuur een nieuwe kerk wilde en dat de toren en een deel van de oude kerk zouden worden afgebroken. W. Scheepens van de afdeling kunsten en wetenschappen van het ministerie maakte een beschrijving met foto’s van het gebouw. Hij noemde het gebouw een waardevolle veertiende-eeuwse kerk met een dikke toren die in goede staat verkeerde en vanbuiten nauwelijks veranderd was en had het over een opvallende opeenvolging van klimmende zadeldaken. Het ministerie betreurde de niet-gemotiveerde afbraak van het kerkgebouw en bood het kerkbestuur een ontwerp aan waarbij de kerk zo veel mogelijk behouden bleef. Het kerkbestuur ging niet op het plan in en de kerk werd in twee fasen, in 1903 en 1911, afgebroken.
Open Kerkendag
Om de bevolking van Noord-Brabant bewust te maken van het culturele belang van kerkgebouwen organiseert Stichting De Brabantse Hoeders op 25 en 26 november een Open Kerkendag. De stichting streeft ernaar dat dan alle 600 Noord-Brabantse kerken geopend zijn voor het publiek. Bewustwording draagt volgens de stichting bij aan het vinden van een goede herbestemming voor kerken die aan de eredienst zijn of worden onttrokken. „De komende jaren is het herbestemmen van kerken het grootste culturele probleem van Brabant”, aldus De Brabantse Hoeders.
Boekgegevens
”De verdwenen kerken van Noord-Brabant”, Wies van Leeuwen; uitg. Wbooks, Zwolle, 2017; ISBN 978 94 6258 210 1; 128 blz.; € 24,95.