Een SGP-raadslid, -statenlid of -Kamerlid citeert in zijn werk regelmatig de Bijbel. Toch? Mmm, zo eenvoudig ligt dat niet. Om politici te helpen hoe je op gepaste wijze een Schriftwoord kunt aanhalen, publiceerde het wetenschappelijk instituut van de partij een boekje. „Wees je altijd bewust van de context.”
De vroegere partijleider ir. H. van Rossum, Kamerlid van 1967 tot 1986, hield het in zijn dagen z’n mede-SGP’ers al voor: Beste mensen, tijdens een debat de Bijbel citeren is prima, maar doe het alstublieft zorgvuldig en met oog voor de context van toen en van nu.
Als voorbeeld gebruikte hij de destijds actuele ontwikkeling van de ruilverkaveling in de landbouw. Van Rossums boodschap aan zijn partijgenoten: breng die ruilverkaveling níét in verband met de oudtestamentische geschiedenis van de wijngaard van Naboth, het erfdeel dat door de goddeloze koning Achab met grof geweld werd ingepikt.
Waarom niet? Het Israëlitische erfrecht van destijds is niet te vergelijken met hoe eigendomsverhoudingen in onze tijd functioneren. Bovendien lijkt de voornaamste boodschap van 1 Koningen 21 om te laten zien hoe hardnekkig goddeloos Achab en Izebel leefden en handelden.
Het voorbeeld wordt uitvoerig besproken in het boekje ”Politiek met de Bijbel. Over het Schriftberoep in het publieke debat”, dat het wetenschappelijk instituut (WI) van de SGP vandaag naar buiten bracht. Auteur en redacteur is de 23-jarige René Heij, lid van de steunfractie van de SGP in Ermelo. De theoloog Heij is als trainee werkzaam bij de gemeente Urk. In de achterliggende twee jaar werkte hij als stagiair bij het WI aan de nota over Schriftberoep. De meeste hoofdstukken schreef hij zelf, andere redigeerde hij.
Weten SGP’ers niet wanneer en hoe ze zich op de Bijbel moeten beroepen?
„Zo zou ik het niet willen zeggen. Maar het WI van de SGP kreeg de achterliggende jaren wel regelmatig signalen van met name raadsleden, in de trant van: we zouden best wat handvatten kunnen gebruiken over hóé je je, in heel praktische debatten, bijvoorbeeld over de ruimtelijke ordening, nu eigenlijk op de Bijbel beroept. Of moet je dat in veel gevallen maar helemaal niet doen? En wat als politici van andere partijen totaal niet begrijpen waar jij naar verwijst? Om hen enigszins behulpzaam te zijn, schreven we deze nota.
Daar komt bij dat de SGP in de in 2016 verschenen publicatie ”Gerechtigheid verhoogt een volk” haar vertegenwoordigers opriep „vrijmoedig en zelfbewust Bijbelwoorden te citeren die passen in de context en bij het betreffende politieke vraagstuk.” Ook dat riep de vraag op: prima, maar hóé dan?”
Moet de Bijbel er in de politiek altijd bij gehaald worden?
„Nee. Met name op gemeentelijk niveau kunnen er zulke praktische zaken spelen, over het plaatsen van een stoplicht of het omleggen van een weg, dat dit niet voor de hand ligt. Maar het andere uiterste is dat je als raadslid alleen bij de Algemene Beschouwingen naar de Bijbel en naar je diepste uitgangspunten verwijst, en de rest van het jaar niet of nauwelijks. Veel SGP-politici voelen zich dáár ook niet prettig bij. Vandaar dat het WI probeert met hen mee te denken.”
Wat vond u, in de achterliggende tijd, een mooi voorbeeld van gepast en functioneel Schriftgebruik in de gemeentepolitiek?
„Het was, geloof ik, in Zeeland, tijdens een klankbordbijeenkomst met lokale politici, dat een SGP-volksvertegenwoordiger vertelde hoe hij tijdens een debat over een ruimtelijkeordeningsthema verwezen had naar Psalm 8 en naar artikel 12 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. In dat artikel staat onder meer dat God Zijn schepping onderhoudt en regeert met Zijn oneindige kracht „om de mens te dienen, opdat de mens Zijn God zou dienen.” Het raadslid had dit gebruikt om iets van zijn verwondering over te brengen over de Schepper, over Zijn werk en Zijn goedheid. Zo van: „Wat een verantwoordelijk werk hebben wij politici dan, om met onze omgeving, Zijn schepping, verstandig om te gaan.” Dat vond ik een mooi voorbeeld van verwijzen naar de Bijbel en naar het christelijk geloof.”
Voor de Tweede Wereldoorlog en ook in de jaren vijftig of zestig wisten politici van andere partijen nog wat de Bijbel was en wat er zo ongeveer in stond. Maar anno 2017 wordt een SGP-raadslid dat iets citeert uit het Woord van God toch nauwelijks nog begrepen?
„Dat is inderdaad een steeds groter probleem. Toen een raadslid tijdens een vergadering een keer verwees naar ”de Heilige Schrift”, werd hij in de pauze door een seculiere collega aangesproken met de vraag: „Joh, hebben jullie dan ook, net als de hindoes, heilige geschriften?”
Dat laat zien dat je als christenpoliticus weinig meer als bekend kunt veronderstellen. In je betoog of repliek alleen een Bijbeltekst in de Statenvertaling citeren, zonder verdere toelichting, kan eigenlijk niet meer. Al blijft er natuurlijk een groot verschil tussen of je dat in Staphorst doet of in Zoetermeer.
Maar in zijn algemeenheid geldt: er is veel uitleg nodig. Veel raadsleden kiezen ervoor de Bijbel, als ze ernaar verwijzen, voor een deel te parafraseren. En dat begrijp ik heel goed.”
U schrijft dat het onbegrip van seculieren nog groter is geworden na 11 september 2001...
„Het was de vorige SGP-leider Van der Vlies die dat al snel signaleerde. „Na de elfde september is de publieke aandacht gericht op fundamentalistische stromingen, in welke godsdienst dan ook”, zei hij in februari 2002 in een interview met het dagblad Trouw. Dus het is niet alleen de secularisatie die ons parten speelt, maar inderdaad ook de opkomst van het moslimterrorisme. Daardoor moeten SGP’ers nog beter uitleggen wat hen beweegt en waarin zij verschillen van andere orthodoxe religies. Voor je het weet kan een Bijbeltekst die jij citeert, verkeerd begrepen worden en in het debat een eigen leven gaan leiden.”
Wat is eigenlijk precies de functie van het citeren van de Bijbel in een politiek betoog? Een andersdenkende ermee overtuigen kun je niet. Die erkent immers überhaupt het gezag niet van het Boek waaraan jij zo veel autoriteit toekent?
„Als je je oor te luisteren legt bij SGP-raadsleden, merk je dat dit een van de lastige punten is. Neem de kwestie van de winkelopenstelling op zondag. Als er nu één thema is dat naast praktische ook heel principiële kanten heeft én waar de gemeenteraad ook echt veel over te zeggen heeft –zelfs meer dan vroeger–, dan is het de uitvoering van de Winkeltijdenwet. We besteden er in ons boek dan ook veel aandacht aan.
In de praktijk zie je dat SGP’ers in een debat over deze zaak eigenlijk altijd wel verwijzen naar de Bijbel. Hóé men dat doet, verschilt. Je kúnt regelrecht het vierde gebod citeren, maar voor je het weet loop je dan toch vast in de discussies die dat oproept. „De Tien Geboden? Ik erken de autoriteit daar niet van.” Of: „De sabbatdag? Maar dat is toch de zaterdag?”
Daarom zie je dat veel SGP-volksvertegenwoordigers het vierde gebod uitleggen en inkaderen in een bredere redenering. Zo van: dit gebod impliceert dat we geen slaaf moeten worden van de 24 uurseconomie, dat we in elke week een vast, gezamenlijk rustpunt nodig hebben, en dat dit in een christelijk land de zondag behoort te zijn.
Tegelijk zie je dat veel raadsleden als ze andere partijen echt willen overtuigen of tot een aangepast standpunt willen brengen, daarnaast andere argumenten inbrengen. Zoals: het is slecht voor de kleine ondernemers en voor het milieu. Of: enquêtes tonen aan dat de bevolking dit helemaal niet wil.
Dat maakt overigens die meer Bijbelse argumentatie niet overbodig. Politici hechten terecht aan een goede fundering van hun standpunt. Ze willen, aan zichzelf en aan anderen, laten zien waar hun visie vandaan komt.”
Waarom denkt u dat dit boek raadsleden gaat helpen?
„Onder meer omdat we tijdens het schrijven ervan met enkele klankbordgroepen hebben gewerkt, waarin raadsleden en ook wel Statenleden en enkele wethouders zaten. Daaruit konden we in de eerste plaats afleiden dat het thema ”Schriftberoep in de politiek” sterk leeft. Soms hoefde ik als discussieleider maar één vraag te stellen, en de aanwezigen raakten al een kwartier of langer onderling in gesprek over alle haken en ogen die er aan dit onderwerp zitten.
Verder hebben we geprobeerd de nota zo praktisch mogelijk te houden. Na een wat meer theoretisch deel, maken we het steeds concreter en gaan we in afzonderlijke paragrafen in op onder meer overheidsfinanciën, economische ordening, landbouw, veeteelt en visserij, enzovoort. En dan steeds de link naar: wat zegt de Bijbel erover en hoe zou je dit ter sprake kunnen brengen. Met aan het eind nog een afzonderlijk register van relevante Bijbelteksten.”
Het boek is gericht op een typisch Nederlandse situatie?
„Ja. Tegelijk kregen we opmerkelijke reacties toen we over dit boekje iets schreven in een Engelstalige brochure van de European Christian Political Movement (ECPM). Zo reageerden mensen uit het Verenigd Koninkrijk en uit Zweden, landen waar expliciet christelijke partijen zo klein zijn dat ze in dat kiesstelsel totaal niet aan de bak kunnen komen, in de trant van: „Hé, Schriftberoep in de politiek? Wat is dat voor een thema? Interessant! Daar willen we best meer over horen.”
Blijkbaar heeft het ook voor hen enige relevantie. En het is dan wel mooi om te zien dat wij, met een traditie van zo’n anderhalve eeuw van christelijke politiek, iets voor anderen kunnen betekenen en hen op een bepaald denkspoor kunnen zetten.”
VVD-senator Schaap: Bijbel ook nuttig voor ongelovige
„Naar mijn mening is de Bijbel een rijke bron voor het ontdekken en interpreteren van waarden van waaruit je het leven en samenleven sturing kunt geven. Dit geldt ook voor onkerkelijken en ongelovigen”, zei VVD-senator Schaap deze zomer in een interview met het Nederlands Dagblad.
Schaap is een van de sprekers op een bijeenkomst op 12 oktober in Nijkerk, waar het WI van de SGP het boek ”Politiek met de Bijbel. Over het Schriftberoep in het publieke debat” (uitgegeven bij De Banier, Apeldoorn) presenteert.
Naast Schaap en auteur Heij MA, voert ook ir. M. Houtman, SGP-bestuurder in ruste, het woord. Hij laat zijn gedachten gaan over het thema ”Receptenboek of richtingwijzer? Over het gebruik van de Bijbel bij dilemma’s in de bestuurlijke praktijk”.
Na de presentatie is er een forum en kunnen de aanwezigen, onder leiding van drs. J. A. Schippers, directeur van het WI, met elkaar van gedachten wisselen.