Economie

„Er blijft altijd vraag naar speciaal gedraaid touw”

Vanachter de vestingmuur van Elburg volgen belangstellende toeristen hoe touwslager Willem Joost Deetman een nieuw touw vervaardigt op de touwbaan net buiten de Vischpoort. Hij gebruikt synthetische vezels – in plaats van hennep, zoals in vervlogen tijden. Het proces van het touwslaan is in al die eeuwen amper gewijzigd.

Jan Kas
11 August 2017 20:21Gewijzigd op 16 November 2020 11:13
Touwslager Willem Joost Deetman uit Elburg levert speciaal touw: kabelaring, de stootrand van dik gedraaid touw voor sloepen en vletten. beeld Niek Stam
Touwslager Willem Joost Deetman uit Elburg levert speciaal touw: kabelaring, de stootrand van dik gedraaid touw voor sloepen en vletten. beeld Niek Stam

„Een museum zijn we niet”, zegt broer Jan Coenraad. „Dat denken mensen die een kijkje komen nemen soms. Die willen we best te woord staan, maar werk gaat voor. We draaien weliswaar touw op traditionele wijze, maar wel degelijk commercieel. Het touw dat we maken, is bij ons besteld.”

Willem Joost (55) en Jan Coenraad (50) oefenen als tiende generatie Deetman in Elburg het ambacht van touwslager uit. De lijnbaan werd in 1745 in gebruik genomen.

De visserij was in het verleden grootafnemer van de touwslagerij, voor netten, scheepstrossen en tuigage. Nu moeten de Deetmannen het vooral hebben van de watersport, naast incidentele opdrachten voor bijvoorbeeld sierletters, siertouw en touw voor zeilen op molenwieken. De broers Deetman vullen elkaar aan. Jan Coenraad beheert de winkel en de technische zaken, Willem Joost is vooral de ambachtsman.

Aan de bak

„Meteen van school af begon ik hier”, vertelt Willem Joost. „Vader, die al wat op leeftijd was, had een zwakke gezondheid. Daardoor kon ik meteen aan de bak.” Dat was achteraf bezien tijdens een overgangsperiode voor de touwslagerij.

„De visserij vanuit Elburg was een aflopende zaak nadat een groot deel van de Zuiderzee was drooggelegd”, aldus Willem Joost. „Bovendien kwamen er motoren in de schepen, het zeilwerk verdween. Daardoor was er minder touwwerk nodig. Staaldraad en kettingen kwamen ervoor in de plaats.” Ook de landbouw, de tweede bron van inkomsten, veranderde. „Koeien gingen de loopstal in, dus was het eveneens gebeurd met de levering van koetouwen aan de boeren.”

Sloepen en vletten

De Deetmannen vonden een nieuwe broodwinning: kabelaring, de stootrand van dik gedraaid touw net onder het gangboord van sloepen en vletten. De decoratieve bescherming tegen schade bij het afmeren, die meestal geheel rond het vaartuig is aangebracht, wordt op maat gemaakt. Daar hoort veelal ook een gebreide of losse leguaan bij, een stootkussen dat voor extra stevigheid aan de voorkant zorgt.

„Touwfabrieken maken geen kabelaring. Het is geen massaproduct, vandaar dat wij het draaien”, licht Willem Joost toe. „Bij een motorkruiser van 12 meter komt een hele set –touw van 12 centimeter dikte en een leguaan op kop– op 2500 euro.”

De Elburgse touwslagerij levert kabelaring aan werven, voor nieuwbouw, maar ook aan particulieren die na een jaar of twintig het touw op hun boot willen vervangen. „Echt touw versleet door verrotting, bij de kunstvezels is de ultraviolette straling van het zonlicht de boosdoener.”

De touwen worden volgens een eeuwenoude productiemethode vervaardigd. Willem Joost demonstreert het en de toeristen kijken mee. Een met zwerfkeien verzwaarde slee houdt de touwstrengen strak terwijl ze rondgedraaid worden. Dat draaien gebeurt sinds een halve eeuw machinaal, voordien werd dat met de hand gedaan.

Touwslaan is „niet moeilijker dan het werk van een goede timmerman”, zegt Willem Joost. „Je moet alleen aanvoelen hoe hard of zacht een touw gedraaid moet worden, mede afhankelijk van het doel waarvoor het gemaakt wordt en welke belasting je er bij het draaien op legt.”

Over de toekomst van de touwslagerij hebben de broers geen zorgen. „Er zal altijd vraag blijven naar speciale producten van gedraaid touw”, meent Willem Joost. „Anders dan een fabriek kunnen wij ook in kleine hoeveelheden leveren. Dat is onze sterke kant.”

Er zijn nog twee echte

In Nederland zijn nog maar twee echte, ambachtelijke touwslagerijen. „Wat noem je een touwslagerij? Andere touwproducenten zijn in wezen touwfabrieken”, zegt Willem Joost Deetman.

De ‘collega’ van de Deetmannen in Elburg is touwslagerij Steenbergen in Gorssel, bij Zutphen, in 1900 opgericht en ook nog altijd een familiebedrijf. Steenbergen maakt veel klimtouwen, touwladders, klimnetten en springtouwen, onder meer voor gymnastieklokalen en sportzalen. Ook levert het bedrijf aan defensie: trainingsmateriaal voor soldaten en mariniers.

Bekende touwfabrieken zijn Gebr. Schouten in Ouderkerk aan den IJssel, LangmanTouw in Nijkerk en Van der Lee in Oudewater. De laatste onderneming was volgens Deetman de oudste touwslagerij van Nederland: die bestaat sinds 1545.

zomerserie Vergeten ambachten

Over oude beroepen die, soms in een nieuw jasje, nog altijd worden uitgeoefend. Deel 6: de touwslager.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer