Koninklijk Huis

Het jachtchalet van koning Willem III

tekst Anne Vader beeld RD, Henk Visscher

Anne Vader
10 August 2017 14:46Gewijzigd op 16 November 2020 11:13
De stijlkamer van koning Willem III is nog geheel in oude luister. beeld RD, Henk Visscher
De stijlkamer van koning Willem III is nog geheel in oude luister. beeld RD, Henk Visscher

Koning Willem III rustte in het Aardhuis uit van intensieve jachtpartijen. Op de plek waar hij en zijn medejagers wellicht zelfgeschoten zwijn of hert verorberden, kunnen bezoekers kennismaken met de dieren die ten prooi vielen aan de koninklijke jachtgeweren.

Midden in de bossen, de kroondomeinen rond Paleis Het Loo, op het hoogste punt van de Veluwe, zo’n 10 kilometer van het paleis in Apeldoorn: daar vind je het Aardhuis. Op de plek waar vandaag de dag een museum en een wildpark zijn, bevonden zich in vroeger tijden een militair oefenterrein en een jachtgebied.

Een telefoon –150 jaar oud– bij de ingang van het museum herinnert aan de tijden van weleer. „Daarmee kon men rechtstreeks contact leggen met Paleis Het Loo”, vertelt J. A. B. Bekking, voorzitter van de stichting van het Aardhuis. „Zo gaf men een bestelling door voor bijvoorbeeld de lunch. Een ruiter te paard bracht die dan langs.”

Jachtverbod

Begin negentiende eeuw gebruikten militairen het veld rondom het Aardhuis nog voor exercities. Koning Willem II zag er echter ook een aantrekkelijk jachtgebied in. Zijn zoon zorgde ervoor dat er een pand werd gebouwd waar de jagers konden uitblazen, een goede maaltijd konden gebruiken en het glas heffen op de buit. Ook Wilhelmina’s echtgenoot, prins Hendrik, streek tijdens jachtpartijen graag neer in het chalet.

Met een verbod op de drijfjacht in de jaren zeventig verloor het gebouw zijn functie. Volgens Bekking heeft prins Bernhard zich sterk gemaakt voor de instandhouding van het Aardhuis. „Hij vond het belangrijk dat mens en dier dicht bij elkaar zijn.”

Zo is het ook gegaan. Bij de balie in de voormalige jachthut zijn pakketjes te koop met voedsel voor wilde zwijnen. Die lopen even verderop achter een hek in het bos. Daar is ook een observatiehut voor wie herten wil spotten.

In oude stijl

In het museumgedeelte zijn opgezette dieren, geweien en werktuigen van stropers te zien. De –vroegere– grote dinerzaal is ingericht als expositieruimte. Daar kan de bezoeker in één vitrine de verschillen zien tussen de torenvalk, kiekendief, sperwer en buizerd. Ook de das, wasbeer, moeflon, een Schotse hooglander, zeearend, eekhoorns en allerlei soorten uilen hebben er een plekje gekregen. Verder is het vliegend hert, de grootste keversoort in Nederland en een beschermde diersoort, te bewonderen vanachter het glas.

Waar koninklijk servies en royaal gedekte tafels hebben plaatsgemaakt voor opgezette dieren, informatiezuilen en spelletjes voor kinderen, is de stijlkamer van koning Willem III nog wel helemaal in oude staat. „Wat er toen stond, staat er nu nog”, vertelt Bekking. Zoals het rek met antieke geweren die nog van Willem III zijn geweest. De kroonluchter en een stoel, gemaakt van geweistangen, stralen nog altijd iets uit van de koninklijke liefde voor de jacht.

Incognito

Moest het museum het in de beginjaren in 1974 nog met een paar duizend bezoekers doen, inmiddels trekt het Aardhuis elk jaar zo’n 40.000 mensen. „Daarmee zitten we aan het plafond”, constateert Bekking. De parkeerplaats van het rijksmonument kan nu eenmaal geen honderden auto’s bergen.

Ook de Oranjes komen zo nu en dan langs op het Aardhuis als ze in de kroondomeinen zijn – maar dan incognito. De voorzitter is niet van plan om daar veel over te onthullen. „Willem-Alexander is een gezellige kerel. Verder zeg ik niks.”

aardhuis.nl >>rd.nl/oranjespoor voor meer foto’s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer