Koninklijke familie bemoeide zich met Koloniën van Weldadigheid
Willemsoord, Wilhelminaoord, Frederiksoord. Koninklijke namen, en deze dorpen langs de grens van Overijssel en Drenthe, gesticht als Koloniën van Weldadigheid, werden ook gedeeltelijk betaald met koninklijk geld.
Vanuit Steenwijk kom je via het vlek Witte Paarden in Willemsoord. Oók een vlek, al is het groter. Het is vernoemd naar koning Willem II. ”Zondag wordt weer zo’n dag”, staat er op een spandoek dat tussen de bomen bij het kerkje is gespannen. In de kerk zit een bed & breakfast.
De naam van de Generaal Van den Boschschool herinnert aan de stichter van het dorp. Johannes graaf van den Bosch (1780-1844), die als militair in Nederlands-Indië had gediend, was de drijvende kracht achter de Maatschappij van Weldadigheid. Die werd opgericht om een oplossing te zoeken voor de werkloosheid en armoede die de Franse overheersing had nagelaten. Bijna een derde van de bevolking leefde van liefdadigheid.
De maatschappij stichtte zeven landbouwkoloniën. Stedelingen kregen er grond, huisvesting en onderwijs, en konden vervolgens in hun onderhoud voorzien door hun land te bewerken. Daarvoor werd goedkope, woeste heidegrond ontgonnen. Veel later kreeg een ”theaterspektakel” over het initiatief dan ook de titel ”Het pauperparadijs”, naar het gelijknamige boek van Suzanna Jansen.
Kinderen
De eerste kolonie was Frederiksoord, genoemd naar de beschermheer van de maatschappij, een zoon van koning Willem I. In 1820 bracht ene P. Nederlander –waarschijnlijk een schuilnaam– twee kinderen in Frederiksoord onder. Archiefmateriaal hierover is op raadselachtige wijze verdwenen.
De kinderen werden Willem en Marianne der Nederlanden genoemd. Er is verondersteld dat het buitenechtelijke kinderen waren van de kroonprins –de latere koning Willem II– en zijn maîtresse Marianna von Evers van Aldendriel. Zij was nog maar 13 jaar toen hun zoon Willem werd geboren, en Marianne volgde nog geen twee jaar later.
Museum
Vanuit Willemsoord kom je via de Koningin Wilhelminalaan en nog wat andere wegen in Wilhelminaoord, en vervolgens loopt een andere Koningin Wilhelminalaan kaarsrecht naar Frederiksoord.
Kaarsrecht waren de wegen en waterlopen in de koloniën. Ook de lage huisjes herinneren aan oude tijden. In het licht glooiende landschap ligt een middeleeuws landgoed, heerlijkheid De Eese, met onder meer een koetshuis, boerderijen en een houten landhuis.
In Frederiksoord vertelt Museum de Koloniehof het verhaal van vroeger. Er zijn streekproducten te koop, en boeken over de Koloniën van Weldadigheid. Er zijn wat voorbeeldakkertjes aangelegd, en er staat een kolonistenhuisje dat sinds december 2016 wordt verhuurd voor vakanties. Er zijn erfgoedroutes voor fietsers en wandelaars uitgezet en een gids verzorgt rondritten met de Kolonietram.
Werelderfgoed
Inmiddels zijn de koloniën bij Unesco voorgedragen voor het predicaat ”werelderfgoed”. Dat zou volgend jaar verleend moeten worden, precies twee eeuwen na de oprichting van de Maatschappij voor Weldadigheid en de stichting van Frederiksoord.
De maatschappij bestaat nog steeds, omgevormd tot een stichting die zorg draagt voor het beheer van 1400 hectare cultuur- en bosgrond, waaronder het Landgoed Boschoord van het Nationaal Park Drents-Friese Wold. Er is een database waarin de vroegere kolonisten en beambten van de koloniën terug te vinden zijn.dekoloniehof.nl
In deze zomerserie gaan we op zoek naar herinneringen aan het vorstelijk verleden.