De juiste bos riet op de juiste plek
Veel toekomst leek er voor het vak van rietdekker niet te zijn toen Gert Drost in 1973 als leerling begon. „Riet was niet meer in tel, er werden vooral dakpannen gelegd. Nu hebben rietdekkers weer volop werk, terwijl er heel wat bedrijven bij gekomen zijn.”
De zon schijnt deze ochtend niet te fel. Het is aangenaam weer voor de rietdekkers op de nieuwbouwwoning in Nijkerk. „We werken het hele jaar door buiten, heerlijk”, lacht Drost bij een bekertje koffie in de schaftkeet. „Op kou kun je je kleden. Alleen met sneeuw en regen gaan we niet het dak op, dat weer is slecht voor riet.”
Drost (59) is eigen baas, sinds 1985, de laatste jaren samen met zoon Nico (29). Op de loonlijst staan vijf vaste medewerkers. Daarnaast wordt geregeld de hulp van enkele zzp’ers ingeroepen.
Tussen de dertig tot veertig daken leggen Drost en zijn medewerkers jaarlijks. Eén dak vergt gemiddeld veertien dagen. Een rietdekker kan per dag 8 tot 10 vierkante meter aan. Eén vierkante meter kost de klant 80 tot 85 euro. Een kleine boerderij is met twee man te doen, doorgaans werkt Drost met ploegen van vier personen en heeft zijn bedrijf minimaal twee projecten tegelijk onderhanden.
Een mooie klus, vertelt de rietdekker uit Kootwijkerbroek, was laatst het opnieuw bedekken van een authentieke villa in het Gooi, opvallend gelegen in de ronding van de afrit Hilversum-Noord/Laren van de A1. „Met mooie details van vroeger, zoals de architect het destijds had getekend.”
Rietdekken is een prachtig vak, vindt Drost. „Niet alleen omdat je steeds buiten bent, je komt ook nog eens ergens. Boerderijen, villa’s, er zijn zo veel verschillende soorten huizen. Riet op een huis is gewoon mooi, het straalt warmte uit.” Niet elk huis leent zich voor riet. „Op een woning met een flauw dak moet je geen riet willen. Riet moet goed steil liggen, liefst op een helling van meer dan 45 of 50 graden.” Dat heeft te maken met de afwatering. „Het is van belang voor hoe lang een dak meegaat. Er zijn ook huizen waarvoor je niet iets anders moet bedenken dan riet. Op een mooie boerderij hóórt riet, een natuurproduct, daarop passen geen kille pannen.”
De dip in de jaren zeventig had alles van doen met de brandveiligheid. „Achter het traditionele rieten dak met latten en sporen zat een spouw. Als daar bij brand vuur in kwam, trok dat gewoon rond. Dat zette een dak volledig in de hens.” Gemeenten waren daarom streng in het toelaten van rieten daken. De omslag bracht het schroefdak, aldus Drost. „De dakconstructie is nu gesloten. Het riet wordt op een dichte ondergrond geschroefd. Voor de verzekering is dat net zo brandveilig als pannen. Riet is nu in, nieuwe villa’s en landhuizen krijgen vaak een rieten dak.”
Er is meer veranderd. „Rietdekken was vroeger niet het mooiste werk. Veel beroepen mechaniseerden, de rietdekker bleef met zijn bosje riet op de arm de ladder op gaan. Tegenwoordig hebben rietdekkers ook liften, steigers en hoogwerkers.”
Het ambachtelijke is wel gebleven. „Ik leerde nog een bos riet bevestigen door een draadje om een lat heen te knopen. Nu schroef je het riet vast met draad en een accuboormachine, maar het is nog altijd handwerk. Je moet wel een jaar of vier, vijf meelopen om het vak goed te kunnen verstaan. Elke bos riet is namelijk verschillend. Soms wil je het anders hebben maar is het nu eenmaal niet anders, als je begrijpt wat ik bedoel. Al is een bos riet niet altijd mooi glad, je moet er wel mee werken. Je blijft selecteren. Een spitse bos riet gebruik je voor een hoek, volle stengels leg je in het midden. De kunst van het vakmanschap is de juiste bos riet op de juiste plek te leggen.”
Ruim 1300 rietdekkers
Nederland telt 400 rietdekbedrijven waar in totaal ruim 1300 mensen werken. De gemiddelde bedrijfsgrootte ligt iets boven de drie man. „Exacte cijfers zijn lastig te geven”, zegt Henk Horlings, technisch secretaris van de Vakfederatie Rietdekkers. „Er zijn nogal wat vader-zoonbedrijven. Vader en zoon zitten vrijwel altijd samen op het dak, terwijl ze elk een inschrijving bij de Kamer van Koophandel hebben en dan voor twee tellen.” In de twintig jaar dat hij bij de federatie werkt, zag Horlings het aantal rietdekkers meer dan verdubbelen. „Daar zijn ook buitenlanders bij. Nederland zelf heeft niet genoeg rietdekkers voor het werk dat er is.” De klantenkring verschuift. „Recreatiewoningen en villa’s krijgen steeds vaker een rieten dak. Riet kan goed concurreren met de luxere dakpannen en leien.”
zomerserie vergeten ambachten
Over oude beroepen die, soms in een nieuw jasje, nog altijd worden uitgeoefend. Deel 1: de rietdekker.