„Serieuze kritiek op biografie blijft achter”
Nederland is met veel succes bezig een inhaalslag af te ronden als het gaat om de productie van goede biografieën. „Maar we zijn zuinig”, stelt dr. Hans Renders, directeur van het Biografie Instituut. „Het is ondenkbaar dat hier over wie dan ook meer dan één biografie verschijnt.”
Nederlanders zijn terughoudend als het gaat om het wroeten in andermans leven, verklaart Renders het ontbreken van een biografietraditie in Nederland. „De angst om onwelvoeglijk te zijn is groot. We hebben ook altijd een keurige pers gehad. Voor onthullingen in de privé-sfeer bestaan aparte bladen. Dat is bijvoorbeeld in Engeland wel anders.”
De Nederlandse volksaard speelt daarbij een rol. „We zijn minder sterk geneigd om mensen op een voetstuk te plaatsen. Complimenten uitdelen valt ons moeilijk. Bovendien kijken we graag eerst de kat uit de boom. Het is typerend dat pas de laatste jaren biografieën over onze grote zeehelden verschijnen. Voordeel is wel dat deze afstand in tijd een meer definitieve biografie kan opleveren.”
Fundamenteler gebrek is dat Nederlandse historici lange tijd niet hebben ingezien dat mensen een bepaalde tijd vertegenwoordigen. „In een biografie gaat het niet alleen om de persoon, maar ook om de context. Elsbeth Etty’s boek over Henriette Roland Holst is een goed voorbeeld. Zij vertelt het verhaal áchter haar leven, een verhaal dat niet verteld hadden kunnen worden in een andere vorm. Een biografie moet iets algemeens vermenselijken. Het is niet de bedoeling dat een biograaf alleen de doopceel van iemand licht. Daar hebben we het biografisch woordenboek voor. Van belang is wel dat de auteur een eigen visie hanteert, waardoor het verhaal zijn samenhang krijgt. Hoe uitgesprokener de schrijver in dit opzicht is, hoe meer ruimte er ook ontstaat voor een tweede biografie. In Frankrijk en Engeland is het heel normaal dat over één persoon verschillende biografieën verschijnen. Wanneer in Nederland een slechte biografie op de markt komt is dat meteen een gemiste kans.”
Een biograaf moet aantonen waarom iemand een biografie verdient, vindt Renders. „Het mag geen monografie van enkel wapenfeiten zijn. Het is te gek voor woorden dat Ger Verrips bijvoorbeeld zegt dat hij in zijn biografie van Karel van het Reve diens werk buiten beschouwing laat. Dat is paradoxaal.”
De biografie mag in Nederland een geaccepteerd en gewaardeerd genre zijn geworden, de serieuze kritiek blijft nog altijd achter, stelt Renders vast. „Op dit terrein is nog veel winst te boeken. Critici beperken zich te vaak tot het samenvatten van de inhoud van de biografie en koppelen daaraan de conclusie: mooi gedaan, of: niet mooi gedaan. Stel je voor dat een nieuwe roman van Mulisch op die manier zou worden besproken. Dat is ondenkbaar.”