Reformatorisch onderwijs: gezegend met een planthof dicht bij de kerk
Het vasthouden aan de kinderdoop en de totstandkoming van reformatorische scholen hebben eraan bijgedragen dat generaties jongeren voor de kerk behouden bleven. „De Heere heeft ons in de zuil veel goeds geschonken.”
Ds. G. W. S. Mulder zei dat woensdagmiddag tijdens een symposium in Hardinxveld van de reformatorische scholenorganisatie VGS. „Vergelijk het eens met gelijkgezinden in de Angelsaksische wereld en zie hoe weinig kinderen zij vaak in de kerk hebben. We hebben de Heere ervoor te erkennen dat het bij ons nog anders is.”
„We zijn gezegend met een planthof dicht bij de kerk”, zei ds. Mulder over de reformatorische scholen. „Het gaat erom dat de praktijk van het geestelijk leven wordt overgedragen, onder het beding van Gods soevereine genadewerking. Als we die planthof zouden kwijtraken en de beschermende waarde van het reformatorisch onderwijs wegvalt, wat zou dat de kerk aan nageslacht kosten?”
Er wordt overigens te gemakkelijk gesproken over de gezindte als zuil, vindt ds. Mulder. „De gereformeerde gezindheid zoekt mogelijkheden om zich in de samenleving te manifesteren. Daarbij heeft ze het sociologisch model van de zuil gebruikt.”
De predikant van de gereformeerde gemeente in Zoetermeer ziet hoe zijn gemeenteleden zelden gelijkgezinden tegenkomen. „Het is enorm guur in de stad; het is taai voor kinderen als ze alleen staan. Als u van plan bent de zuil op te heffen: doe het niet, want we hebben elkaar hard nodig.”
Ds. Mulder schilderde het ideaal van VGS-oprichter ds. G. H. Kersten: onderwijs waarin het gereformeerde beginsel de gehele schoolpraktijk doorademt. „We moeten het theocratisch beginsel niet uit het oog verliezen dat God recht heeft op ieders leven. Een ware vreemdeling heeft er smart over dat de wereld God verlaten heeft.”
In andere landen is het soms gemakkelijker om mensen met Gods Woord te benaderen dan in Nederland, ervaart ds. Mulder tijdens bezoeken aan zendingsgebieden. „De abortuswet en latere ontwikkelingen hebben iets gedaan met de ziel van ons volk. Er is een ingeschapen godskennis, maar soms heb ik het idee dat daar in Nederland niet alleen zure regen op neergedaald is, maar dat men er met een grote schuurmachine overheen gaat. In gesprekken is het moeilijk aansluiting te vinden als men merkt dat je uitgaat van de totale doodstaat van de mens.”
Ds. Kersten verlangde naar herkerstening van het Nederlandse volk, zei historicus drs. A. A. van der Schans. „Welke pogingen hebben we daartoe ondernomen? Onze opdracht is een zoutend zout te zijn. Als zout op een kluit gaat zitten, wordt het hard en smakeloos. Heeft de reformatorische gezindte een boodschap voor de lokale gemeenschap? Natuurlijk zit die gemeenschap daar vaak niet op te wachten. We moeten echter gelegenheden tot ontmoeting zoeken.”
Aanpassing
De kloof met de wereld wordt niet kleiner, stelde Van der Schans. „Doordat ook het cultuurchristendom verdwijnt, hebben we met onze omgeving weinig gemeenschappelijks meer. Bijna alle partijen zijn een beetje D66 geworden: het zelfbeschikkingsrecht staat voorop.”
„Onder de noemer van oefenen in weerbaarheid zie ik heel veel aanpassing aan de wereld plaatsvinden”, zei ds. Mulder. Hij zei te vrezen dat de noodzaak van bekering in de gereformeerde gezindte minder wordt genoemd. „Juist ook bij mensen in de voorhoede. Er is het gevaar van een verondersteld geloof. De uitholling van de belijdenis is een zorg: dan worden we nog reformatorisch genoemd, maar hoor je niet over de noodzaak van wedergeboorte en is er van onderscheid met de wereld steeds minder sprake. Laat de vreze des Heeren onze schoolpraktijk tekenen.”
De VGS actualiseert het identiteitsprofiel en een notitie over het toelatingsbeleid. „Binnen de vrijheid van onderwijs moet het mogelijk blijven dat scholen kiezen voor een gesloten toelatingsbeleid”, zei woordvoerder mr. J. G. Macdaniel.