Bewogenheid helpt oudere die levensmoe is
Voor wie zijn leven voltooid vindt, kunnen de zorgzaamheid en naastenliefde van anderen een omslag betekenen, stelt dr. A. A. Teeuw.
Het mooiste antwoord op de vraag wanneer een leven voltooid is, geeft de oude Simeon in Luk. 2:29: „Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.” Het gelovig aanvaarden van de Zaligmaker maakt het leven af.
De Bijbel beschrijft ook mensen die op God vertrouwden maar tegelijk gebukt gingen onder de last van het lijden. Elia wilde sterven, omdat zijn profetische opdracht mislukt leek. De zwaarte van het lijden maakte in Job doodsverlangen wakker. Toch zochten zij heil en steun bij God.
Dit laatste ontbreekt steeds meer in onze samenleving. Kerkelijke en religieuze kaders vallen weg, waardoor zingeving een andere invulling krijgt. Ook de visie op goed en kwaad verandert. De Bijbel is niet meer doorslaggevend, maar wat ik voel en vind. Het zelfbeschikkingsrecht staat centraal.
In de huidige discussie is ”voltooid leven” meestal een verzamelnaam voor „het is genoeg geweest”, „ik heb alles al gehad” en „ik lijd dagelijks.” De diepe grondtoon is: „Zo wil ik niet meer verder leven.”
Nieuwe wet
Volgens de euthanasiewet (2002) mag een arts het verzoek van een patiënt honoreren als er „ondraaglijk en uitzichtloos lijden” is. De politieke discussie spitst zich nu toe op de vraag of de euthanasiewet voldoende ruimte geeft aan mensen die hun leven voltooid vinden. Het is een vreemdsoortige discussie. Want feitelijk zoeken we (als wetgever en samenleving) naar een ruimere interpretatie van de woorden ”ondraaglijk en uitzichtloos lijden”, zodat hoogbejaarden (ouder dan 75 jaar) die nog redelijk gezond zijn maar hun leven wel als voltooid beschouwen, hun leven kunnen beëindigen.
Bij het lezen van levensverhalen van mensen die hun leven voltooid vinden, sta ik versteld van de vitaliteit die ze soms uitstralen (zie onder meer voltooidleven.nl). Ze hebben een volle agenda, zijn druk met tuin of hobby en doen yoga-oefeningen, maar hebben alle medicijnen in huis om ”uit het leven te stappen”. Ze vinden zichzelf nutteloos en leeg. „De dood vergeet me op te halen”, verzucht een 90-jarige. „Er is niets meer wat me aan het leven bindt.”
Deze mensen bewegen zich in een juridisch vacuüm. De vraag is of we dat vacuüm moeten vullen. Want een vernieuwde wet bevestigt de gedachte dat het leven niet meer de moeite waard is. Daarmee miskennen we de grote waarde van het leven, ook bij ziekte en handicap.
Wetenschappers onderzochten welke mensen hun leven voltooid vinden en dat ook uitspreken (zie onder meer stichtingstem.info). Ze worden aangeduid als pro-actieven en rationelen. Proactieven zijn soms spiritueel, maar niet op een klassieke manier. Ze willen nuttig en actief blijven, denken na over het levenseinde en hechten aan zelfstandigheid. De rationelen lijken op hen maar hebben weinig met religie.
Tijdgeest
Het zelfbeschikkingsrecht veronderstelt dat we zorgvuldig afgewogen keuzes kunnen maken. Onze keuzes worden echter deels beïnvloed door onze omgeving. Vooral wanneer we, door ouderdom of handicap, afhankelijk worden van die omgeving. De visie van de samenleving op ouderen heeft veel impact op onze eigen visie. Wij ademen immers de tijdgeest.
Een voorbeeld: we leven in een prestatiegerichte cultuur. Het nut van een individu wordt uitgedrukt in euro’s of geluk. Zelfstandigheid en zelfontplooiing zijn leidende principes. Dit laat sporen na in ons geheugen. Het kleurt ook hoe wij denken over ouderen en gehandicapten. Als de waarde van een patiëntenleven maar vaak genoeg in geld wordt uitgedrukt, gaan zorgbehoeftige ouderen zich ”te duur” vinden.
In televisie-uitzendingen over euthanasie laten de warme sfeer en het mooie afscheid alle bezwaren tegen euthanasie verdampen. Terecht noemt hersenonderzoeker Victor Lamme dit „euthanasiemarketing.”
Vreemd genoeg heeft de toegenomen medische kennis bijgedragen aan het voltooidlevengevoel. Het arsenaal van medische middelen leidde namelijk niet altijd tot een beter leven. Het leven dreigde soms te ontaarden in een aaneenschakeling van lijden. Door levensnoodzakelijke handelingen (beademing, sondevoeding, dialyse) te stoppen of na te laten, kregen arts en patiënt meer greep op het leven. De maakbaarheid van het leven werd hierdoor bevestigd.
De medicalisering zorgde ook voor een eenzijdige visie op ouderen en mensen die zorgafhankelijk zijn. Ouderdom dreigt een ziekte te worden, en niemand wil graag ziek zijn.
Ook bij mensen met een voltooid leven wreekt zich de medische benadering. Zorgprofessionals bestempelen ouderen die levensmoe zijn gemakkelijk als depressief (stemmingsstoornis), maar ”voltooid leven” is niet met een tabletje op te lossen. De hulpverlenersbenadering (probleem-behandeling-oplossing) werkt niet als mensen klaar zijn met het leven.
Wanneer ”voltooid”?
Waardoor beschouwen mensen hun leven als voltooid? Onderzoekster Els van Wijngaarden noemt deze oorzaken (in ”Voltooid leven”):
1. Een diep gevoel van existentiële eenzaamheid. Men wil wel contacten hebben maar vermijdt die contacten ook.
2. Het gevoel dat je er niet meer toe doet. Je hebt geen invloed meer en geen karwei meer dat af moet.
3. Levensdoelen vallen weg, waardoor gevoelens van eigenwaarde veranderen. De vraag: „Wie ben ik?” krijgt een ander antwoord dan vroeger.
4. Elke dag wordt er strijd gevoerd met een lege agenda, ’s avonds is de oudere moe van het nietsdoen.
5. Men kiest niet bewust voor de dood, maar aanvaardt de afhankelijke manier van leven niet.
Omslag
Kunnen we mensen weer zin in het leven bieden? Denkpatronen veranderen is niet eenvoudig. En als een samenleving van God loskomt, wordt het steeds moeilijker om steun te vinden in de Bijbel, wanneer de kwade dagen van het leven komen (Pred. 12).
Toch moeten we hierin de omslag zoeken. We moeten leren aanvaarden dat lijden inherent is aan het leven. Dat wij in een uiterst bevoorrecht deel van de wereld leven, moet tot dankbaarheid stemmen maar mag geen vanzelfsprekendheid worden.
In onze jonge jaren moeten we leren dat geld en goed ons leven niet mogen bepalen. Jezus waarschuwt tegen de mammon. Die maakt ons hebzuchtig en kleurt ons denken. We ontlenen er onze status en identiteit aan. De Bijbel wijst daarentegen op zorgzaamheid voor anderen (Matt. 25). Dat bepaalt de waarde en zin van ons leven.
Als de dagen van afhankelijkheid en sociale leegte komen, moeten we geen beslissingen nemen waardoor het lijden toeneemt. Belastende behandelingen zijn soms laatste strohalmen. Denk daarom rustig na over het nut van een behandeling.
Zoek bij eenzame mensen de oplossing niet alleen in het aanbieden van activiteiten. Wees nabij en luister. Niet zelden bedankt een oudere voor het gesprek, terwijl we alleen geluisterd hebben.
Ook zorgprofessionals hebben een grote taak. Wanneer ouderen een beetje levensregie krijgen, neemt hun levenskwaliteit toe. Ze mogen niet afhankelijker zijn dan nodig.
Uiteindelijk komt het aan op zorgzaamheid en naastenliefde. Is onze bewogenheid voor de naaste gegrond op de barmhartigheid van Christus, dan geldt straks ook voor ons: „en hij stierf, oud en der dagen zat” (Job 42:17). Dan is het leven echt voltooid.
De auteur is specialist ouderengeneeskunde, theoloog en werkzaam in verpleeghuis Salem in Ridderkerk. Dit is een samenvatting van een lezing die hij gisteravond hield tijdens een themabijeenkomst van Op weg met de ander in Krimpen aan den IJssel.