In de Kloosterkerk in Den Haag wordt woensdag de Slag in de Javazee herdacht, die dan precies zestig jaar geleden plaatshad. Op 27 februari 1942 ging een geallieeerd eskader onder leiding van de legendarische Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman ten onder tegen een Japanse vloot.
Meer dan duizend marinemensen verloren het leven. Er zijn nu in ons land nog amper vijftig overlevenden. Omdat ze minstens bijna tachtig zijn, zullen ze niet allemaal naar de Kloosterkerk kunnen komen. De tweede generatie zal echter ruim zijn vertegenwoordigd, aldus mede-organisator en vice-admiraal bd G. Hooft maandag.
Hooft is een van de sprekers, net als bevelhebber der zeestrijdkrachten en vice-admiraal C. van Duyvendijk en voormalig hoofdpredikant voor de vloot ds. F. van der Bon. Prins Bernhard laat een boodschap bezorgen, zo is al bekend. Minister De Grave van Defensie zal niet ontbreken.
Het thema van deze herdenking, de eerste sinds vijf jaar, zal zijn ’eerbiedig herdenken’. Volgens Hooft zijn de organisatoren daartoe gekomen na de verschillende fasen die de Slag in de Javazee in de publieke opinie heeft doorgemaakt. „De overlevenden van een gewonnen slag hebben het altijd gemakkelijker dan die van een verloren slag. Die krijgen toch vaak te horen: had je het niet zus of zo moeten doen? Verder heeft het natuurlijk alles te maken met de verdediging van Nederlands-Indië. De Slag in de Javazee was de laatste actie om het Nederlands-Indië zoals velen het voor ogen hadden te behouden. Daarna is alles veranderd. In de jaren zestig en zeventig stond die strijd in een ander daglicht. Dat is nu verminderd. Daarbij komt dat het onderzoek naar de opvang van oorlogsbetrokkenen, SOTO, recent heeft uitgewezen dat de Indische groep zich na de oorlog miskend voelde. Door dit alles zijn we nu op een punt gekomen dat we zeggen: we moeten eerbiedig herdenken.”