Voor de moord van het christelijke echtpaar Shama Bibi (24) en Shahzad Masih (27) zijn acht Pakistanen veroordeeld tot gevangenisstraffen. De overige 92 personen, onder wie de hoofdverdachten in de zaak, zijn ofwel vrijgesproken of nooit opgepakt.

Na de moord op het paar, dat werkte bij een steenfabriek, moesten hun familieleden halsoverkop vluchten. Ondertussen stonden zij ook nog voor de taak de nog jonge kinderen van het omgebrachte stel in veiligheid brengen.

Drie oudere broers van Shahzad Masih zijn sinds 2014 ondergedoken, omdat ze een rechtszaak hebben aangespannen tegen de daders. De drie waren ooggetuige van de moord op hun zus en zwager. Een groep radicale moslims mishandelde het echtpaar en verbrandde hen in een van de steenovens van de fabriek waar de twee werkten. Dat gebeurde nadat ze –ten onrechte– waren beschuldigd van het ontheiligen van de Koran.

Volgens een organisatie die de drie broers begeleidt, kunnen zij alleen onder zware politiebewaking aanwezig zijn bij de hoorzitting donderdag. „Ongeacht het verloop van de zaak is hun positie in Pakistan onhoudbaar. Het is dringend noodzakelijk dat ze op korte termijn naar het buitenland kunnen vluchten.”

De organisatie hoopt dat het mogelijk is om de drie broers op korte termijn te laten vertrekken naar een westers land, bijvoorbeeld door hen uit te nodigen naar Nederland of naar een ander land te komen.