Volgens PvdA-ministers lost een bijltjesdag bij hun partij niets op na de verpletterende verkiezingsnederlaag. Meerdere sociaaldemocratische bewindslieden benadrukten vrijdag dat het belangrijk is de eenheid te bewaren. De verslagen lijsttrekker Lodewijk Asscher zei achter de omstreden voorzitter Hans Spekman te staan.
De uitslag moet niet worden afgereageerd op personen, aldus Asscher. Hij zei de kritiek op Spekman en hemzelf te snappen, maar „het is te kort door te bocht te doen alsof het aan één persoon ligt.”
Hij en andere PvdA-bewindslieden reageerden op de kritiek binnen de PvdA op de top van de partij, en de manier waarop de verkiezingscampagne is aangepakt. Vooral Spekman moet het ontgelden. De roep om zijn vertrek wordt steeds luider.
„We moeten niet direct allemaal bijltjesdagen organiseren”, zei minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken. „We moeten goed bij elkaar blijven en kijken hoe je hieruit komt. Het is vervolgens aan de leden en aan de voorzitter wat ze daarmee willen doen.”
Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken vindt dat er „een heel groot probleem” is, dat niet aan één persoon te wijten is. „Er is iets fundamenteel misgegaan.” De discussie of Spekman het veld moet ruimen, vindt hij daarom verkeerd.
„Als het zo moeilijk is, kun je volgens mij beter elkaar een beetje vasthouden”, zegt Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). „Het heeft allemaal niet zo’n zin om naar elkaar te gaan zitten wijzen.”
Minister Jet Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) noemt het verlies van haar partij „dramatisch” en „treurig”. Volgens haar moet de partij zelf erkennen dat er fouten zijn gemaakt. „Daar horen consequenties bij”, aldus Bussemaker. Of dat betekent dat voorzitter Spekman moet vertrekken, moeten de leden volgens haar uitmaken.
De PvdA-leden buigen zich zaterdag in Utrecht over de toestand van de partij na het megaverlies van woensdag. De fractie van de Eerste Kamer komt vrijdag nog bijeen om de uitslag te bespreken.