Kerk & religie

Synode PKN praat over getuigen in de wereld

Op de eerste synode van de Protestantse Kerk in Nederland, die woensdag, donderdag en vrijdag in Wageningen gehouden wordt, moet vooral gesproken worden over inhoudelijke zaken. Als eerste staat een rapport over het getuigen van de kerk in de wereld geagendeerd.

Kerkredactie
12 May 2004 09:15Gewijzigd op 14 November 2020 01:13Leestijd 4 minuten

Het rapport ”Wat bijdraagt aan het getuigen… over missionair kerk zijn” moet gezien worden als het vervolg op een eerder uitgegeven beleidsstuk onder de titel ”Het verhaal gaat niet vanzelf…” Dit stuk was vooral bedoeld voor een discussie binnen de dienstenorganisatie van de kerk. In het tweede deel, dat nu aan de synode wordt voorgelegd, staan vier kernvragen uit die discussie centraal. „Dat gebeurt bewust vooral vragenderwijs, maar daarom niet minder uitdagend”, aldus de inleiding op de nota. Besluiten over het beleid van de PKN worden pas in het najaar genomen. Het is de bedoeling dat op de eerste synodevergadering „voor alles een inhoudelijk gesprek” gevoerd wordt.

„Wanneer we opnieuw invulling willen geven aan onze missionaire roeping en daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en taken, dan moeten we de vraag stellen waar het ook al weer allemaal om begonnen was. Of we nu inzetten bij de evangeliën, bij Handelingen of de brieven - het draait allemaal om het getuigenis aangaande Jezus, de Gekruisigde die is opgestaan. Hij is de vervulling van al Gods beloften aan Israël en in Israël aan de wereld”, aldus de nota.

Uit het rapport blijkt dat velen in de kerk meer nadruk willen leggen op het begrip ”zending”. Maar veel kerkleden moeten dan wel hun verlegenheid overwinnen. „Had die verlegenheid te maken met schuldgevoel, bij voorbeeld vanwege de samenhang tussen zending en kolonialisme? Of althans met het beeld dat die samenhang er was?” zo vraagt het rapport zich af.

Ook wordt de vraag opgeworpen of een nieuw missionair elan mogelijk is „zonder dat we in feite proberen terug te keren naar een vorige fase van de geschiedenis. Dat dit laatste niet kan, moge duidelijk zijn. Maar kunnen we alleen tégen een postmoderne, seculiere cultuur verkondigen, of kunnen we ook ín zo’n cultuur en zelfs met de middelen van die cultuur missionair zijn? En moeten we daarbij misschien ook meer oog (leren) krijgen voor wel degelijk waardevolle elementen uit onze eigen geschiedenis die we zijn kwijtgeraakt?”

Impliciet wordt in het rapport gesteld dat het missionaire en het diaconale de laatste tijd „gaandeweg” in elkaar zijn gaan overlopen. „Was dit inderdaad een kwestie van verlegenheid? Het was in elk geval in dat tijdsgewricht, juist om verstaanbaar te blijven, toch ook een simpele noodzaak?” Waarna de conclusie getrokken wordt: „Van doorslaggevend belang blijft dat woord en daad bijeen horen, ook en juist in het Bijbelse denken.”

„De Protestantse Kerk in Nederland is bij dat alles een pluriforme kerk - sommigen zullen zeggen: een plurale kerk (dan ligt er meestal ook een waardeoordeel in die constatering)”, zo wordt gesteld. „De vraag valt niet te ontwijken of we dat voor kennisgeving aannemen, of dat het ook tot een innerlijke aanvaarding en positieve waardering van deze pluriformiteit moet leiden. En hoe kan men dan nog herkenbaar spreken over het Evangelie? Kan een plurale kerk tegelijk een enthousiaste kerk zijn?” Pluriformiteit is een feit, constateert het rapport. „En toch, als het daarbij blijft, is het de dood in de pot. In de kerk mag je toch meer verwachten, aan ontmoeting en gesprek, confrontatie desnoods, omdat het ergens om gaat? Zonder dat het respect voor de ander als ’anders’ er bij in schiet.”

De protestantse synode zal de komende dagen ook spreken over de eigen agenda tot 2008. Onderwerpen als jeugd en kerk, catechese, het kerkelijk gesprek tussen calvinisten en lutheranen en ontwikkelingen in het predikantschap zullen de komende jaren onderwerp van gesprek zijn, zo blijkt uit het stuk ”De agenda van de generale synode 2004-2008”. Deze agenda zal door de synode worden vastgesteld mede naar aanleiding van de schriftelijke reacties die door allerlei kerkelijke organisaties, zoals de Gereformeerde Bond, de Confessionele Vereniging, het Evangelisch Werkverband en de Vereniging van Vrijzinnige Hervormden in Nederland zijn ingediend. Ook de GZB, de IZB en de HGJB hebben gereageerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer