De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) nam dinsdag het besluit om de revisieverzoeken inzake het rapport over homoseksualiteit af te wijzen. Dat betekent echter niet dat de ze bepaalde kerkenraden en gemeenten de deur wijst, zegt preses ds. P. J. D. Buijs. „We zullen met vertrouwen, wijsheid en geduld het gesprek moeten blijven voeren.”
Een commissie heeft de vijftien bezwaarschriften, ingediend door zeventien kerkenraden, uitvoerig bekeken en gewogen. Dat leverde een rapport van enkele honderden pagina’s op.
Dat de synode de revisieverzoeken uiteindelijk afwees –zij het niet unaniem– betekent volgens de predikant uit Ede niet dat daarmee het onderwerp homoseksualiteit van de kerkelijke agenda is. De CGK stellen onder meer een taakgroep van negen personen in om met kerkenraden in gesprek te gaan. „De intentie is om elkaar vast te houden. Er is op de synode echt een worsteling geweest om recht te doen aan wat deze kerkenraden hebben ingebracht. Op bepaalde punten is de argumentatie in het rapport bijgesteld; het besluit zelf is blijven staan.”
Het is ook zeker niet de bedoeling van de synode om „homoseksuele broeders en zusters in de kou te laten staan”, zegt ds. Buijs. Ook met hen gaat de taakgroep spreken. „De synode gebruikte daarvoor de woorden vertrouwen, wijsheid en geduld. Dat geldt ook voor de gesprekken met de kerkenraden en met de classes die te maken hebben met kerkenraden met afwijkende standpunten.”
Plaatselijke gemeenten moeten zich nu conformeren aan de uitspraak.
„We willen zeker niet de indruk wekken dat we korte metten maken met gemeenten die een ander standpunt over homoseksualiteit innemen. Daar hebben we op de synode uitgebreid over gesproken. We moeten de weg gaan van elkaar zoeken en vasthouden. Er is best begrip voor kerkenraden van gemeenten waarin een bepaalde praktijk is gegroeid. Die kun je niet zomaar ombuigen. Wat dat betreft dienen classes geduld en wijsheid te oefenen. De richting die het synodebesluit wijst, moet echter duidelijk zijn.”
Elkaar vasthouden klinkt misschien „wat klef”, zegt assessor ds. J. G. Schenau. „Maar het is goed om deze problematiek in een breder verband te bespreken. De eerste bredere vergadering is de classis. Je kunt beter elkaar helpen om de weg van het besluit te gaan, dan elkaar het vel over de oren te halen.”
De uitoefening van de tucht berust in concrete pastorale situaties volledig bij de plaatselijke kerkenraad. Hoeveel ruimte heeft die?
Ds. Schenau: „Het visierapport en de pastorale handreiking uit 2013 bieden hier een ruimte die sommige kerkenraden die om revisie vroegen, misschien niet hebben gezien. Uitgaande van de lijn die is uitgezet, kunnen er pastorale situatie zijn –bijvoorbeeld in zendingsgemeenten– waarin je van broeders en zusters nog niet de mate van heiliging kunt eisen die je beoogt. Voor een synode is het sowieso moeilijk om plaatselijke situaties te overzien. Kerkenraden hebben ruimte om hun eigen pastoraat vorm te geven, als ze maar wel in de goede richting bewegen.”
Heeft de synode in haar besluiten voldoende oog gehad voor homoseksuele gemeenteleden?
Ds. Buijs: „We mogen hen zeker niet over het hoofd zien. Ik hoop dat de handreiking die we hebben geschreven, het gesprek met homoseksuele broeders en zusters verder uitlokt. We zoeken vanuit de Schrift het hart van mensen, met de bewogenheid van Christus, de Herder.”
Ds. Schenau: „Of de synode voldoende bewogen is geweest, dat oordeel is aan God. We kunnen wel naar eer en geweten zeggen dat we ons best hebben gedaan.”
Lees meer achtergronden over de synode in ons thema.