Buitenland

Alt right niet wars van gebruik geweld

Het grondwettelijk recht dat iedere burger een wapen mag bezitten, is voor veel Amerikanen onaantastbaar. Een mens moet zich kunnen verdedigen. Maar wat als wapens in handen komen van rechts-extremisten? „Je bent je leven niet zeker. Er loopt een ononder­broken lijn van rechts gebral naar grof geschut.”

W. B. Kranendonk
31 December 2016 14:42Gewijzigd op 16 November 2020 09:28
OKLAHOMA CITY. Beeld van de ravage als gevolg van een terreuraanslag in de Amerikaanse stad  Oklahoma City, op 19 april 1995. beeld AFP, Bob Daemmrich
OKLAHOMA CITY. Beeld van de ravage als gevolg van een terreuraanslag in de Amerikaanse stad Oklahoma City, op 19 april 1995. beeld AFP, Bob Daemmrich

De Amerikaanse emeritus hoog­leraar geschiedenis en specialist op gebied van nazisme en rechts-extremisme Christopher Browning gaat nog net niet zover dat hij alle rechts-extremisten in zijn land beschuldigt van het gebruik van grof geweld. „Wapens zijn echter nooit 100 procent veilig in mensenhanden, en zeker niet bij rechts-extremisten. Zij verheerlijken geweld, al proberen ze dat vaak te verhullen in hun toe­spraken en pamfletten.”

Browning ziet de ”alt-right”-
beweging nog niet direct op massale wijze naar de wapenen grijpen, maar waarschuwt wel dat dit een potentieel gevaar is. „Wie brute woorden spreekt, gaat zich op den duur bruut gedragen. Anders verlies je je eigen geloofwaardigheid.”

Parallel

Het gaat de Amerikaanse historicus te ver om de rechts-extremisten in de VS te vergelijken met de nazi’s in Hitler-Duitsland, maar hij ziet wel „een dreigende parallel.” „Hitler probeerde langs democratische weg aan de macht te komen. Grosso modo is hem dat ook aardig gelukt. Maar toen hij eenmaal de teugels in handen had, schuwde hij het geweld niet. Dat laat zien hoe vloeiend de overgang is van woorden naar daden.” Als het om het gebruik van gespierde taal gaat, doet ”alt right” nauwelijks onder voor de nazi’s, vindt Browning. „Wat bij hen nog ontbreekt, is een krachtige leider. Alt-right is verdeeld. En ze hebben nog geen getrainde ordetroepen die snel ingezet kunnen worden als er gewelddadig moet worden opgetreden. Maar wat niet is, kan komen. De verharding die er de laatste jaren plaatsvindt, is heel zorgwekkend en kan escaleren.”

Een bijkomende factor is volgens Browning dat alt-right gevoelens van superioriteit stimuleert. „De blanke Amerikaan staat in hun beleving mijlenver boven andere mensen. Als je daar echt in gelooft, zie je niet-blanken als tweederangsburgers. Vooral de Joden staan bij hen in een kwaad daglicht. Heel gemakkelijk vat dan de gedachte post dat het niet zo erg is om die lager gekwalificeerden het leven te ontnemen.”

George Michael, politicoloog aan de universiteit van Virginia en onderzoeker van rechts-extremisme, wijst erop dat sinds 2001 het aantal slachtoffers van aanslagen in de VS door militante moslims beduidend lager ligt dan dat van terreur door rechts-extremisten. Er kwamen in de VS 26 mensen om door geweld van jihadisten, tegen 48 door aanslagen van rechts-extremisten.

Kentering

Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werden er in de VS 75 rechts-radicale Amerikanen vervolgd vanwege het voorbereiden van aanslagen. „Er leek toen nog betrekkelijk weinig aan de hand omdat er hooguit zes daadwerkelijke aanvallen waren. Maar er is al in de tijd van Reagan een kentering gekomen.”

In 1992 was er een confrontatie met de blanke separatist Randy Weaver. Die moest voor de rechter verschijnen omdat hij een geweer met een afgezaagde loop bezat, maar hij kwam niet op­dagen. De FBI werd wantrouwig en omsingelde zijn huis, wat leidde tot een schietpartij, waarbij Weavers vrouw en zoon omkwamen.

Het moment waarop de Amerikanen zich echt bewust werden van het rechtse gevaar was de aanslag op 19 april 1995 van Timo­thy McVeigh en Terry Nichols op het Alfred P. Murrah Federal Building, een overheidsgebouw in de stad Oklahoma City. Bij deze aanslag vielen 168 doden en 800 gewonden. De twee terroristen sympathiseerden met een antiregeringsbeweging. Zij wilden wraak nemen op de overheid vanwege het in hun ogen „gewelddadige” overheidsoptreden tegen burgers.

In 1993 mislukte een inval van de FBI bij de Branch Davidians, een sekte, waarbij circa tachtig leden aan de kant van de sekte om het leven kwamen. Dat bloed wilden de twee terroristen wreken.

Michael: „In Oklahoma werd duidelijk wat de consequenties van rechts verzet tegen de overheid kunnen zijn.”

De terrorisme-expert vindt het (nog) niet nodig om groot alarm te slaan. „De daders zijn individuen of behoren tot een splintergroep. Maar hun activiteiten zijn wel een signaal dat opgepikt moet worden.”

Extreemrechts VS

Dit is het vierde deel in een serie over geschiedenis en huidige opkomst van extreemrechtse bewegingen in de Verenigde Staten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer