Toen wij afgelopen zomer op vakantie waren in Duitsland, kocht ik daar elke dag een lokale krant.
Zo las ik over een voorval op La Palma dat hier weinig aandacht kreeg, maar daar dagelijks in het nieuws was. Op dat Canarische eiland woedde een ernstige bosbrand die veroorzaakt was door de onachtzaamheid van een 27-jarige man uit Hessen. Deze bleek al een paar jaren in een grot op La Palma te leven als een soort hippie en veroorzaakte een bosbrand nadat hij gebruikt toiletpapier in brand had gestoken om geen afval achter te laten. Het resultaat was een vuurzee die meer dan 1000 hectare natuurgebied verwoestte en één dappere brandweerman het leven kostte.
De misdaadauteur in mij – ik schreef tussen 2004 en 2008 drie relithrillers voor uitgeverij Jongbloed– bedacht meteen dat dit een perfect scenario zou zijn voor een extremistische aanslag. Vraagt u zich maar eens af wat er zou gebeuren wanneer een organisatie als IS tijdens een periode van extreme droogte in Europa tegelijkertijd grote bosbranden zou stichten in landen als Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal en Duitsland. Zo zou je met een minimale pakkans kunnen zorgen voor maximale paniek en grote economische schade.
Al snel zouden er in een dergelijke situatie te weinig brandweerlieden en blusvliegtuigen beschikbaar zijn, zodat het leger zou moeten worden ingezet. Huizen en campings zouden massaal moeten worden ontruimd en politici zouden vragen om verregaande bevoegdheden en harde maatregelen. Verkiezingen zouden leiden tot een triomftocht van extreemrechtse partijen, waarmee de destabilisatie van Europa een feit was.
Mijn vrouw hoorde mijn verhaal aan en liet me vervolgens plechtig beloven dat ik hierover met geen woord zou reppen. In mijn hoofd had ik al een plot bedacht voor een boek dat ”Operatie Vuurstorm” zou heten, hoewel ik wist dat ik het nooit zou schrijven. Het was een ijzersterk verhaal, maar ik zou niet kunnen leven met de gedachte dat ik iemand op een idee had gebracht of wijzer had gemaakt dan hij al was.
Na thuiskomst pakte ik mijn werk weer op en vergat het hele voorval. Ergens in mijn archief bevonden zich de knipsels over de branden op La Palma, maar ik dacht er verder geen tel meer aan. Tot ik vorige week in de krant las over tientallen bosbranden in Israël, die volgens de politie doelbewust zouden zijn aangestoken door terroristen. In de media werd dan ook niet gesproken van een natuurramp, maar van een ”vuurintifada”.
U zult begrijpen dat ik daarna een paar nachten slecht heb geslapen, want opeens was het denkbeeldige verhaal dat ik had bedacht een akelig realistisch scenario geworden dat volgend jaar zomer zomaar werkelijkheid zou kunnen worden. Helemaal onwerkelijk was het dat de regering van Israël sprak van een nieuwe vorm van terrorisme, want voor mij was er natuurlijk helemaal niets nieuws aan.
Ik hoef dus niet langer bang te zijn dat ik mensen op verkeerde ideeën breng, want ze blijken het inmiddels zelf al te hebben bedacht. In plaats daarvan zou je je af moeten vragen of er, met de kans op een dergelijke grensoverschrijdende terreurdaad in het achterhoofd, niet een soort overkoepelende Europese geheime dienst zou moeten bestaan. Voorkomen kun je dit soort aanslagen niet, maar het zou een geruststellend idee zijn als er tenminste ergens een draaiboek klaarligt waarin ernstig rekening wordt gehouden met dit scenario.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl