Kerken aan zet bij komst Gereformeerde Theologische Universiteit
Nu de plannen voor de Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU) op tafel liggen, zijn de kerken aan zet. Het is vooral de vraag of de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) tevreden is met het totaalpakket. De komst van de nieuwe universiteit is nog geen gelopen race.
De medewerkers van de christelijke gereformeerde Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), de vrijgemaakt gereformeerde Theologische Universiteit Kampen (TUK) en de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding (NGP) kregen vanmorgen te horen dat ze naar Utrecht of de nabije omgeving van de domstad gaan verhuizen. Daar start in september 2018 een nieuwe theologische onderwijsinstelling, met een gezamenlijke bachelor, verschillende mastervarianten en eigen predikantsopleidingen.
Tenminste, als na de inspraakrondes bij de universiteiten de generale synodes van de CGK en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken dit voorjaar akkoord gaan met het maandag gepresenteerde rapport ”Samen verder, in Zijn dienst”. Op geen van deze vergaderingen zal het om een hamerstuk gaan, maar naar verwachting zal de synode van de CGK de meeste hobbels moeten nemen.
Het was juist deze synode die vorig jaar een aantal eisen op tafel legde. De TUA en de TUK mochten best onder één dak verder, maar dan moest de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland „en/of” het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam wel „een substantiële bijdrage” leveren aan de bouw van het nieuwe instituut. De voorwaarde had te maken met de breedte van de CGK: heel de kerk moet zich in de nieuwe universiteit kunnen herkennen.
Het Hersteld Hervormd Seminarie haakte af vanwege zijn positie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De GB niet, hoewel zijn eerste loyaliteit bij de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam en Groningen ligt. In die steden werken de bijzonder hoogleraren namens de Bond en daar leidt de Protestantse Kerk haar predikanten op.
De GB, die de gereformeerde theologiebeoefening in Nederland hoog in het vaandel heeft staan, was de afgelopen maanden actief betrokken bij het vormgeven van de plannen voor de GTU. Nu het rapport op tafel ligt, is het de vraag of de inbreng van de Bond inderdaad „substantieel” genoeg is. Volgens het rapport wel. Zo zal de GTU twee wetenschappers van hervormd-gereformeerden huize benoemen. Ook zal er in onderzoek en publicaties worden samengewerkt. In de ledenraad van de GTU-vereniging krijgen vijf Bonders zitting – een zesde van het totaal.
De GB heeft steeds aangegeven geen bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de GTU te kunnen dragen. De middelen van de Bond –een vereniging en geen kerk– zijn beperkt. De door de GB gestelde voorwaarde dat de GTU en de PtHU gaan samenwerken, blijkt vooralsnog niet haalbaar. Ook dit beperkt de mogelijkheden van de Gereformeerde Bond om ook institutioneel betrokken te zijn bij de GTU.
Voor deelname van de Bond aan het bestuur van de GTU is nu een oplossing gevonden: „participatie op bestuurlijk niveau op persoonlijke titel.” Dat houdt in dat het hoofdbestuur van de Bond geen verantwoordelijkheid voor de GTU zal dragen, maar dat hervormd-gereformeerden wel zitting kunnen nemen in het GTU-bestuur – in theorie ook als die al deel uitmaken van het hoofdbestuur van de GB.
Nu het rapport gereed is, zijn de kerken aan zet. De regiegroep presenteert het rapport als een geheel: hij meent dat het niet aan de synode is om naar eigen smaak een keuze te maken uit verschillende gerechten. De synode van de CGK zal moeten beoordelen of die bijdrage van de Gereformeerde Bond substantieel genoeg is. Zo niet, dan is het de vraag of er ooit nog een gereformeerde theologische universiteit komt. Zo ja, dan staan alle lichten voor de GTU op groen.