Glossy: Vijftigjarige cantorij is het pareltje van de Laurenskerk
De zangers van de Laurenscantorij, verbonden aan de Laurenskerk in Rotterdam, willen muzikaal presteren én zangvreugde ervaren. De glossy ”Laurens”, uitgebracht bij het vijftigjarig jubileum, laat dat duidelijk zien.
De vermaarde Vlaamse meesterdirigent Philippe Herreweghe is blij met de mijlpaal van de Laurenscantorij. Hij vindt de cantorij fantastisch, verzekert hij in de glossy, en dat hangt samen met zijn opvatting over het uitvoeren van de kerkelijke koormuziek van Johann Sebastian Bach. Dat doe je niet „in een theater in Parijs, waar het publiek geen affiniteit heeft met de religieuze boodschap die deze muziek uitdraagt”, aldus Herreweghe. Dat doe je in een kerk, tijdens een dienst.
Laat dat nu zijn wat de Laurenscantorij doet. Al meer dan vijftig jaar overigens, want het ensemble was er al voor 1966. Toch geldt dat jaar als startjaar. Het koor maakte toen een doorstart, die samenhing met de herbouw van de Laurenskerk. Barend Schuurman, jarenlang hoofdvakdocent koordirectie aan het Rotterdams Conservatorium, werd dirigent. Hij mikte op een hoog, professioneel niveau en besloot de minder geschoolde zangers af te danken. Kortom, een begin met, zoals Schuurman zelf zegt, „ongelooflijk veel rumoer.”
Schuurman legde de basis voor vijftig jaar Rotterdamse koormuziek, samen met toenmalig sopraan en zakelijk leider Maria Kuster van de Laurenscantorij. Ook zij was jarenlang verbonden aan het Rotterdams Conservatorium. Ruim voor hun afscheid in 2005 namen beiden het voortouw bij de uiteindelijke verzelfstandiging van de cantorij; noodzakelijk met het oog op de fondsenwerving en de marketing. Aan het begin van een jubileumconcert op 8 oktober onthulde de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb dat Rotterdam als een van de geldschieters jaarlijks 66.000 euro voor de Laurenscantorij op tafel legt.
Oud-leden brengen in de glossy hun gelukwensen over en halen herinneringen op. Er zijn impressies van repetitieweekenden; eerst in het bungalowpark Toppershoedje in Ouddorp, tegenwoordig in een van de huizen van de vereniging van natuurvrienden Nivon. Tenor Michael Aletrino, de keukenprins van de cantorij, verklapt het recept van het gerecht waar de cantorij tijdens de weekenden als een blok voor valt: roti met massalarund en dhal met garnalen met kousenband.
Om een blijvende band te garanderen sloot de centrale kerkenraad van de Laurenskerk na de verzelfstandiging een convenant met de cantorij. Meewerken aan de diensten van het Laurenspastoraat, de interkerkelijke gemeente die sinds 1971 in de Laurenskerk samenkomt, bleef een kernactiviteit. Twee cantorijleden benadrukken blij te zijn dat de kerk voor hun koor nog altijd het huispodium is. Ook ds. B. Kuipers van het Laurenspastoraat is daarmee verguld. Zijn wens: „We houden deze cantorij graag in de Laurens en lenen haar ’s zondags liever niet aan een concertzaal uit.”
In de geschiedenis van de cantorij is dat geluid niet verrassend of nieuw. Oud-Laurenspredikant ds. H. van der Steen wenste al kort na de oprichting dat de kerk met haar zangkunst mensen zou bereiken „die we op een andere manier niet kunnen bereiken.” „Een pareltje van de Hervormde Kerk”, was de eervolle benaming die hij de cantorij meegaf. Hopelijk kan dat ook bij een volgend jubileum zo worden gezegd.
Boekgegevens
”Laurens”, F. Bierling e.a. (red.); uitg. Stichting Laurenscantorij, Rotterdam, 2016; 60 blz.; € 8,-.