Hij ziet zichzelf niet als manager, al moet de kerk natuurlijk wel goed bestuurd worden. Dr. R. de Reuver is eerder een pionier, die met beide voeten in de modder van de samenleving staat. Het liefst samen met anderen. „Jij en ik zijn te klein om in ons eentje de grootheid van God te vatten.”
De predikant van de Marcuskerk in Den Haag is sinds woensdag scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Een functie die meer inhoudt dan je op de klank af zou vermoeden. Een scriba heeft een grote vinger in de pap: hij schrijft notities die de landelijke kerkvergadering bespreekt, bereidt rapporten inhoudelijk voor en voert na het overleg de wijzigingen door. En de scriba vormt de komende vijf of tien jaar, samen met de preses (voorzitter), het gezicht van de kerk.
Opeens staat u midden in de schijnwerpers. Past die rol u?
„Ik zie het als een heel bijzondere uitdaging. Ik heb altijd benadrukt dat het ambt ook een gezicht moet krijgen. Het gaat niet om de persoon, maar het gaat ook weer niet buiten de persoon om. De kerk spreekt niet alleen door teksten die op papier worden uitgedeeld. Er moet ook iemand staan: het geloof is iets persoonlijks. Het raakt het hart, zet je in beweging. Als mensen nooit aan je merken dat je christen bent, dan ben je ook geen goede ambassadeur voor het Evangelie.
Ik zeg niet: dit doe ik eventjes. Absoluut niet. Maar we hebben een prachtige boodschap, die het waard is om gehoord te worden: een mens is een door God gezien mens. Je mag er zijn. Niet vanwege je prestaties, maar vanwege de liefde van God.”
Hij denk even na, met de vingertoppen tegen elkaar. Dan: „Het zou me veel waard zijn als we als kerk de besmuiktheid en bedremmeldheid wat van ons af zouden schudden. Je hoort mensen soms zeggen: „Ach, we zijn klein en worden kleiner. Wat stellen we nu voor? We worden niet gezien.” Houd daarmee op. Leef vanuit de goede boodschap van het Evangelie. Die is zeer de moeite waard.”
Zijn eerste werkdag zit er inmiddels op. Een kunstwerk dat hij kreeg bij zijn afscheid als voorzitter van De Kinderwinkel, een missionair initiatief in de Haagse Moerwijk, kreeg een plekje in zijn nieuwe werkkamer in het Dienstencentrum in Utrecht. Het is een „vriendenkring” van aardewerken poppetjes, met in het midden een waxinelichtje. „Dat is een prachtige uitdrukking van het samen werken in het Koninkrijk van God”, zegt dr. De Reuver. „En het licht staat natuurlijk voor Christus, om Wie het allemaal gaat.”
De nieuwe scriba van de Protestantse Kerk gaat zondag voor in een verbintenisdienst in de Sint-Janskerk in Gouda. Deze stad en zijn monumentale kerk hebben een bijzondere betekenis voor de oud-predikant van het nabijgelegen Boskoop. „Mijn moeder komt uit Gouda. Mijn opa en oma hebben jaren in de Sint-Jan gekerkt. Bij hen thuis hing een klein glas-in-loodraampje van Willem van Oranje, een miniatuur van een van de Goudse ramen.”
Waar gaat u over zondag preken?
„Over het slot van Efeze 3. Dat loopt uit op een lofprijzing op de grootheid van God, de volheid die in Christus is geopenbaard. Als Protestantse Kerk willen we ”back to the basics”, terug naar waar het werkelijk om gaat. Nu, dit is waaruit we willen leven.
Samen met alle heiligen kunnen we iets van deze grootheid vatten. Ook in de geloofsbeleving en de uiting daarvan hebben we elkaar nodig. Jij en ik zijn te klein om in ons eentje de grootheid van God te vatten.”
”Samen” is een kernwoord voor de toekomst, zei u in april direct na uw verkiezing tot scriba.
„Het is eigenlijk een heel simpel woord. Iedereen kent het, ook als je geen kerkelijk jargon begrijpt. En heel belangrijk.
We leven in een samenleving waarin individualiteit een belangrijke plaats inneemt. Je moet zelf keuzes maken, je bent verantwoordelijk voor jouw leven. Dat heeft waarde, maar de keerzijde is dat mensen heel sterk op zichzelf teruggeworpen worden en dat ze vereenzamen. Individualiteit doet ook tekort aan het mens-zijn zoals dat vanaf het begin is bedoeld: „Het is niet goed dat de mens alleen zij.” Voor geluk heb je elkaar nodig.
Dat is een geloofsuitspraak. Het bijzondere van de kerk is dat het een plek is waar een mens thuiskomt, waar zijn leven wordt verdiept en waar hij tot zijn recht komt. Dat kan alleen wanneer hij wordt verbonden aan God en aan een ander. De roeping van de kerk in de samenleving is om een dikke streep onder het woord ”samen” te zetten.”
U schreef in 1993 een doctoraalscriptie over de geschiedenis en theologie van zendingsorganisatie IZB. „Ik ervaar het als een uitdaging om vanuit de gereformeerde traditie met het Woord midden in de tijd te staan”, zei u toen.
„Daar sta ik nog steeds voor 100 procent achter. Ik denk dat missionaire bewogenheid en het nadenken over de plaats van de kerk in de samenleving als een rode draad door mijn leven loopt.
Ik ben geboren en opgegroeid in Capelle aan den IJssel. Daar zijn best veel kerken, maar ook plekken die behoorlijk geseculariseerd zijn. Wij woonden in een blokje huizen waar we het enige gezin waren dat naar de kerk ging. Van huis uit kreeg ik mee dat geloof je enige houvast is, maar dat je deel uitmaakt van een samenleving waarin dat niet door iedereen wordt gedeeld.
In het eerste jaar van mijn studie theologie in Utrecht raakte ik betrokken bij het evangelisatie- en recreatiewerk van Dabar op campings. Dat heeft mijn geloofsleven en theologische visie sterk gestempeld. In een kerk die in zichzelf is gekeerd, voel ik me niet plezierig. Ook de wereld is belangrijk: „Alzo lief heeft God de wereld gehad.”
Het gaat niet om ons eigen, afgezonderde groepje mensen. In die zin voel ik me thuis in een kerk die breedte heeft en het volk op het oog heeft. De pioniersposten van de Protestantse Kerk zijn niet alleen moedig, maar ook principieel: je gaat uit je comfortzone naar de ander toe om samen een geloofsgemeenschap te vormen.”
In een interview noemde u zichzelf eens gereformeerd-katholiek.
„Binnen de christelijke familie ben ik gereformeerd. Dat is me lief, maar het gereformeerd zijn mag niet een exclusiviteit worden. De Reformatie was gericht op de hele kerk: ze was in die zin katholiek. Luther en Calvijn wilden zich niet terugtrekken in hun eigen groep, los van de ander.
We kunnen daarom, ook principieel niet, weglopen voor de relatie met de catholica. Als je deel uitmaakt van de wereldwijde kerk, dan heb je een verantwoordelijkheid naar andere broeders en zusters toe. Daarmee geef je je eigen gereformeerd zijn niet op. Vanuit wat je lief is, en vanuit de aanvaarding in Christus, zoek je het gesprek met anderen.”
De Protestantse Kerk is een Christus belijdende kerk is. Waar liggen volgens u de grenzen aan de diversiteit?
„De grens is het centrum: de belijdenis dat Christus Heere is. Wie dat niet belijdt, kan zich geen christen noemen. Hij laat Zich kennen als Immanuël: God met ons. Dat is waar een christen uit leeft en waar je samen het loflied over moet kunnen zingen.
Dit is het startpunt. Als er bijvoorbeeld een predikant is die de historische Jezus ontkent (zoals ds. E. J. A. van der Kaaij, JMS), dan zou mijn punt zijn: ga allereerst het gesprek met elkaar aan. Probeer het hart van de ander te proeven: wat beweegt hem? Daarmee kom je een laag dieper. Mijn hoop is dat je vervolgens merkt: we buigen ten diepste voor Dezelfde. Van Zijn genade leven wij.”
En als dat niet het resultaat van zo’n gesprek is?
„De verantwoordelijkheid ligt dan bij de ander. Die moet zich dan afvragen hoe hij zich verhoudt tot het getuigenis waaruit de kerk leeft. Dan gaat het niet om een persoonlijke interpretatie daarvan, maar om het Bijbels spreken en de lijn van de traditie. Dat zijn onze papieren. Je legt de vraag dus bij de ander, zoals die deze ook bij mij mag leggen.
Maar we gooien elkaar niet uit de kerk. De kerkgeschiedenis laat volgens mij voldoende zien dat daar niet veel zegen op kan rusten. Of dat betekent dat alles in de kerk kan en mag? Nee, als het allemaal niet meer uitmaakt wat je zegt, is de dood in de pot. Je bent samen kerk.”
De organisatie van de Protestantse Kerk gaat flink op de schop. Zet u graag uw handtekening onder de plannen in het rapport ”Kerk 2025”?
„Ik sta er ”con amore”, met liefde, in. De afgelopen acht jaar was ik predikant in Den Haag. Dan besef je des te meer dat je als christen een minderheid bent geworden. En als Protestantse Kerk een heel kleine minderheid. Ons huidige kerkmodel met wijkgemeenten is niet langer houdbaar. De Marcuskerk staat in een wijk met 60.000 mensen. Dat is een complete stad. Er zijn gewoon witte plekken in Nederland, of we dat nu leuk vinden of niet.
Wees eerlijk en koester niet langer het verleden. Laten we de tent niet mooier optuigen dan hij is. Het gaat erom dat de organisatie van de kerk dienstbaar is aan de voortgang van het Evangelie. We zijn geroepen in het heden kerk te zijn. De toekomst is aan God.”
René de Reuver
Dr. René de Reuver (56) volgde woensdag dr. A. J. Plaisier op als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Hij werd geboren op 12 oktober 1959 in Capelle aan den IJssel. Na zijn studie theologie in Utrecht was hij vanuit het hervormd streekcentrum Sebaldeburen (van HGJB en IZB) werkzaam als predikant voor missionair opbouwwerk in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Daarna diende hij de hervormde gemeente in Boskoop (1991). Vanaf 2008 was dr. De Reuver predikant van de protestantse Marcuskerk in Den Haag.
Ds. De Reuver promoveerde in 2004 aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op een onderzoek naar de theologische waarde van kerkelijke eenheid en verscheidenheid. In 2012 verscheen zijn boek ”Anders verder”.
Tot voor kort was dr. De Reuver voorzitter van de generale raad van advies (GRA) in de Protestantse Kerk, het belangrijkste adviesorgaan van de generale synode. Ook was hij lid van de raad van advies voor het gereformeerd belijden.
Dr. De Reuver –neef van de hervormde emeritus hoogleraar prof. dr. A. de Reuver– is getrouwd met Marike Schuurman. Ze hebben drie kinderen.
Lees ook
Dr. R. de Reuver benoemd tot scriba PKN (RD.nl, 21-04-2016)
Dr. R. de Reuver genoemd als nieuwe scriba PKN (RD.nl, 08-04-2016)
„De kerk moet haar knopen tellen” - interview met dr. de Reuver (Reformatorisch Dagblad, 16-03-2012)
„Kerkzijn is méér dan knus bij elkaar zitten” : Dr. De Reuver vindt zelfstandigheid gemeenten in PKN overgewaardeerd (Reformatorisch Dagblad, 08-10-2004)