Binnenland
Gids van Joods erfgoed in Nederland

De Tweede Wereldoorlog sloeg diepe gaten in de Joodse bevolkingsgroep in Nederland. Maar ook voordien waren sommige gemeenschappen al verdwenen of geslonken. Er is nog veel wat daaraan herinnert.

L. Vogelaar
Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel is de oudste Joodse begraafplaats van Nederland. beeld RD, Henk Visscher
Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel is de oudste Joodse begraafplaats van Nederland. beeld RD, Henk Visscher

Jan Stoutenbeek en Paul Vige­veno publiceren sinds ruim dertig jaar over de Joodse wereld in Nederland. Van hun boek ”Joods Amsterdam” (1985) is er inmiddels een zesde druk. Het is ook uitgegeven in het Engels en Duits. In 1989 verscheen ”Joods Nederland. Een cultuurhistorische gids”. Nu hebben ze een lijvige ”Gids van joods erfgoed in Nederland” gepubliceerd.

Geordend per streek en plaats beschrijven de auteurs de vele locaties, gebouwen en gedenktekens die te maken hebben met de Joodse cultuur, religie en geschiedenis. Dat varieert van een kleine dorpssjoel en een vergeten begraafplaats tot het Spinozahuis in Voorburg en de resten van het imperium van textielbaron Menko in Enschede.

Het is een ruim geïllustreerd naslagwerk geworden. Algemeen directeur Schrijver van het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam noemt het „een voortreffelijk leesbare geschiedenis van de Joden in Nederland, met een diepgang die de verwachtingen van het woord Gids ver overstijgt.”

In kort bestek geven Stoutenbeek en Vigeveno de geschiedenis van de plaatselijke Joodse gemeenschappen weer, en ook wat ervan over is. De rijke geschiedenis van de Joden in Nederland begon al in de middeleeuwen. Verspreid over het land is er nog veel van te zien, maar dan moet soms wel eerst je aandacht erop gevestigd worden. Vandaar dit fraaie overzichtswerk.

Dat Amsterdam allereerst royale aandacht krijgt, ligt voor de hand. Dan volgt de omgeving, van de synagoges in Weesp en Naarden tot de koosjere keuken van het grotendeels door Joodse patiënten bevolkte sanatorium Zonnestraal in Hilversum. Ook de rest van het land komt stukje bij beetje in beeld, tot Middelburg, Delfzijl en het Limburgse Eijsden toe.


Gids van joods erfgoed in Nederland. Jan Stoutenbeek en Paul Vigeveno; uitg. Bas Lubberhuizen, Amsterdam, 2016;
ISBN 9789059374508; 496 blz.; € 39,99.

Joodse Huizen, deel 2. Verhalen over vooroorlogse bewoners. Uitg. Gibbon Uitgeefagentschap, Amsterdam, 2016;
ISBN 9789491363641; 288 blz.; € 19,90.


Joodse Huizen

Wat voor land zou Nederland zijn als de vooroorlogse Joodse gemeenschap er nog in volle omvang zou zijn geweest? Als tijdens de Tweede Wereld­oorlog niet 104.000 van de 140.000 Joodse Nederlanders zouden zijn vermoord?

Om je daar een voorstelling van te kunnen blijven maken, worden verhalen verteld vanuit de huizen waar onze Joodse landgenoten woonden. Sinds 2012 wordt in het begin van de meidagen een aantal huizen opengesteld. Daar klinkt hun verhaal. Hoe ze er opgroeiden, woonden, leefden. Tot de deportatie, in 1942 of 1943. En de moord.

Vanuit Amsterdam waaierde het project in 2013 uit over het land. Dit jaar waren er ”Open Joodse Huizen” in zestien plaatsen, en ze werden druk bezocht. Aan de Lange Tiendeweg in Gouda vertelde de bewoner over Edith Roseij Beek, dochter van de Joodse huisarts die hier woonde en praktijk hield. Ze dook onder bij een predikant, werd verraden, moest op transport en stierf op negen­jarige leeftijd in Auschwitz.

Alkmaar deed voor het eerst mee. Tien adressen, tien verhalen.

In de Starbucks op het station van Groningen werd verteld over de deportaties die vanaf deze plek plaatsvonden. Bertien Minco verhaalde in de Schilderswijk in die stad over haar familie en hoe het verleden ook een schaduw werpt op het leven van de generaties die na de oorlog opgroeiden. Geschiedenisstudent Björn Quanjer verzorgde een stadswandeling over Groningen in de Tweede Wereldoorlog. Historica Rixt Zuidema vertelde aan de Turfsingel over het verraad dat op deze locatie plaatshad en dat op 27 juli 1944 tot een groot drama leidde. En voor de lezingen in de synagoge was de belang­stelling zo groot dat er mensen geweigerd moesten worden.

De verhalen worden ook op schrift gesteld. Onlangs verscheen deel 2 van ”Joodse Huizen. Verhalen over vooroorlogse bewoners”, verteld door overlevenden en nabestaanden, buren en vrienden, schrijvers en historici. Veel verhalen spelen zich af in Amsterdam, maar ook andere plaatsen komen aan bod. Zoals over de Joodse vrouw die bekendstond als de koningin van Scheveningen. De vondst van een huwelijkscontract in de kruip­ruimte van een woning in het vissersdorp leidde tot contact met een Joodse familie in Amerika.


Tabakshandel in Nijkerk

Nijkerk was een belangrijk centrum van de tabakscultuur. Omdat die niet in gildeverband werd bedreven, was ze toegankelijk voor Joden. Die kwamen dan ook al vroeg in de 17e eeuw in Nijkerk wonen. Daaraan herinneren bijvoorbeeld de woning Italiaander (Koetsendijk 45), pakhuis Groot Kattenburg (Koetsendijk 4), tabakshuizen (zoals op Nieuwstraat 9), de vroegere Joodse school (Kloosterstraat 7), een plaquette met een afbeelding van de synagoge (Singel 11), een monument dat in 2002 werd onthuld (Bruins Slotlaan, nabij de hoek met de Vetkamp) en een begraafplaats in het naburige Nijkerkerveen (Oude Amersfoortseweg 6).


Beth Haim

Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel is de oudste Joodse begraafplaats van Nederland. De dodenakker is internationaal bekend geworden doordat tal van vooraanstaande sefardische Joden er werden begraven.

Beth Haim werd aangelegd bij de samenvloeiing van de Amstel en de Bullewijk en in 1614 door de Portugese gemeente van Amsterdam ingewijd. De Staten van Holland hadden daarvoor machtiging verleend op voorwaarde dat de begrafenissen in alle stilte zouden plaatshebben, zodat de dorpsbewoners er geen aanstoot aan zouden nemen. Toch protesteerden ze. De Staten wezen er in 1618 op dat dit verzet krachtig moest worden tegengegaan. Drie jaar later moest de baljuw echter ingrijpen omdat de Ouderkerkers weigerden een slagboom te openen voor een Joodse begrafenisstoet. Pas een eeuw later maakten de Staten een eind aan de regel dat de Joden tijdens een begrafenis bij het passeren van een tol én van elke christelijke kerk een speciale belasting moesten betalen.

De begraafplaats heeft liggende stenen, zoals bij de sefardiem gebruikelijk is. Er werden ongeveer 27.000 doden begraven. Van alle sefardisch Joodse begraafplaatsen ter wereld is die in Ouderkerk degene met de fraaist versierde zerken. Na lang als schijnchristenen te hebben geleefd, wilden de Joden hiermee hun eigen identiteit beklemtonen. Veel van die stenen zijn echter in de moerassige grond weggezakt. De mooiste stenen worden nu in de winter overdekt om ze tegen weersinvloeden te beschermen.


Sjoeltje in Buren

In het Gelderse stadje Buren woonden vermoedelijk in de 15e eeuw al Joden. Ze namen deel aan de handel op de Burense marktdagen en de paardenmarkt. In Buren bevond zich dan ook een van de eerste Joodse gemeenten van Nederland.

In de 18e eeuw was er een kleine gemeente met een eigen begraafplaats. Ze kwam bijeen in een woonhuis. In 1804 werd een synagoge ingericht. Die bevindt zich nu op Kniphoek 14. De spitsboogramen herinneren aan zijn vroegere functie.

In de eerste decennia van de 19e eeuw slonk de Joodse gemeenschap in Buren echter. De synagoge bleef toch nog tot 1890 in gebruik. Enkele jaren later vertrok het laatste Joodse gezin en in 1901 werd het gebouw verkocht. De namen Jodenkerkstraatje en Jodenkerkplein verwijzen echter nog naar het gebedshuis dat zich hier vroeger bevond.

Het gebouwtje is in 1968 gerestaureerd en diende vervolgens als vergader- en expositieruimte. De gemeente Buren bestempelde het in 2001 tot historisch erfgoed en werd drie jaar later eigenaar. Sindsdien kunnen kunstenaars en culturele instellingen er terecht om er tentoonstellingen te houden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer