De hervormde theoloog Bert ter Schegget werd haast bekender door benoemingen waarbij hij werd gepasseerd dan door zijn theologische werk. Zijn marxistische denkbeelden waren er de oorzaak van dat hij diverse hoogleraarsposten aan zich voorbij zag gaan.
Gijsbertus Hendricus ter Schegget werd op 24 juli 1927 in Amsterdam geboren. Hij groeide op in een gezin dat behoorde tot de gemeente van de door de Gereformeerde Kerken in Nederland geschorste J. G. Geelkerken. Deze begon met medestanders de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband, die later zouden opgaan in de Nederlandse Hervormde Kerk.
De vader van Bert ter Schegget werd na het afronden van zijn theologiestudie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam predikant in Harkema en Opeinde, in Friesland, en later in Amsterdam. In die stad groeide Bert op en studeerde er theologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1955 werd hij hervormd predikant in Vreeland. Drie jaar later nam hij een beroep aan naar Curaçao.
Vanaf het Caraïbische eiland bezocht Ter Schegget Venezuela. Hij kwam er in aanraking met grote armoede. Zijn sociaal bewogen hart, dat hij erfde van zijn vader, sprak. De vraag naar de gerechtigheid liet Ter Schegget niet meer los. In 1963 werd hij studentenpredikant in Berlijn, waar de spanning tussen Oost en West op een hoogtepunt was.
In 1965 werd Ter Schegget hoofd cursus- en conferentiewerk bij de hervormde stichting Kerk en Wereld. De organisatie schonk onder zijn leiding onder meer aandacht aan kerk en oecumene, het milieu en de positie van vrouwen. Later stapte hij over naar de sociale academie De Horst in Driebergen. Hij raakte beïnvloed door de studentenprotesten van de jaren zestig van de vorige eeuw en gaf het marxisme een grote plaats in zijn gedachtegoed. In 1970 promoveerde hij op de dissertatie ”Het beroep op de stad der toekomst. Ethiek van de revolutie”, een tegendraads pleidooi voor bevrijdingstheologie.
Rond die tijd werden de eerste pogingen ondernomen om Ter Schegget te benoemen tot kerkelijk hoogleraar. Keer op keer stuitte dit op verzet vanuit het behoudende smaldeel in de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1978 verscheen er –na eerdere voordrachten die het niet haalden– een zwartboek waarin verdedigd werd dat de stroming die Ter Schegget vertegenwoordigde, gehoord moest worden aan de universiteit. De auteurs omschreven die stroming als „de theologie van de kerk van de armen, met een scherp bewustzijn van maatschappelijke en politieke verhoudingen.” Pas in 1982 werd Ter Schegget hoogleraar ethiek in Leiden.
In ruim dertig jaar publiceerde Ter Schegget achttien boeken, de meeste over ethiek, maar ook een aantal Bijbels-theologische studies, waarin bijna altijd de opdracht van christenen en de christelijke gemeente in de maatschappij centraal stond.
Bert ter Schegget overleed onverwacht, op 9 november 2001. Hij werd 74 jaar. In 2007 werd de G. H. ter Schegget Stichting opgericht, die de nalatenschap van de theoloog beheert. In opdracht van de stichting verscheen er in 2011 een biografie, ”Vloeken en bidden om een nieuwe aarde. De dagen van Bert ter Schegget”, geschreven door dr. E. D. J. De Jongh.