Kerk & religie

Belijdend bidden met de bedezang voor het eten

„Allemaal stil, jongens, dan zullen we bidden.” Zo klinkt het dagelijks meerdere keren, als een vader of moeder met het kroost aan tafel zit. Want je begint niet te eten voor je de handen gevouwen en de ogen gesloten hebt.

9 March 2016 06:41Gewijzigd op 16 November 2020 02:00
Beeld Istock
Beeld Istock

Maar wát zul je als ouder bidden? Gebruik je zelfgekozen woorden? Dat kan en mag. Maar niet ieder wil of durft dat. Dan het Onze Vader? Dat is mooi: de Heiland Zelf legde het ons op de lippen.

Maar er is meer. De traditie reikt ons al 450 jaar lang, achter in het psalmboek, een scala aan christelijke gebeden aan. Gebeden voor en na de preek, voor en na de catechismusleer, voor de ochtend en de avond. Maar ook twee maaltijdgebeden.

Het gebed voor het eten is kort maar bevat veel. De belijdenis van God als Schepper en Onderhouder, Die Zijn hand mild opendoet (Psalm 145). De bede dat God de gaven heiligt, en wil zorgen dat we ze matig en tot Zijn eer gebruiken. Én de vraag dat we niet zullen blijven steken bij het brood dat slechts het lichaam voedt, maar zullen zoeken naar het geestelijk voedsel dat onze zielen spijzigt ten eeuwigen leven. Het gebed mondt uit in het Onze Vader, waarna nog de vermaning van Christus uit Lukas 21 volgt om op te passen voor brasserij en dronkenschap.

Het gebed voor het eten kun je als formuliergebed opzeggen. Maar als je het in dichtvorm brengt en een melodie meegeeft, kun je het ook zíngen. Ook die vorm gaat in onze traditie al bijna 450 jaar mee. Al in 1567 duikt in het psalmboek van Datheen een bedezang voor het eten op: ”Vader almachtig, wijs en goed”. Het staat sindsdien als onderdeel van de verzameling lofzangen in vrijwel iedere editie van het psalmboek, vaak gevolgd door een spreuk: „Eet en drinkt heug’lijk, maar gedenkt/ dat het u God uit liefde schenkt.”

De commissie die in 1773 aan de Staatsberijming werkt, neemt ook weer een bedezang voor het eten op, overgenomen uit de berijming van Hendrik Ghysen uit 1686. Ghysen op zijn beurt had het lied ontleend aan twee andere berijmers: Jacobus Clercquius en Joannes Six van Chandelier. De eerste helft van ”O Vader, Die al ’t leven voedt” is van Six, de laatste helft van Clercquius.

Wie het lied beziet, komt de drie elementen weer tegen. We belijden de Vader, Die ons met milde hand voedt. We bidden om bewaring voor overdaad. Én we vragen naar het hemelse voedsel, Gods Woord.

Hoe vaak zal dit gezang geklonken hebben in de voorbije eeuwen? En nóg klinken, als ouders met hun kroost om tafel zitten? Opgezegd als formuliergebed. Of, mooier, met het gezin gezongen. Zingen is immers dubbel bidden?


O Vader, Die al ’t leven voedt,

Kroon onze tafel met Uw zegen;

En spijs en drenk ons met dit goed,

Van Uwe milde hand verkregen!

Leer ons voor overdaad ons wachten;

Dat w’ ons gedragen als ’t behoort;

Doe ons het hemelse betrachten;

Sterk onze zielen door Uw Woord.


Zie ook:

Kwalijk bidden – door ds. M. Karens (De Saambinder, 05-03-2015)

Verhalen van vroeger : Een biddag in Giessendam – ds. W.C. Lamain (De Saambinder, 06-03-2014)

Bidden is blijven wachten – door M.A. van den Berg (De Waarheidsvriend, 06-03-2014)

Wanneer kunnen we recht biddag houden? – door ds. J. Roos (De Wachter Sions, 03-03-2011)

Met opgeheven handen: Biddag en biddagbrief – door A.B. Goedhart (Kerkblad, 07-03-2008)

Iets uit de geschiedenis van de bededagen (III) – door W. van ’t Spijker (De Wekker, 03-03-1995)

Iets uit de geschiedenis van de bededagen (II) – door W. van ’t Spijker (De Wekker, 24-02-1995)

Iets uit de geschiedenis van de bededagen (I) – door W. van ’t Spijker (De Wekker, 17-02-1995)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer